Ander knipwerk van Joanna Koerten, KoertenKoerier 7

Tot nu toe is in de KoertenKoerier en andere publicaties vooral aandacht besteed aan de geknipte portretten van Koerten. Logisch, want van haar bekende werk zijn alleen enige portretten, wat klein knipwerk en een geknipte bloemenvaas bewaard gebleven. In de Testas catalogus zijn ruim dertig knipwerken van Koerten beschreven.

Knipwerk in de Testascatalogus

Het begint in de rubriek SNEYWERK met de beschrijving van de welbekende bloemenvaas:
N. 1: Verbeeldende een Tafel, waar op staat een Pot met diverse Bloemen, en daar om heen diverse Beesjes, als Vliegjes, Spinnetjes, Uil en andere Gediertens, alles met zyn schaduwe en harseringinge, konstig en fraay in wit Papier met de schaar uitgesneeden, is in een zwarte Lyst, tusschen twee Spiegel Glazen in, op een zwarte Gront.
N. 2: is Een dito Konst-stuk, verbeeldende een stervende een stervende Christus in den schoot der Engelen, en daar agter een Landschap met Beelden en Gebouwen, niet minder konstig Gesneeden als het voorgaande in dito Lyst en Spiegelglazen.
N 4: is Een aangenaam Landschap, waar in verbeeld wert een Vrouwtje zittende by een Boom, waar by zyn diverse Beesten, als Schaapen, Bokken, Kalkoenen, Zwaanen, Haanen en Hennen en ander Bywerk; zeer konstig gesneden, en de Teekening in de manier van A.Bloemaart.

N.3, 5 en 6 zijn portretten (Becker, Fredrik III en Cosimo III).

N.7: is Een Herder Stal, waar in verbeelt werd de Geboorte Christus, met de herders en andere Beelden, daar nevens een Landschap met Gebouwen &c. in dito en dito.
N. 8: Een Landschap, waarin verbeeld werden Schapen, Pauwen, Hoenders, en allerley Gevogelte en Boomen, waaronder leyt een Spiegelglas, in welk alles dubbelt gezien werd, dito.
N.9: Is een beschrijving van het knipsel van “De Twaalf Keizers”: Een Vrouwe Beeld, verbeeldende de Roomsche Vrijheid, zittende op een Throon, daar nevens de Portraiten van de twaalf Roomsche Keyzers, en daar onder een Vaars tot uitlegging der Roomsche Keeyzers, een dito op Johanna Coerten Blok, door A. Boogaart, in dito en dito.

Hierna volgt het portret van stadhouder-koning Willem III:
N. 10 “Het Portrait van Koning Wilhelm, een Borststuk met Septer en Kroon, daar onder de
Waapens, benevens een Latyns Vaars, door P. Francius, in dito en dito” en als N. 11 “Een gezigt uit het Y na de stad Amsterdam, met diverse Scheepen, de Teekening in de manier van L. Bakhuyzen, in dito en dito”.

Vervolgens enige portretten:
N.12 “Het Portrait van Petrus de eerste, een Borststuk, daar onder een Latyns Vaars door P. Francius, in dito, in dito”.
N. 13 “Het Portrait van Professor Petrus Francius, Borststuk, met een Rol Papier in de hand, daar onder deen Latryns Vaars door den Professor A. Reeland, in dito, en dito”.
N. 14 “Het Portrait van de Dr. Galenus Abrahams, Leeraar, Borststuk, met een Boek in de hand, en een Vaars daar onder, in dito, en dito”.
N. 15 “Het Portrait van Jan de Wit, Raad Pensionaris, met een Vaars daar onder, in dito, in dito”
Als N. 16 en N. 17 drie landschappen:
“Een landschapje met een Herder en eenige Beesjes, in dito”en “Een dito, zynde een weerga”. De kindermoord te Bethlehem is ook in een landschap opgenomen: N.18: “De Kinder Moort, in een Landschap met Gebouwen”.

Daarna volgen enige maritieme stukken:
N. 19 “Een Zee met een Oorlogsschip en zyn sloepen, en verdere Scheepen, verheeven, in dito”.
N.20 “Een dito woelende Zee, met een Jagt, Koopvaardy-Schip en andere Vaartuygen, mede verheeven”.
N.21 “Een dito Zee , met een Beurt-Schip, Jagt en andere Vaartuigen”.
N.22 “Een Kabinetje met Spiegels, waar in een Zeetje met een Jagt dat beweeglyk is”. N.23 “Een dito, waar in een Bergagtig Landschap met watervallen, Rytuigen, Beelden, en diverse Beesten”.
N.24 en N.25 zijn antieke voorstellingen:N.24 “Een Kabinet stukje in een Lyst, verbeeldende Apollo en Dafné, met een Cupido en een Rivier-God”. En N.25 “Een dito, verbeeldende Europa met de Stier, en een Cupido en meerder Beeltjes”.

