Categoriearchief: publicatie

In memoriam Marie Wieten , Knip-Pers 1998-2

“Love will find out a way’

Veel bekenden van Marie Wieten uit Den Burg op Texel zullen geschokt zijn door haar plotselinge overlijden op tweede Pinksterdag, op 63 jarige leeftijd.

“Veel bekenden” zo begint ze zelf haar verslag van de Contactdag in Woerden, op pagina 8. Velen van ons hebben haar daar dit voorjaar nog ontmoet, misschien ook tijdens de cursus in Orvelte of hebben met haar samengewerkt in de Knipkring voor hun aandeel in de Atelierroute.
Tot het laatst toe actief en vol plannen, zond zij enkele weken geleden het prachtig handgeschreven verslag van de Contactdag in en naar aanleiding daarvan spraken en groetten wij elkaar – niet beseffend – voor het laatst. Zij sloot bij het verslag een hartelijke en bemoedigende kaart in met daarop de twee in dit formaat en in deze formatie geknipte duiven.
Met haar positieve inbreng op veel vergaderingen prominent en toch zo bescheiden aanwezig, wist ze met overtuiging, humor en milde kritiek uiting te geven aan creatief meedenken om tot oplossingen te komen. Haar lijfspreuk “Love will find out a way”, bovenaan het overlijdensbericht, werkte als een rode draad door in alle facetten van haar leven.
Haar speelse geest was vindingrijk en wist de juiste, soms kleine accentjes te leggen. Die vind je terug in haar knipwerk. Je kon uit alles een zoeken naar nieuwe dingen opmerken. Haar originaliteit en spitsvondigheid in woord-én-beeld uitten zich niet alleen binnen onze knipperswereld. Zij nam in het ‘overzeese gebiedsdeel’, zoals zij Texel noemde, ook in veel andere organisaties deel binnen kerk en maatschappij.
Wat onze vereniging betreft konden wij met elke bijdrage van haar blij zijn en met een gerust hart het resultaat afwachten. Of dat nu ging om een verslag, een knipsel of een artikel in de Knip-Pers: ze wist er iets bijzonders van te maken, veelal versterkt met een knip-oog.
Niet in de laatste plaats wil ik haar meesterlijke, bijdragen aan onze Kattenfonie noemen: niet meer weg te denken, een méérwaarde voor een gezamenlijke uitgave van onze vereniging. Die vele, vele bekenden zullen haar in menig opzicht enorm gaan missen. Haar stimulans alleen al, tot het zélf zien en doen, het ontdekken van eigen wegen. Onze dankbaarheid en het grootste eerbetoon aan Marie Wieten zou zijn dat er nieuwe fakkeldragers komen… met juist die door haar zo benadrukte doelstellingen hoog in het vaandel. Ter bevordering van haar grote passie, de liefde voor de knipKunst.

Pinksteren 1998
Deze pagina, gereserveerd voor Pinksteren, kreeg plotseling een andere Pinkster-invulling. Op tweede Pinksterdag, het feest van de Heilige Geest, de trooster, het feest van vrede en medemenselijkheid, overleed Marie Wieten.
Haar favoriet, haar vignet haast, was het knippen van een vogel, een duif, symbool voor Pinksteren en symbool voor de vrede.Tijdens de vesperdienst ter nagedachtenis aan haar hing dan ook de duif centraal, als het symbool van troost en vrede, in de kerk. De duif die zij naar zo “veel bekenden” uit zond…
Wij hopen dat haar man Jan en hun (klein)kinderen grote troost putten uit een schat van herinneringen aan deze in veel opzichten zo bijzondere en mededeelzame vrouw, die wij als vereniging dankbaar blijven gedenken.

Namens de leden, bestuur en redactie,
Magda Helms

De zonnewijzer geknipt, Knip-Pers 1990-3

Tijd en wijle….
Als je in de vakantie papier, schaar en potlood bij je hebt, weet je nooit wat je zal inspireren tot knippen. Onverwachts vonden wij in de Franse Hautes Alpes op briefkaartenstandaards overal kaarten van zonnewijzers. Achterop stond in welk dorpje de afgebeelde wijzer te vinden was. Maar waar precies?
Met tien kaarten stippelden we onze eerste tocht uit door het mooie dal van de Ubaye. Leuke ontmoetingen en teleurstellingen wisselden elkaar af. Lang stonden we stil als we zo’n stukje volkskunst ontdekten. Ook op onze volgende twee tochten bleek dat er intussen wel eens een kerk of boerderij was afgebroken, wat niet achterop de stond! Dankzij een actief behoudend genootschap (een soort Heemkundekring) is er een boekje verschenen bij de VVV in Barcelonette. Daarin lazen we dat de zonnewijzers niet alleen de tijd, maar ook een tijdperk van aanbrengen en schilderen aangeven. Soms was er een omlijsting van ge schilderde draperieën, een adelaar en gestileerde bloembakken in het Empiretijdperk. Later in de tijd bracht men bovenop een Gallische haan aan in veel kleuren.

