Elisabeth Wolff-Bekker, Vlissingen 24 juli 1738 – 5 november 1804 Middenbeemster
Elisabeth is dochter van Jan Bekker en Johanna Boudrie. Op 21-jarige leeftijd sluit ze een verstandshuwelijk met predikant Adriaan Wolff en gaat in de Beemster wonen. Als Adriaan overlijdt in 1777, gaat ze meteen samenwonen met Aagje Deken, met wie ze een briefwisseling voerde. De dames worden beroemd als schrijfster en patriot en wonen op verschillende plaatsen, ook in Frankrijk. Als laatste in Den Haag, waar ze vijf dagen na elkaar overlijden. Ze liggen samen in een graf.
Ze knipte in 1750, op 12 jarige leeftijd, een aardig stuk voor de 6 jaar oude Engelbert Johannis, het zoontje van de burgemeester Van der Mand[e]re. Ze voegde er de wens aan toe: ‘Viva de Prins’. Ook zou ze prikwerkjes uit papier gemaakt hebben. In enkele van haar boeken komt en passant een knipsel of een silhouet voor.
Collectie |
|
Literatuur |