Koertenpublicaties vanaf 1900, KoertenKoerier 10

Behalve vermeldingen in diverse kunstenaarslexica en een merkwaardig artikel in de Gids bleef het rond Koerten in de 19de eeuw behoorlijk rustig. Dat veranderde in de jaren tien van de 20ste eeuw.

Van Son 1910
In 1910 publiceert C.van Son in Elseviers Geillustreerd Maandschrift het artikel “Schaarkunst”. Daarin gaat hij in op het werk van Koerten dat hij kent uit oudere publicaties en drie knipwerken uit de collectie De Flines. Aanleiding daarvoor was het aantreffen van een album met sierlijke knipsels van Willem Eigeman. Zo werd zijn belangstelling voor de Nederlandse papierknipkunst gewekt.

Van Dokkum 1915
Het artikel van Van Son wordt in 1915 gevolgd door een baanbrekend artikel over Koerten en andere knipkunstenaars door J.D.C. van Dokkum (“Hanna de Knipster en haar Concurrenten”) in De Vrouw en Haar Huis. Hij heeft een knipsel in bezit waarvan hij vermoed dat het wel eens door Koerten gemaakt zou kunnen zijn.

Schouten 1925
“Onbekende bizonderheden betreffende Johaima Koerten en de kwestie van haar geloof’ is te titel van een korte bijdrage van H.J.Sehouten in Oud Holland van 1925.
Schouten weerlegt de fantasie van Alberdink Thijm in De Gids van 1878 dat Koerten katholiek zou zijn en afkomstig uit de kaarttekenaarsfamilie Blaeu. Ook draagt hij gegevens aan over Koertens huwelijk en begrafenis.

Wijnman 1937
Voor het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 10 stelde H.F.Wijnman het lemma over Koerten samen. Een uitstekende bijdrage met betrouwbare biografische gegevens, een bespreking van Koertens werk en bijdragen aan het Stamboek en een goede lijst van schriftelijke bronnen.

Van de Graft 1946 en 1948
In twee van drie artikelen in het tijdschrift Historia over de expositie “Papieren Knipwerk” in
Utrecht in 1946 besteedt C.Catharina van de Graft mime aandacht aan Koerten en haar werk.
Niet alleen bespreekt zij werk van Koerten dat op de tentoonstelling te zien is geweest (bv. Het portret van Willem III), ook maakt zij met graagte gebruik van het boekje Kunstig en Vermaakeljk Tyd- Verdryf der Hollandsche Jufferen uit 1686. Daarna blijft het lang stil rond Koerten al komt zij natuurlijk wel voor in publicaties van Kerp (1966), Schwencke (1966) en Verhave (1983).

Plomp 1986
In dat jaar publiceert Michiel Plomp over twee tekeningen die hebben behoord tot Koertens Stamboek in Teylers Museum Magazijn van 1986. Titel: “De Schaar-Minerva: Joanna Koerten (1650-1715). Het blijkt een opmaat te zijn voor een groot artikel over portretten in Koertens Stamboek in het Leids Kunsthistorisch Jaarboek.

Bakker 1988
Onder redactie van B. Bakker verschijnt in 1988 de Catalogus van tekeningen uit de collectie Van Eeghen. Hieronder worden verschillende tekeningen uit het Stamboek genuanceerd besproken.

Plomp 1989
Een van de belangrijkste Koerten publicaties van de laatste 30 jaar is zonder twijfel “De portretten uit het stamboek van Joanna Koerten (21650-1715)”. In het Leids Kunsthistorisch Jaarboek. Het is een doorwrocht artikel met aandacht voor de recent ontdekte Testascatalogu een waardevol  notenapparaat en bruikbare index van kunstwerken.

Bogaard 1989
De afstudeerscriptie van Conny Bogaard voor de universiteit van Utrecht luidt: De Schaarminerve Johanna Koerten (1650-1 715) en de waardering voor de “papiere snykunst”. Ook zij heeft de Testascatalogus kunnen bekijken, maar tot verrassende kanttekeningen bij leven en werk komt het niet echt. Opmerkelijk is dat zij suggereert dat het portret van Cosimo al in de jaren zestig zou zijn geknipt. De uitvoerige bespreking van de inhoud van Konstig en Vermaakelijk Tyd-Verdryf leidt niet tot nieuwe inzichten.

Kaldenbach 1989
Een wat warrige studie die alleen in typoscript is uitgegeven, maar later op internet weer is  gepubliceerd en aangevuld. Ook Kaldenbach kende inmiddels de Testascatalogus.