Enie Wesseldijk, 22 x 18,5 cm

U begrijpt het wel: daar kwam een knipmotief van. Omdat ik niet zo goed ben in letters en cijfers, koos ik een zonnewijzer met niet al te veel tekst! De Latijnse en Franse teksten, die veel dorpelingen niet hebben kunnen lezen, ma ken mensen attent op het nabije uur van hun dood en raden aan de jaren daarvóór goed en niet in zonde te besteden. Wij zagen ook “gerestaureerde” zonnewijzers, die modern met strakke lijnen en eenvoudige versiering overgeschilderd waren. Als nieuwjaarskaartje heb ik er zelf ook een uitgedacht en geknipt. De vogel er bovenop herinnert aan wat hij gemeen heeft met de tijd: beide vliegen.

Enie Wesseldijk-Bedijs.

Vakantie-Impressie, Knip-Pers 1988-1

Enie Wesseldijk, 6 x 11 cm

Het is moeilijk om in woorden uit te drukken wat zo’n vakantieplaatje maken voor me betekent. Ik beleef er veel aan. In de vakantie gaat steevast een dun schetsblok met velletjes knippapier mee en een zakje met schaartjes, potlood, gum en lineaal. Onderweg inspireert altijd wel iets tot het maken van een eigen vakantiesouvenier. Zoiets heeft een heel andere herinneringswaarde dan een doos vol dia’s. Het is als het ware je vakantie in een papieren notedop.

Twee jaar geleden kreeg mijn man helaas onderweg na drie weken hoge koortsen. Hij lag vele dagen ziek, moe en slaperig in onze kleine caravan bij 27°. Ik kan niet chaufferen, dus we beleefden dagen van isolement, ver van winkels en 1200 km van huis. Alle vakantiegevoel ebde weg en dan zijn zomerdagen lang. Onder een noteboom van de camping installeerde ik me aan een tafeltje met knipbenodigdheden. In mijn schetsblok ligt altijd een stel kaarten die ik ooit eens toegezonden kreeg en waarvan ik denk: wel leuk 16×11 cm om eens een knipsel van te maken.

Voor een vakantieknipsel ontbrak me elke inspiratie. Al jaren had ik een kaart met kleurige reproduktie van een tekening van Picasso bewaard: een boeketje piekige bloemen door een hand gegeven aan een uitgestoken, ontvangende hand. Bloemen geven of krijgen vind ik een fijn gebaar tussen twee mensen, al is het maar één roos of een bloeiende tak. Na enkele dagen kwam er een nederlands echtpaar stilstaan bij mijn tafeltje. Bescheiden informeerden ze: “We zien u steeds aan het werk; waar bent u toch mee bezig?” Juist was ik doende handen te knippen met bloempjes die we eerder op onze tochten hadden gezien. Een variatie op Picasso’s boeket. Er ontstond een prettig gesprek over de mooie omgeving, wilde bloemen en onderweg kreatief zijn. Ook over mijn zieke man. Het doet goed om even in je eigen taal met landgenoten te kunnen praten. ‘s Avonds onderbrak nog een nederlands echtpaar zijn avondwandeling bij mijn tafeltje. Er ontspon zich een heel ander, ook weer prettig gesprek. Weg ging dat gevoel van geïsoleerd zijn.

Enie Wesseldijk, 25 x 11 cm

De volgende dag werd ik mee gevraagd te gaan boodschappen doen in een supermarkt van een stadje op 15 km van onze paradijselijke, maar afgelegen camping. In zulke dagen heb je weinig eetlust, maar bij brood alleen kan je dan toch ook niet leven.
Hoewel de franse dokter adviseerde dat de zieke in eigen land verder zou behandeld worden, stelde de ANWB slechts chauffeurshulp in het vooruitzicht als de zieke koortsvrij zou zijn. Zo stonden we nog acht dagen in de boomgaard, dagen waarin de gesprekjes met de landgenoten lichtpuntjes waren.