Hierna enige kalligrafische snijwerkjes”
N. 26. “Een uitgesneeden Schrift, daar de Letters zwart verbeelt werden”.
N.27 “Een dito, zynde het geene dat uit het vorige gesneeden is, en de Letters wit op een zwarte Grond.
N.28 “Een dito uitgesneeden Schrift”.
N.29 “Een dito, uitgesneeden en het buytewerk daar om heen, van gevouwen en gerolt Papier”.

In de Testascatalogus worden als knipwerk dus vermeld portretten, maritieme voorstellingen, bijbelse en antieke onderwerpen, landschappen en letterknipsels.

Maritieme voorstellingen

Von Uffenbach schrijft in het verslag van zijn bezoek aan Koerten in 1711 dat hij bij de 32 knipsels die hij bij haar kon bekijken zich ook “Seestücke en Schiffe” bevonden. Zij waren “von erhabener Arbeit, wie so wir in Roterdam gesehen (…) Sie sind sonst besser nach der Zeichnung, als die Roterdamische gemacht”. Von Uffenbach verwijst hier naar Elisabeth Rijberg die ook maritieme voorstellingen heeft gemaakt. Hij bezocht haar eerder dan Koerten, door omstandigheden kwam het er op zijn derde reis in 1718 niet meer van.
Rijberg en haar stadgenoot Gillis van Vliet maakten knipsels in “plat en verheeve”. Over maritieme voorstellingen van Van Vliet schreef Von Uffenbach echter niet, want bij zijn bezoek aan Rotterdam in 1710 had hij slecht platwerk van Gillis van Vliet mogen bekijken bij Gerard Vogel, een familielid. Van Vliet was al enige jaren ervoor (1704) al overleden en Vogel beschikte dus slechts over minder werk van de papierknipper. We weten nu meer, er zijn inmiddels drie bijzondere werken van Van Vliet bekend, die duidelijk maken waarom zijn werk in de stadsbeschrijving van 1696 samen met dat van Rijberg uitdrukkelijk werd vermeld.

Uit deze vermeldingen wordt wel duidelijk dat maritieme voorstellingen in de knipkunst van die tijd geen onbekend verschijnsel waren. Belangstelling voor water en schepen zal Koerten ongetwijfeld hebben gehad. Het kon natuurlijk ook niet anders, wonend in de haven- en handelsstad aan het IJ. In haar bezit bevonden zich twee schilderij en van het scheeprijk IJ in de Testascatalogus omschreven als: “Een ‘t Y gesigt, verbeeldende een Admiraalschap, extra fraay geschildert door Storck“(Letter C) en “Een dito, zynde een Weerga, door A. Cito”(Letter D.). Een van deze schilderijen is afgebeeld rechts op de voorgrond van de tekening die Jan Goeree in 1708 maakte als titelblad van het handtekeningenboek van Koerten.

De Testascatalogus geeft diverse beschrijvingen van maritieme, door Koerten geknipte

voorstellingen:
– Nr. 11: Een gezicht uit het IJ naar de stad Amsterdam op de manier van L. Bakhuyzen.
– Nr.19: Een zee met oorlogsschip met sloepen en verdere schepen, “verheeven”.
– Nr. 20: Een woelende zee met een jacht en andere vaartuigen, “mede verheeven”.
– Nr.21: Een zee met een beurtschip, jacht en andere vaartuigen.
– Nr.22: Een kabinetje met spiegels waarin een zeetje met een jacht dat bewegelijk is.

Wat opvalt is dat bij twee knipsels expliciet wordt aangegeven dat ze in het “verheven” zijn gemaakt. Nog spectaculairder is een kabinetje met spiegels waarin een jacht op zee beweeglijk is gemaakt, een werkwijze die Koerten ook heeft toegepast bij nr. 23 van de catalogus. Dat is een bergachtig landschap met watervallen, rijtuigen en beelden. Kenmerkend voor de “special effects” waar Koerten kennelijk een liefhebster was en die door bezoekers en bewonderaars moet zijn gewaardeerd.

