Hans Postma
Nu we met de vereniging aan een nieuwe decade beginnen is het misschien een goed moment om een ‘nieuw’ aspect aandacht te geven. Een aantal van onze leden is gezegend in jaren en niet pas via de ijver en publiciteit van de vereniging in de afgelopen 10 jaar verknipt geworden.
Samen met het bestuur hadden wij het gevoel dat het interessant is om een aantal oudere leden te bevragen over hoe zij aan de knipperij zijn geraakt. Daaruit kunnen we leren hoe individuele knippers en de vereniging elkaar beïnvloed hebben. Voor sommigen van hen werd de vereniging een welkome stimulans, anderen werden een stimulans voor de vereniging!
Wij interviewden de nestrix van de Knipkring “kniprijk Nijmegen’, mevrouw Hans Postma. Na deze eerste aflevering willen we het stokje overdragen aan andere Knipkringen, in de afwachting dat ook zij hun senioren in het zonnetje zetten.
In hun huis aan de rand van het Brabantse dorp Heyen aan de Maas woont Hans Postma-Tideman samen met haar echtgenoot Boy, omringd door boeken, schilderijen, mooie dingen van alle tijden en een tuin vol bloemen.
De oudste knipherinnering van Hans is dat zij op 5-jarige leeftijd, wonende in Soerabaja, een poesje geknipt heeft dat vervolgens naar grootmoeder in Nederland gestuurd werd. De boot met deze post is getorpedeerd en dit eerste knipseltje is verloren. Hoewel haar moeder poppetjes aan elkaar knipte, heeft Hansje toen het knippen niet verder voortgezet. Maar haar schoolschriften werden van achter naar voor met tekeningen gevuld, waardoor ze vaak maar half voor werk beschikbaar bleven. Tekenen heeft ze haar leven lang graag gedaan.
Volwassen in Nederland heeft een lezing van W.Tj. Lever de aanzet gegeven tot een interesse voor de knipperij; er werd echter nog niet meteen geknipt.
Voor haar vijf kinderen heeft Hans een levensboek gemaakt. Eind veertiger jaren maakte ze voor elk van hen een knipsel; zelf noemt ze deze knipsels ‘uitgeknipte tekeningen’. (afb. 2 en 3) Kennelijk heeft Lever in die tijd ander werk van Hans onder ogen gehad, want hij noemde haar in een van zijn artikelen een veelbelovend talent; zij kan zich dat overigens niet herinneren.
Als domineesvrouw werd Hans belast met het leiden van de kerkelijke jeugd en ze werd ook leidster van de padvindsters. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen volgde zij in Arnhem, in het Openluchtmuseum, een ‘mooimakersweek’. Dit betekende contact met een tweede belangrijke knipper uit die tijd: Hil Bottema. Nadat zij aan Hil enthousiast had verteld een lezing van een meneer Lever gehoord te hebben en dat die zo mooi kon knippen, heeft Hil niets meer tegen haar gezegd! Hans vond er overigens niet veel aan om potten met bloemen à la Hil te moeten maken.
Op een keer bleef een knipseltje, door Hans gemaakt en gebruikt als bladwijzer, in de trein liggen. Tegenover haar had een meneer gezeten, vermoedelijk Lever, want later tijdens een bezoek aan Lever’s museum zag Hans haar knipwerkje (een kruis en doornenkroon) terug in Westerbork. Jammer genoeg was Lever er toen niet om het hem te vragen en ze heeft het ook niet belangrijk genoeg gevonden om nadien nog contact te zoeken.
Behalve het werk van Lever heeft Hans de vroege knipsels van Jantje III bewonderd, op een tentoonstelling in Hoorn in 1974. Haar eigen knipsels van na die tijd zijn er duidelijk op geïnspireerd. Vanuit het boekje ‘Leer knippende zien’, van mevrouw I.G.L. Kerp, is het actieve knippen begonnen.
Door een ander toeval heeft ze ‘haar vorm’ in het knipwerk gekregen. Een groot warenhuis hield uitverkoop van zwarte, ovale lijstjes; Hans kocht er veel en heeft er goed gebruik van gemaakt. Er wordt niet zomaar geknipt. Er moet een uitgangspunt zijn. Liefst een spreuk, waarbij de favoriet voor Hans, die herhaaldelijk zegt slordig te zijn, is: “My home is clean enough te be healthy and dirty enough to be happy”.
De spreuk wordt in de rand geknipt, er komen spiegels aan te pas om de letters goed te krijgen; een enkele keer wil er nog wel eentje verkeerd-om staan. Heeft ze de spreuk eenmaal en is er een schets gemaakt met het ontwerp, dan wordt er meestal aan een stuk door geknipt, dat is het fijnste deel. Haar voorstellingen zijn levendig en de symmetrie wordt vaak doorbroken. Daarna komt het opplakken, wat ze nog steeds afschuwelijk vindt, maar een onbedoelde rimpel draagt bij aan haar stijl. (afb. 4)
Hans is een bescheiden vrouw, volgens eigen zeggen schuchter ten opzichte van onbekenden. Wetende van een knippende mevrouw in het nabije Malden heeft Hans nooit de moed gehad zich bekend te maken. Wel is ze lid geworden van de vereniging en heeft de eerste lustrumbijeenkomst in Arnhem bijgewoond. Omdat wij binnen de Nijmeegse Knipkring iemand hebben die uitstekend contact kan leggen, kon Hans ons toen niet meer ontlopen. Hans zegt dat de kennismaking met de Nijmeegse knippers bij haar een minderwaardigheidsgevoel deed groeien. En dat voor iemand die zó een eigen weg heeft gevolgd. Het is voor ons allen herkenbaar om tegen een andere knipper te zeggen: “o, wat ik maak stelt niet zoveel voor”…. en het duurde even voor ze met haar eigen werk voor de dag durfde komen. Veel kon ze niet laten zien, omdat het weggegeven was. In de Kring leerde ze van elk nieuw knipsel een fotokopie te maken.
Hans is een fijn lid van de Knipkring, leergierig en bescheiden. Zij heeft voor ons de mogelijkheid tot exposeren in het streekmuseum in Gennep geschapen in 1991 en daar hingen op een ereplaats haar Gennepse ponymarkt, het Gennepse stadhuis en het oude kerkje van haar man. (afb. 6)
Ter gelegenheid van haar gouden huwelijk wilde Hans voor ieder kind en kleinkind een cadeautje maken. Knippen duurde te lang, een cursus Hindeloper schilderwerk bood uitkomst. Heerlijk om te doen, volgens haar zeggen, zeker als je niet zo precies bent. Als het je niet zint, verf je er gewoon weer overheen.
Dit jaar mocht zij samen met haar man hun 60-jarig huwelijk vieren. Ter gelegenheid hiervan is er niet geschilderd, maar geknipt. Het vignet voor de kaart en de bladwijzer, die iedere gast mee naar huis kreeg.
Joke en Jan Peter Verhave