Ineens kreeg het aan Picasso ontleende knipmotief nog meer zin. Toen na enige dagen beide echtparen hun vakantietocht voort zouden gaan zetten, ben ik hen bij hun caravans gaan bedanken voor hun meeleven, gesprekken en hulp met voor elk paar een dubbele wenskaart (van schetsblockpapier), waarin een rood knipsel van een boeketje wilde bloemen, dat van de ene hand in de andere overgaat.

Daarna volgden genoeg dagen om toch nog iets, te knippen als souvenir van de vakantieweken voordat mijn man ziek werd.
De omlijsting bestaat uit wilde bloemen die we onderweg gezien, herkend of in de flora opgezocht hadden. Binnenin links staat een heel oude boerderij van gestapelde stenen met omringend erf, die we zagen op de Causse de Sauveterre, een boeiende hoogvlakte op 100 km van de Middellandse Zee. Rechts ons moderne rijdende huisje, dat op de camping van Brousse stond tussen rotsblokken en eikenhakhout met veel vogels erin.

Wat was ik Joke Verhave dankbaar, dat zij me ooit les heeft gegeven over hoe je je kan uitdrukken met een schaartje In het papier!

Enie Wesseldijk-Bedijs.

 

In memoriam Ernie Wesseldijk-Bedijs, Knip-Pers 1995-1

10 Januari is overleden Enie Wesseldijk-Bedijs, lid van onze vereniging vanaf het eerste uur. Zij was een vrouw die haar tijd welbesteed heeft Zij heeft zich in dienst van de medemens en de bewustwording van de vrouw gezet. Daarnaast bedreef ze met veel plezier de genealogie en bekwaamde zich in ‘oudschrift’.

In 1978 zocht Enie er nóg een tijdsbesteding bij die haar voldoening zou geven, waar ze anderen een plezier mee zou kunnen doen en die met het klimmen van de jaren mogelijk zou blijven. Enie kwam bij mij op kniples. Ze knipte trouw de opdrachten, maar zodra die te veel in een traditioneel keurslijf stonden, ging het haar niet van harte af; liever werkte ze vrij en eigenlijk zijn al haar knipsels een verhaal.. Ook vond ze het vaak te beperkt om met effen papier te werken: oude kalenderbladen verknipte ze met plezier, waarbij de verschillende, kleuren een functie kregen in haar knipsel.

Regelmatig was ook een artikeltje van haar hand in de Knip-Pers te vinden. Door ziekte van haar man geïsoleerd op een kleine, camping in Frankrijk zagen mensen Enie knippen, kwam er contact met landgenoten, lichtpuntjes zoals ze zelf schrijft (Knip-Pers 1988-1); zonnewijzers in het Franse land wist ze nog wijzer te laten stralen (Knip-Pers 1990-3), ook bemachtigde ze historische knipsels uit haar familie en liet ze ons delen in haar genealogische speurwerk (Knip-Pers 1991-3).

Met haar rijke geest en grote kennis was zij duidelijk aanwezig in ons midden. Enie knipte. voor de Nijmeegse Knipkring het vignet. Daarmee gaf ze onze groep een stempel, dat wij waardeerden en dat ons nu nóg liever zal zijn Als ik het vignet nu bekijk zie ik er veel van Enie zelf in terug. Ze sloeg gemakkelijk een brug tussen mensen, steevast begon zij het gesprek op een Contactdag met: “Heeft u een grote reis moeten maken om hier te komen?”
In het woelige water onder die brug zie ik haar leven, dat de nodige golven het hoofd heeft moeten bieden. Maar de zon beschijnt de golven: Enie had de wil en de courage om het goede te zoeken en te accentueren.

Zij was een trouw, actief lid. Een vrouw die een bouwende en kritische, maar bovenal stimulerende inbreng had; ze toonde grote belangstelling en genoot van een gesprek over een gedeelde interesse.
De vereniging moet haar schijnbaar eenvoudige, oprechte inbreng in de leden vergadering missen, zo ook de Nijmeegse Knipkring. Maar meer gaan mijn gedachten uit naar haar man, die zonder zijn levenskameraad staat. Ik wens hem troost en kracht toe, om met zijn kinderen in dit verlies vrede te vinden. Het levensmotto dat zij onder de brieven aan haar kleinkinderen schreef, luidde: “Voel je vrij op je eigen weg en ga die met blijdschap en vrede van binnen”.