Landschappen

De lijst van papieren knipwerken telt vijf landschappen. Zo’n landschap was voor de fijnknipper die Koerten is geweest bij uitstek een mooi onderwerp omdat vooral bomen en struiken op een gedetailleerde manier konden worden uitgewerkt zonder altijd tot in detail vast te houden aan een eventuele voortekening. N2 toont een vrouw, zittend bij een boom, in een landschap waarin zich dieren, zoals schapen, bokken, kalkoenen en pluimvee bevinden. Vermeld wordt dat het zeer zorgvuldig is gesneden en dat de voorstelling gemaakt is in de trant van Bloemaart. Ook veel dieren in het knipsel N8: schapen, pauwen, hoenders, vogels en bomen. Door het aanbrengen van een spiegelglas aan de achterzijde (van het kabinetje) was alles dubbel te zien, een goed voorbeeld van het door Koerten (en waarschijnlijk ook haar bezoekers) geliefde illusionistische effect. Andere landschappen (N16 en N17) zijn voorstellingen met herders en enige beesten. Ook is er een kabinetje met spiegels (N23) met daarin een bergachtig landschap met watervallen, rijtuigen, beelden en diverse beesten. Dat moet in al zijn klein- en fijnheid een imponerende kunstwerkje zijn geweest.

Bijbelse voorstellingen

Tussen twee spiegelglazen en een zwarte lijst bevond zich de voorstelling van de stervende Christus (N2) in de schoot van engelen, gevat in een landschap met beelden en gebouwen. Ook in een goed gestoffeerd landschap (N7) was een herdersstal met de geboorte van Christus te zien. Daarmee te maken heeft een ander knipwerk: de kindermoord (N 18) in Bethlehem in een landschap met gebouwen.

Antieke onderwerpen

Er worden in de Testaslijst twee knipwerken met antieke onderwerpen genoemd. N24 is een kabinet met Apollo en Dafne en een riviergod en N25 verbeeldt Europa met de stier samen met een cupido en diverse beeldjes.

Kalligrafisch werk

Letterknipwerk zien we in N26, een uitgeschreven schrift met zwarte letters en het negatief ervan (N27) met witte letters. Verder nog een ander uitgeschreven schrift (N28) en een exemplaar met buitenwerk van gevouwen en gerold papier (N29) Ook is er het wapen van Adriaan Blok, niet duidelijk is uit de vermelding of het daarbij ook om knip- of snijwerk gaat.

In het STAMBOECK, dat bestaat uit een aantal kunstboeken en omslagen wordt in KonstBoek, Letter A genoemd: Een Stamboek waarin de letters uitgesneden zijn (N1), maar ook een door Gadelle geschreven Stamboek (N2). Het lijkt erop dat het hierbij gaat om omslagen die aanvankelijk moesten dienen voor het onderbrengen van een deel van de collectie. Later kwamen er kunstboeken, omslagen en tenslotte was het de bedoeling dat de gehele collectie in drie folianten zouden worden opgenomen. Die laatste vermelding komt van De la Rue in 1735, maar dit voornemen (van waarschijnlijk Maria van Arkel) is nooit uitgevoerd. Ook N8 is een Stamboek met witte uitgesneden letters op een zwarte ondergrond.

Klein knipwerk

Niet vermeld in de Testas cataloguslijst is klein knipwerk dat we van Koerten kennen. Zo is er een reeks van kleine knipsels die weleens als jeugdwerk wordt beschouwd. Daarbij de voorststelling van Priamus en Thysbe die met een datering van 1709 zeker niet als vroeg werk kan worden beschouwd. Ook zijn er drie knipseltjes bekend die zijn bewaard op albumbladen met kalligrafische teksten van Francois de Bruijnne en tenslotte is het blad dat Adriaan (gedicht) en Joanna (gedicht en twee knipsels) maakten voor een blad in het bezoekersboek van Nicolaas Chevalier.

Literatuur
– Henk van Ark, “De “special effects” in het werk van Joanna Koerten, Welkom in Papyria, 10, Zuidhorn 2015, p.17-23.
– Martha Moffit Peacock, “Paper as power. Carving a niche fort he female artist in the work of Joanna Koerten”, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, Leiden/Boston, vol.62, 2013, p.238-265.
Catalogus van een overheerlyk Konstkabinetpapiere SNYKONST door wylen Mejuffrouw Johanna Koerten, Huisvrou van wylen den Heer Adriaan Blok, met de schaar in papier gesneeden: benevens de relative Stamboeken, waar in zyn extra fraaije teekeningen, portraiten, miniaturen en prenten, alle door voorname Meesters. Overheerlyke geschreven geschriften door de voornaamste Schryfmeesters, Handtekeningen van Keizers, Koningen, Prinsen en Vorsten, etc. Waar van geen weerga bekend is. (Testas Catalogus)

Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in de KoertenKoerier 7, voorjaar 2019