Kezen knippen, Knip-Pers 2007-1

afb1. Kees met vrijheidshoed. 3.5 x 4 cm (prive bezit)

 

De keeshond kennen we als een pittige hond met een dikke vacht en een spitse snuit, oplettend, levendig en aanhankelijk, een goede waakhond. Eind achttiende eeuw wordt hij op allerlei manieren in ons land afgebeeld en ook geknipt! (afb 1)  Hij blijkt dan het herkenningsbeeld te zijn voor een politieke partij, die van de Patriotten. Maar komt het door zijn eigenschappen, dat hij zo bij de Patriotten paste? Nee, daar zit een ander verhaal achter.

Eerst maar eens verkennen, hoe de politieke verhoudingen lagen, zo omstreeks 1780. Het was de late pruikentijd en in de Republiek regeerde Stadhouder Willem V. Dat was nu niet direct een krachtig figuur, maar hij had een fikse vrouw, prinses Wilhelmina van Pruisen. Onder de intellectuele bovenlaag van de bevolking ontstond een progressieve hervormingsbeweging die zich tegen de macht van de Stadhouder en zijn regenten keerde. Bovendien waren we in oorlog met Engeland en dat liep niet goed af. De Dordtse bestuurder Cornelis de Gijselaer, zelf een aristocraat, werd de leider van de Patriottische beweging, die tegen Engeland en voor Frankrijk was. Binnenslands streefden ze naar een opleving van de Republiek, in cultureel, politiek en economisch opzicht. Naar hun voorman Cornelis of Kees werden zij de Kezen genoemd. Althans, dat is een van de verklaringen; eigenlijk weet men niet precies waar die naam vandaan komt. Ook gaat het verhaal dat de kapitein van het Delfts exercitiegenootschap veel op een Keeshond leek. (afb 2) Hoe het zij, de Patriotten hebben die scheldnaam aangenomen als een erenaam.

afb 2. Kees met vrijheidsboom in bloemenrand 8 x 4 cm (prive bezit)

Onder de Kezenpartij mengde zich al gauw allerlei volk dat gewoon ontevreden was en wel in voor een vechtpartij. In 1786 waren de spanningen tussen de gewapende vrijkorpsen of exercitiegenootschappen van de Patriotten en de Prinsgezinden zo hoog opgelopen, dat naar de wapens werd gegrepen. De Patriotten wilden macht en waren de onderhandelingen en beloftes van de Prins en zijn conservatieve medestanders zat. (afb 3)  Op verschillende plaatsen kwam het tot een ware burgeroorlog. In april 1787 joegen de Patriotten in Amsterdam en Rotterdam de regenten weg en namen het bestuur in handen. De oranjegezinde marktkoopvrouw Kaat Mossel werd in Rotterdam gevangen gezet en verdedigd door advocaat en dichter Willem Bilderdijk.

afb 3. Vrijheidsboom in hekje 5 x 4 cm (prive bezit)

Intussen had de stadhouderlijke familie zich teruggetrokken in Nijmegen en de Prins wilde verder naar Duitsland. Dat nam Prinses Wilhelmina niet en ze reisde naar Den Haag om met de Staten Generaal te spreken. Op 28 juni 1787 werd ze echter bij Goejanverwellesluis tegengehouden (dichtbij Gouda). Woedend was ze over deze zware belediging en ze vroeg onmiddellijk haar broer, koning Frederik Willem ll van Pruisen, om haar te hulp te komen. Deze stuurde in september 1787 een leger van 20.000 man naar de Republiek en herstelde het gezag van de Stadhouder en de Oranjepartij. Vele patriotten vluchtten naar het buitenland, onder hen de bekende schrijfster Betje Wolff-Bekker (die als meisje van 12 nog een knipsel had gemaakt met “Viva de Prins”, 1750) en ook Gerrit Paape, die een boekje schreef over het silhouetteren (1792).

Die hele periode bestookten de Kezen en de Oranjegezinden elkaar over en weer met pamfletten en karikaturen. Bilderdijk dichtte een lied met de titel “De Scheldnaam Kees bij de Patriotten voor een Eernaam aangenomen”. De plateelbakkers maakten overuren met de productie van kleurige sierbordjes met de afbeelding van Willem en Wilhelmina. Ook knippers lieten zich niet onbetuigd. We zien de keeshond, poot in poot met de Franse haan en ook steeds de Vrijheidsmaagd, in losse kledij, speer met de vrijheidshoed in de vuist. (afb 4)

afb 4. Anti – Patriottisch knipsel 18 x 22 cm (Verz. Hist. Museum Rotterdam)

Ze lijkt verdacht veel op de Franse Marianne! Overigens werd de Kees ook wel als een getrimde poedel afgebeeld. (afb 5 ).

afb 5 Poedel met vogelkooi  18 x 14 cm (prive bezit)

Die Hollandse Maagd werd al in de zestiende eeuw als symbool gebruikt en de puntmuts op de lans was een Romeins symbool: de vrijgekochte slaven droegen die Phrygische muts. Vandaar ook dat de Nederlandse Maagd ook door de Orangisten werd gebruikt als symbool van de vrije Republiek. Een aardig voorbeeld is het politieke knipsel van Anna Doratea Schreuder uit 1787; zij woonde in de Amsterdamse Vijzelstraat. Het toont het profiel van Prins Willem de Vijfde (PWDV), maar ook de Hollandse Maagd en de Nederlandse Leeuw. De andere afkortingen zijn onduidelijk, evenals de strekking van het gedichtje:

Wel Adelaar wat is dat ’t zegge
Hebt gy die Schreeuwert genoome uyt zyn hegge
En gebrogt by de Leeuw
Help Kees riep hy met een groot geschreeuw.

De adelaar slaat waarschijnlijk op de Koning van Pruisen; de schreeuwert lijkt aan de kant van de Kezen te staan.

Anna maakte het jaar daarna nog twee knipsels, waarvan een met de tekst “Oranje zal bloeie zolang de werelt staat, WDVPVO.”

De Patriotten steunden de Franse inval in de Republiek in 1794 en toen was voor de vluchtelingen de kust weer vrij. Men danste rond de vrijheidsboom en de Oranjeklanten moesten zich een tijdlang rustig houden. Toch durfde Gerrit Konsé het in 1798 aan om portretten van Willem en Wilhelmina te maken “konstig in Papier uitgewerkt”. Na verloop van tijd hadden echter veel Patriotten hun bekomst van de Fransen.

Joke en Jan Peter Verhave

afb, 6, extra foto