Het is fijn dat wij haar hebben leren kennen; met haar motto kunnen ook wij op onze weg voort.
Enie, à Dieu,
Joke Verhave.

Knipsels door Enie Wesseldijk.

To van Waning knipt 40 jaar, Knip-Pers 1988-4

Frouke Goudman-Cupido

“Je heb wat aangericht in mijn leven, je hebt met begeistert!’

Na het behalen van de akte voor handenarbeid in 1948, maakte To van Waning op de ‘Mooimakersweken’ in het Openluchtmuseum in Arnhem voor het eerst kennis met de papierknipkunst. Op die Mooimakersweken werden cursussen gegeven in versieringstechnieken, waaronder papierknippen, onder leiding van Hil Bottema. Met mevrouw Kerp-Schlesinger, die tot haar overlijden in november dit jaar aktief bezig bleef, was Hil Bottema waarschijnlijk een van de weinigen die naast lezingen ook cursussen gaf in papierknippen.
In 1963 nam To het geven van cursussen en lezingen over en toen Hil in 1968 overleed, vermaakte zij ook haar knipwerk aan To. Daarmee erfde To niet alleen haar werk maar ook het enthousiasme van Hil. Op een van haar cursussen in Alkmaar ontmoette zij -de zo door Hil genoemde- Jantje III, mevrouw de Jong-Brouwer uit Sneek. Door de levendige communicatie die hieruit ontstond, werd het plan gesmeed gezamenlijk een boek over de papierknipkunst uit te geven. Door het overlijden van Hil Bottema is dit plan nooit verwezenlijkt.
To heeft over het hele land verspreid cursussen en lezingen gegeven en daarmee techniek en principe -als voorstander van het symmetrische en decoratieve knippen- ver uitgedragen. Ook maakte zij graag de met persoonlijke gegevens erin verwerkte gelegenheidsknipsels voor jubilea, geboorten en huwelijken en nam deel aan verscheidene exposities. Naast deze bezigheden wist ze internationale contacten te leggen met knippers in Zwitserland en de Verenigde Staten, hetgeen van belang is geweest voor de papierknipkunst in Nederland.
Op de nogal eens gestelde vraag hoe ik toch aan die voorliefde voor het papierknippen kom, kan ik niet anders antwoorden dan dat -na enige gereserveerdheid van mijn kant- To me totaal begeistert heeft. De gevolgen waren niet meer te overzien, ze heeft wat aangericht in mijn leven.
Uit de volgende reakties kunt u lezen hoe haar werk en cursussen ook bij anderen zijn overgekomen, vanaf het sneeuwklokgelui tot het huwelijkssluitstuk met de toost op Arie Roemer en Antje Wijn!

Meta van Werkhoven

 

1.
Lieve To, In 1969 kwam je ettelijke keren in je karretje hier heen om aan ± 20 lui les te geven. Altijd enthousiast peuterde je leuke dingen uit niets vermoedende mensen. Bij de eerste les liet je ons sneeuwklokjes knippen. Botanisch een flop! Bij de herinnering aan 40 jaar knippen gaat hierbij een bosje van deze bloemen. Ik wil je ook nog zeggen hóe tentoonstelling in Zandvoort trots ik was om op de naast je te mogen hangen! het ging alfabetisch. Het kon moeilijk anders want Maar toch!
Nog vele fijne knipjaren.
Meta van Werkhoven.

Ans Firet

2.
Ik denk nog steeds met plezier terug aan de gezellige lessen papierknippen van To van Waning. Ze was steeds zo enthousiast dat dit spontaan bij ons oversloeg. De vele informatie in snel tempo verwarde wel eens maar later merkte je toch dat de opbouw van eerst cirkels knippen naar figuren, silhouetten, letters en sterren, je de techniek leert beheersen en het duidelijk wordt dat je zo je eigen kreativiteit kunt ontwikkelen. We kregen zoveel informatie dat je het niet letterlijk kon namaken maar als het wat bezonken was je er toch veel mee kon doen.
To, nog hartelijk dank voor je lessen,
Ans Firet.