Asser 1993
Saskia Asser beschrijft in het tijdschrift Delineavit et Sculpsit, nr. 11 een tekening uit de verzameling van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Leiden (v/h Prentenkabinet) die behoord heeft tot het Stamboek van Koerten. Het is een mooi uitgewerkte, allergorische voorstelling die is gemaakt door Christoffel Lubienietski in 1719 in opdracht van Adriaan Blok.

Te Rijdt 1997
In hetzelfde tijdschrift publiceert Robert-Jan te Rijdt in 1997 het artikel “Jan Goeree, het stamboek van Joanna Koerten en de datering ervan”. Centraal staat hierin de tekening die Goeree maakte als titelblad voor het handtekeningenboek van Koerten. Een gedicht van David van Hoogstraten maakte de inhoud van deze fraaie allegorische tekening duidelijk. Wat betreft de datering van het Stamboek beweert Te Rijdt dat er al sprake was van zo’n Stamboek ruim voor 1715, een stelling die niet echt met bewijs is aangetoond.

Hiddes 1998
“Kunstenaressen in de marge? Over knipkunst, calligrafie en roem” is de bijdrage van Jos Hiddes aan het boek Vrouwen in de kunst in de Republiek. Een overzicht onder redactie van Els Kloek e.a. Daarin aandacht voor Van Schurman, Rijberg en Koerten en Tobia Lever.

Van Ark 2000
In 1999 kon door de stichting W.Tj.Lever het knipwerk ”De Roomsche Monarchy”, ook wel “De Twaalf Keizers” genoemd, worden aangekocht. Naar aanleiding daarvan verschijnt in december 2000 als vierde Nieuwsbrief van het jaar een speciaal Koertennummer met de tot dan bekende biografische gegevens, het knipwerk van Koerten, het knipsel “De Twaalf Keizers” en een bespreking van de tekening van Goeree. Deze uitgave betekende een nieuwe start van het Koerten onderzoek, dat in feite nog steeds voortduurt.

Kloek 2003
In dat jaar verschijnt het boek 1001 Vrouwen van Els Kloek waarbij het lemma van Koerten zou worden samengesteld door Barbera de Hoop op verzoek van het Nederlands Museum van Knipkunst. Dit werk is door haar onverwachte overlijden afgemaakt door Richard Stolzenburg en opgenomen in het Digitaal Vrouwenlexicon van het Huygens Instituut.

Roscam Abbing 2007
Voor het tijdschrift Amstelodamum schreef Michiel Roscam Abbing een waardevolle studie over de relatie tussen David van Hoogstraten en Joanna Koerten. Koerten knipte een portret uit papier naar voorbeeld van een prent van deze Amsterdamse geleerde.

Verhave 2008
Geknipt! Is het grote overzichtswerk over de geschiedenis van de Nederlandse papierknipkunst onder redactie van Joke en Jan Peter Verhave en met vele deskundige medeauteurs. Een onderzoek over knipkunst in Nederland begint onvermijdelijk met raadpleging van dit standaardwerk.

Van Ark 2013
Besteedde Welkom in Papyria, nr.2 (2010) al veel aandacht aan Koerten met de artikelen “Doopsgezinden en knipkunst” en “Von Uffenbach’s curiöse von Papier geschnittene Sachen”, in 2013 verschijnt in dezelfde reeks halfjaarlijkse brochures (nr.5) een geheel Koerten nummer. Een van de artikelen ging over “De onmisbare catalogus”.

Moffit Peacock 2013
Haar artikel “Paper as power. Carving a niche for the female artist in the work of Joanna Koerten” in het Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek (nr.92) is vooral belangrijk omdat Martha Moffit Peacock vaak zeer goed in gaat op het bijzondere knip- en snijwerk en de door haar gebruikte techniek.

Verhave 2015
Bij de papierknipkunsttentoonstelling in museum Willet Holthuysen verscheen “Joanna Koerten en haar Schaar van bewonderaars” van Joke en Jan Peter Verhave op internet. Later werd dit opgenomen in de Doopsgezinde Bijdragen, nieuwe reeks, nr.42, p.141-180.

Van Ark 2015
Nr. 10 van de serie Welkom in Papyria was wederom een nummer geheel aan Koerten gewijd. Met o.a. een artikel over “De “special effects” in het werk van Koerten.

Van Ark 2017 e.v.
Na afronding van de reeks Welkom in Papyria is begonnen met de uitgave De KoertenKoerier. Een nieuwsblad over leven en werk van Joanna Koerten. Tot nu toe verschenen tien nummers, met meestal twee of drie artikelen per uitgave.

