Categoriearchief: letter P

Postma-Tideman, Johanna Petronella Gerarda

Hans Postma-Tideman, Klaten, Ned. Indie 1909- 2001 Heijen

Hans begon met knippen -voor haar kinderen- in de veertiger jaren. Lever, Jantje III en Irma Kerp waren haar voorbeelden, maar ze ontwikkelde een heel eigen stijl. Ze gebruikte Bijbelse onderwerpen en spreuken (de letters getekend op de achterkant, met behulp van een spiegel). Zelf vond ze dat het allemaal niet veel voorstelde (in vergelijking met wat anderen in de Knipkring Nijmegen maakten).

Ze trouwde in 1933 met Eise (Boy) Postma, predikant, laatstelijk in Gennep. Tot in de oorlog werkte ze als verpleegster in Delft, Rotterdam en Den Haag.

Literatuur

Pater, Jolanda de

Jolanda de Pater,  Alphen ad Rijn 1963-2010 Alphen ad Rijn

Jolanda is omstreeks 1981 aan het knippen geslagen en ontdekte in 1983 de pas opgerichte knippersvereniging. Ze werd eerste  in een competitie van het Nederlands Centrum voor Ambachten voor jonge knippers, met een werkstuk “De Zaaier”. Ze ging kunstgeschiedenis studeren, maar hing haar kniptalent toen al aan de wilgen. Toch stuurde ze voor de tentoonstelling Schaarkunst II (NOM 1988) twee werstukken in. Ze trouwde met Steven Braat.

Literatuur

  • Knip-Pers 1984-1

Prior, Johannes (Jan)

Johannes (Jan) Prior, 1738-1793, Arnhem, Borculo
Stadsrentmeester van Borculo. Trouwde 1) Johanna Derkjen Cobus, 1758; 2) Johanna Vunderink, 1761. Hij knipte in 1777 een wapenknipsel Borculo uit wit papier met spichtige bloemen op oranje achtergrond en plakte het op het rekeningenboek van de stad.

Prijs, Neeltje

Neeltje Prijs, Neck 1803 – 1863 Purmerend
Geboren in het dorpje Neck, gem. Wijdewormer, als dochter van Cornelis en Antje de Jong. Cornelis was timmerman en ze was dus niet een “boerendochter uit de Beemster”, zoals is beweerd. Neeltje trouwde in 1829 met veehouder Huibert Eenhoorn, Purmerend, die al in 1830 overleed. Zij zelf is gestorven te Purmerend.
Zij had haar schaar aan een zilveren ketting en maakte reusachtige taferelen, papierapplicaties van gekleurd, uitgeknipt sitspapier, uitgewerkt tot in de kleinste details. Mogelijk heeft ze enige tijd als bedlegerig patiënt aan zo’n stuk gewerkt. Zij heeft getracht haar knipkunst over te brengen op haar nichtje Crelisje Prijs, wat echter niet gelukt is. Want als Neeltje knipte lagen haar hondjes die zij aan een zilveren ketting om haar middel had in een halve cirkel om haar heen en Crelisje was bang voor de hondjes.

Van Neeltje zijn de volgende stukken bekend:

  • De doortocht van Z.M. Willem den Tweede, Koning der Nederlanden door de gemeente Wijde-Wormer den 6 Augustus in het jaar 1842 (dat ze maakte in 1845; 59 x 112 cm).
  • De doortocht van Z.M. Willem den Tweede, Koning der Nederlanden, door de Stad Purmerende, langs een gedeelte der Koemarkt, op den 6 Augustus, in den jare 1842 (gemaakt in 1848); 1 x 2 m. In 1964 werd het geveild door Mak van Waay voor ƒ2600. Huidige verblijfplaats onbekend
  • Kanaal Gezigt tusschen Buiksloot en Purmerend (1850): de brik “Nooijt Gedagt” en de bark “Nederlans Welvaren” passeren elkaar in het Noord-Hollands Kanaal. Een Nederlandse brik Nooijt Gedagt (in verschillende schrijfwijzen) heeft in de jaren vijftig van de 19e eeuw niet gevaren (info Stichting Maritiem Historische Data). De scheepsnamen zijn dus aan het brein van Neeltje Prijs ontsproten.
  •  IJsvermaak op een Amsterdamse gracht.(omstreeks 1850). Dit stuk van 1,20 x 2 meter was eigendom van S.E. Hamburger te Alkmaar, die het uitleende voor de internationale tentoonstelling van ijssport te Dresden in 1911. Het staat afgebeeld in het geïllustreerd tijdschrift De Prins van 1911. Huidige verblijfplaats onbekend.
  • Het Wintergezicht langs de Beemster Beurs te Purmerende (1851). De oude vaarweg Where (nu gedempt) heeft hier een stevige ijsvloer, waarin bijten zijn gehakt, toen verplicht ter bestrijding van een eventuele brand. Erin vastgevroren, herkenbaar aan de korte mast, ligt de trekschuit op Hoorn, via Oosthuizen. IJspret met schaatsers en acht arrensledes met passagier en paard ervoor zijn afgebeeld. Op de voorgrond de Bierkade, aan de overkant de Beemsterbeurs, beide met kijkers. De huizenrij begint met een apotheek, de diligence staat voor herberg ‘de Vergulde Roskam’. Rechts een gietijzeren ophaalbrug over de Beemsterringvaart, juist de hoek om vóór de Beemsterbrug heet het Beemsterburgwal.
Collectie
  • Edams Musem, Edam
  • Zaans Museum, Zaanstad
  • Purmerends Museum, Purmerend
  • Particulier bezit
Literatuur

Poth, Hendrik van der

Hendrik van der Poth, Delft 1763-1838 Den Haag
Hendrik was getrouwd met Johanna Christina Muncker; Hij was adjudant Bataillon Gewapende Bataafse Burgerwacht en schreef verslag in 38 kaarten van de inval van de Engelsen en Russen bij Callantsoog in 1799. Frontispice met afbeelding van twee gewapende burgers in een decor van bloemen, vlinders en honden. Ook een Boerenbedrieger met bladen met manoeuvres, ca. 1799-1803.
Woonde in Delft en werd later bode van Den Haag en ambtenaar Koninklijke Bibliotheek. Schreef een stadsgids voor ’s Gravenhage (1832).
Hij knipte asymmetrische bloemen en banderollen voor bruidspaar O. (1804) en voor hun eerste kind (1805). De tekstlinten en bloemen zijn met potlood ingetekend of aangezet. Ook maakte hij een huwelijksknipsel voor CLG en MTB 1804.

Collectie
  • Westfries Museum, Hoorn
  • Museum van de Vrouw, Echt

P., I.S.

I.S.P., 18de eeuw
Maker van een aantal zeer opvallende vogelportretten, uilen of papegaaien op een tak van de granaatappelboom. Ook aangeduid als E.S.P.

Collectie
  • Fries Museum, Leeuwarden
  • Westfries Museum, Hoorn

Pigeaud, Daniël

Daniël Pigeaud,  Rotterdam 1703-1779, Rotterdam
Hij maakte voor het Rotterdams kunstgenootschap van dichters “Natura et Arte” o.a. een snijwerk met de namen van de leden. Daarvoor kreeg deze “kunstrijke jongeling” een lang gedicht als Eerkroon. Werk van hem was te zien op de tentoonstelling van oudheden te Delft, 1863. Pigeaud trouwde  in 1729 met Anna Havelaar en staat vermeld als koopman.

Literatuur
  • Henk van Ark (1987), “Zeer uitstekende kurieuze stukken van papier. Rotterdamse papierknip en snijkunst 1650-1900.
  • Papyria 3, 2012