3.
Kniples van To, zo’n 20 jaar geleden. Wat ik me herinner is: het vouwen van een puntzak voor de snippers. Heel handig en vooral heel ordelijk.
En To’s enthousiasme. Het klungeligst knipwerkje werd zeer goed bekeken en de maker ervan bemoedigend toegesproken.
Al jaren geef ik kniples aan (vooral) kinderen. Natuurlijk, uitblinkers heb je overal, maar die blinken ook al vaak uit in andere kreatieve vakken. Met knippen is dat een andere zaak. Het is hartverwarmend om mensen, die niet zo handig en succesvol zijn vól verbazing een knipsel te zien openvouwen: “Heb ik dat gemaakt?” -en die dan tevreden zeggen: “Dat heb ík gemaakt!”
Ik herinner me goed hoe het voelde wanneer To met aandacht naar jouw knipsel keek en dat al dan niet terecht bewonderde. Dát heb ik van To geleerd.
Alleen, die truc met dat puntzakje voor snippers is mij nooit gelukt.
Nynke Otten

Aafje de Gee

 

4.
To van Waning…
Wat een enthousiasteling. Je kreeg iedereen aan het knippen en iedereen vond het leuk! Je was niet te stuiten, dus werd het altijd laat. En dan nog je hond, hij hoorde er ook bij en lag de hele avond zoet te wachten in zjjn mand tot jij klaar was.
Aafje de Gee.

 

 

 

Jan Cupido

5.
Beste To van Waning,
Bedankt voor je bemoedigende woorden.
Ik hoop nog eens waar te maken om iets te worden op knipgebied.
Hartelijke groeten,
Jan Cupido

6.
Lieve To,
Weet je nog wel To hoe enthousiast je was toen ik je vertelde van mijn plannen om een vereniging met een eigen orgaan op te richten? Hoe je direkt bereid was een stuk over Hil Bottema te schrijven voor “ons krantje”. Hoe je je inspande om een zo mooi mogelijk resultaat te verkrijgen. Hoeveel goede wenken je me gaf en hoe je me bemoedigde?
Later, toen een en ander echt begon “te lopen”, was je goed genoeg om een artikel voor ons te schrijven over het knippen in Zwitserland of ons ergens over te informeren.
Behalve een perfectioniste, wat betreft knipwerk en publikaties, ben je ook een goede organisatrice, vooral wat betreft het “mensen helpen”.
Je kunt knap lastig zijn, maar je hulp gaat ook heel ver. Heel wat mensen kunnen jou dankbaar zijn in allerlei opzichten. Ook voor je vriendschap, die écht is. Dank je wel To!
Lies Markus.

Atie Willemse

7.
To, Van harte gefeliciteerd met dit 40-jarig jubileum.
Ik denk nog wel eens aan je geestdriftige manier van lesgeven. Na de vierde les dacht ik: ik houd er mee op, wat een gepriegel! Maar nu ben ik blij, dat ik het toch heb afgemaakt want ik zou het plezier van het knippen en de contacten wel zijn misgelopen. Hierbij een beginknipsel uit die tijd. Bedankt dus en ga nog vele jaren zo door.
Atje Willemse.

Suus Houtman

8.
Beste To, Hierbij een blauw knipseltje, gemaakt tijdens de cursus in het voorjaar van 1969! Door een verzoek en instructies van jou, om tijdens een bazar van de Nederlandse Protestanten Bond in Velp te demonstreren, is bij mij, na de cursus, de schaar niet in de kast verdwenen.
Met alle gevolgen:
Meer demonstraties, opdrachten, werken op school, cursussen en werkavonden.
Nu ligt de schaar soms een poos WEL in de kast. Een opdracht dwingt dan weer tot aktiviteit. Op dit moment is een tennisarm me de baas; toch een kleine geknipte bloemenhulde voor jouw jarenlange inspanningen om anderen te inspireren. Ga nog lang zo door!
Suus Houtman.

Mien Schminée

 

9.
To, Hoe vaak zou je na 40 jaar tekenen een potlood hebben geslepen of bij schilderen een kwast schoon gemaakt en bij papierknippen een vel papier hebben dubbel gevouwen om daaruit iets moois te knippen. Dit laatste heeft To van Waning gepresteerd en hoe!! Zij was het – na Hil Bottema – die in de omgeving van Arnhem de papierknipkunst uitoefende. Elders in het land werd ook geknipt maar wie en hoe lang is ons niet bekend. To, proficiat met dit jubileum en ga nog maar rustig door met de knipkunst. Succes,
Mien Schaminée.