Belangrijkste artikelen van de Stichting Lever over Koerten

  1. [ Henk van Ark], “Een knipsel van Koerten voor de museumcollectie”, Nieuwsbrief, jrg. 12, nr.3 (september 1999), [p.3-4]
  2. [ Henk van Ark], Joanna Koerten nummer van de Nieuwsbrief jrg.13, nr.4 (december 2000) met daarin:
    – “Over Koerten (1)”, [p.4-5]
    – “Over Koerten (2)”, [p.6-7]
    – “De Romeinse Vrijheid van Joanna Koerten”, [p.7-11]
    – “Het Stamboek voor Koerten”, [p.11-14]
    – “De knipsels van Joanna Koerten”, [p,15-18]
  3. [ Henk van Ark], “Joanna Koerten en Peter de Grote”, Nieuwsbrief, jrg.18, nrs.3/4, september/december 2005), [p. 15-18].
  4. [ Henk van Ark], “Portretten van knipkunstenaars (5)”, Nieuwsbrief jrg.19, nr.4 (december 2006), [p.5-9]
  5. Henk van Ark, “Joanna Koerten, Schaarminerve”, in: Joke en Jan Peter Verhave, Geknipt! (…), Zutphen 2008, p.20-22.
  6. Henk van Ark, ‘Doopsgezinden en knipkunst”, WIP 2, Rasquert 2011, p.25-38.
  7. Henk van Ark, “Von Uffenbach’s curiöse von Papier geschnittene Sachen”, WIP 2, Rasquert 2011, p. 39-54.
  8. Henk van Ark, Koerten nummer WIP 5, Rasquert 2013 met daarin:
    – “Maria, Adriaan en Joanna”, p.7-13
    – “De knipsels van Joanna Koerten”, p.15-23
    – “Czaar Peter op bezoek”, p.25-17
    – “Nicolaas Verkoije en Koertens Stamboek”, p.39-47
    – “De onmisbare catalogus”, p.49-5S.
  9. Henk van Ark, “Van Dokkum over Joanna Koerten en andere knipkunstenaars”, WIP 8, Zuidhorn 2014, p.19-28.
  10. Henk van Ark, Koertennummer WIP 10, Zuidhorn 2015.
    – “Het Koertenonderzoek”, p.7-8.
    – “Kanttekeningen bij een knipkunsttentoonstelling”, p.13-14.
    – “De “special effects” in het werk van Joanna Koerten , p.17-23.
    – “Koerten en het onderwijs in de knipkunst”, p.27-33.
    – “Dichters en lofdichten”, p.37-45.
    – “Wat De la Rue in Amsterdam zag”, p.49-52.
    – “Jan Goeree en Joanna Koerten”, p.55-60.
    – “De buitenplaats Aemstelhoek”, p.63-70.
  11. Henk van Ark, KoertenKoerier, nrs.1-10, Zuidhorn, 2017-2019.
    Nr.1
    – “Maria Sybilla Merian”.
    – “Een bijzonder kunstkabinet”.
    – “Stephanus -der medicynen docter- Blankaart”.
    Nr.2
    – “Op bezoek bij Chevalier en daarna”.
    Nr.3
    – “Een Stamboektekening van Lubienietzki”.
    – “Veiling in Rotterdam 1766”.
    Nr.4
    – “Abraham Rademaker”.
    – “Gerard de Lairesse”.
    Nr.5
    – “Gezine Brit en haar Koridon”.
    – “Koerten in de Groote Schouburgh”.
    – “Joanna en Anna Maria van Schurman”.
    Nr.6
    – “Creatieve Vrouwen”.
    – “Von Uffenbach in Amsterdam: verslag van een reiziger”.
    – “Vorstelyke en Aanzienlyke Personaadjen”.
    Nr.7
    – “Geleerde heren: Galenus, Bogaert en Van Hoogstraten”.
    – “Ander knipwerk van Koerten”.
    – “Drie dichters: Van Peterson, Smids en Bruin”.
    Nr.8
    – “De herderszangen”.
    – “Koerten op de tentoonstelling van 1946”.
    – “Het geknipte portret van Balthasar Bekker”.
    Nr.9
    – “Koerten in Nederlandse kunstenaarslexica: Houbraken, Weyermnan en Van Gool”.
    – “Koerten in-Nederlandse kunstenaarslexica: Immerzeel, Van der Aa en Kramm”.
    Nr. 10
    – “Koertens portret van Johan de Witt (en dat van Comelis?)”.
    – “Koerten en onze historische sensatie”.
    – “Koertenonderzoek vanaf 1900”.
    – “Koertenpublicaties van de stichting W.Tj .Lever vanaf 1999”.

Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in de KoertenKoerier 10, najaar 2019.