 

Wil Ahlrich-Traast

10.
In 1968 kreeg ik les van To op de Volksuniversiteit in Utrecht. De cursus van To was heerlijk: folkloristisch knippen! Nu deed ‘t er niets meer toe hoe de staart van een haan was en of hij poten had of niet. Alles kón je nu  knippen, zonder precies de natuurlijke lijn te volgen. ‘t Gaf een enorme vrijheid. Niet eerst 101 boeken nakijken, hoe zit die staart of dat oog of die poot. Hup de schaar erin, knip een kip. En alles versierd met de karteltechniek. En ‘t effect was verbluffend. We werden dan ook allemaal direkt fans van Jantje III, wat die bij elkaar kartelde, enorm! Sterren en sneeuwkristallen vielen bij honderden uit onze schaar. En we leerden “prenten” knippen, eerst de lijsten en dan wat er in. Zo moesten we onze eerste “huwelijksprent” maken. Het was helemaal niet leuk als de cursus ten einde was, we hadden nog wel jaren met To door willen knippen.
Bedankt To, ik heb ontzettend veel geleerd bij je en ‘t geleerde heel veel gebruikt bij mijn knippersleven.
Wil Ahlrichs-Traast

Miep van Stokkum

11.
To,
Van harte gefeliciteerd met je jubileum.
Nog vele jaren toegewenst in gezondheid en veel knipplezier!
Miep van Stokkum

 

 

M. van Searle

12.
To van Waning…
Ze heeft ons vreselijk enthousiast gemaakt en wist de kneepjes goed over te brengen.
Ze heeft vooral aangezet tot het maken van b.v. huwelijksknipsels en ons ervan doordrongen dat het persoonlijke daarin door iedereen zeer gewaardeerd wordt.
M. van Searle.

Gré van der Maas

13.
To van Waning.
40 jaar knipkunstenares. Ik ken haar 21 jaar. Het begon met de aankondiging in het programmaboekje van de Volksuniversiteit in 1967: Silhouetknippen, in leiding door mevrouw C.A.van Waning-Mijnlieff. Vol verwachting van wat ik te zien en te horen zou krijgen ging ik daar naar toe. Ze liet ons zoveel prachtige knipsels zien en vertelde daar zo boeiend over dat ik besloot om de lessen die ze zou gaan geven, te volgen. Niet lang daarna was de eerste les. Vanaf het begin hadden we (± 10 cursisten) de smaak te pakken. Rijkelijk strooide ze haar aanwijzingen over ons uit, allerlei “foefjes” leerde ze ons. Ze was altijd vol belangstelling voor de knipsels die we maakten. Maar liet nooit iets van haar eigen werk zien. Later zag ik bij haar thuis en op tentoonstellingen de door haar gemaakte mooie en originele gelegenheidsknipsels Nog steeds heb ik plezier van de lessen die ik toen volgde.
Bedankt To, voor alles wat je me leerde.
Gré van der Maas-van Beijeren

14.
Lieve To,
Van harte gefeliciteerd met je jubileum!
Blijf zo doorgaan, je stimulerende kracht heeft al menigeen een steuntje of duwtje in de rug gegeven!
Frouke Goudman-Cupido

Frouke Goudman-Cupido

15.
Lieve To,
Graag sluit ik me bij de waarderende woorden en felicitaties van alle veertien voorgangers aan. Van degenen die we benaderden reageerden er meer dan verwacht, zodat de geplande drie pagina’s uitgroeiden tot vijf; vandaar de vreemde nummering. Toch is het maar een greep uit je meer dan duizend cursisten die jíj, To, een vaak levenslange impuls mocht geven!
Mijn zeven jaar geleden getrouwde paartje Arie Roemer en Antje Wijn – afkomstig van een boerderij uit Alphen aan de Rijn, hij bakker en zij onderwijzeres – sluit de rij van de receptie. Bedankt To, anders waren die er nooit gekomen!
Spijt het u dat u op deze pagina’s geen gelegenheid kreeg To van Waning te feli citeren met haar jubileum? – Op 23 december 1988 ziet de brievenbus van de  Sweelincklaan 1 in Arnhem, er als hieronder afgedrukt uit. Dit knipsel, evenals het kopstuk boven dit artikel, is gemaakt door Frouke Goudman.
Magda Helms-Timmer.

To van Waning, Knip-Pers 1983-3

To van Waning-Mijnlieff (geb. 1924) uit Arnhem kwam in 1948, na het behalen van de acte voor handenarbeid, voor het eerst met de papierknipkunst als zodanig in aanraking. Dat gebeurde op een zgn. “Mooimakerscursus” in het Openluchtmuseum in Arnhem, waar onder leiding van Hil Bottema, allerlei versieringstechnieken werden geleerd, o.a. ook het knippen. Hil wilde To graag als assistente houden, maar aangezien er alleen maar een vacature was op de klederdrachtenafdeling, is zij op die plaats terecht gekomen. Toch heeft To gedurende de 12½ jaar dat zij in het “Rijksmuseum voor Volkskunde, het Nederlands Openluchtmuseum” werkte, ook veel samengewerkt met Hil Bottema, die een zeer inspirerende figuur voor haar was. Na haar huwelijk in 1961 verliet zij het museum. Zij gaf toen hier en daar handenarbeidlessen, maar heeft het kontakt met Hil steeds behouden. Vanaf 1963 geeft zij lezingen met dia’s over de “Papierknipkunst van vroeger tot nu” en cursussen in het knippen. Het: begin hiervan, was het verzoek uit Alkmaar voor een cursus, gericht aan Hil Bottema. Hil wilde dit werk echter aan To overdragen, omdat zij zelf zoveel andere zaken onder handen had. Mevrouw de Jong- Brouwer uit Sneek bezocht deze cursus en hierdoor ontstond er een levendig kontakt tussen Hil en Jantje III -zoals Hil haar noemde- over de knipkunst. Van Jantje III leerden Hil en To weer leuke dingen, die zij op hun beurt weer aan anderen doorgaven. Zij maak ten gedrieën een opzet voor een boek over de knipkunst, maar door het overlijden van Hil Bottema is van een uitgave niets gekomen.

Hil stierf in 1968 en heeft aan To van Waning haar knipwerk nagelaten. To geeft nog steeds veel lezingen en cursussen. Aanvankelijk deed zij dit door het hele land, thans echter hoofdzakelijk in Gelderland, voornamelijk Volksuniversiteit en verenigingen, zoals Plattelandsvrouwen, huisvrouwen, N.C.V.B. en dergelijke. Zij leert de deelnemers de grondprincipes van de kniptechnieken waardoor verschillende effecten ontstaan, waarmee men dan zelf verder kan. To is, evenals Hil Bottema, een voorstandster van het decoratieve symmetrische knippen.. Een specialiteit van haar is het knippen van gelegenheidsprenten voor bv. geboorten en huwelijken, waar allerlei gegevens van de betrokken personen in verwerkt worden De bijgaande illustraties kunnen dit verduidelijken.

De eerste tentoonstelling waar To zelf aan deel nam, was in 1959 in het museum “De Princetuin” in Leeuwarden. Hierna zijn er nog meerdere gevolgd. Leerlingen van To, die inmiddels in de knipwereld ook bekend werden door eigen exposities en dergelijke zijn onder meer Wil Ahlrichs en Loes Ruules uit Utrecht, Gré van der Maas uit Apeldoorn, Miep van Stokkum uit Ruurlo, Nienke Otten en Suus Houtman uit Arnhem en nog vele anderen van de ca. 1100 leerlingen die zij in de loop der jaren heeft mogen lesgeven. To vindt het leuk dat de Vereniging ter bevordering van de Papierknipkunst er komt en de “Knip-pers” verschijnt, waardoor er onderlinge kontakten ontstaan of verstevigd kunnen worden, ook tussen professionals en amateurs, en je op de hoogte gehouden wordt over tentoonstellingen of evenementen in de knipwereld.

Mien Schaminée

  1. Huwelijksknjpse] voor Frans Wackers en Marjan Meyer op 29 september 1972. Zij hadden een botter, de ‘EB 43’. Hij was bij de Paratroepen en is hartspecialist; hun beider hart ging uit naar de bergen (vandaar hart met cardiogram in bergvorm). Ze trouwden in Hoorn, reden beiden paard, enz. (ware grootte 20 cm)

  2. Geboorte] voor de zoon van een fruitkweker. Hun huis heette ‘Het Klokhuis’ en zij hebben bovendien een klok op hun huis. (ware grootte 13 cm)

 

 

 

 

 

3. Verjaarsknipsel voor een kantklosster. (ware grootte 20 cm)

4. Dit geknipt portretje werd gemaakt door Jeanet Speydel Willems en toont To van Waning met haar hondje en haar verzameling: schelpen, stenen, fossielen, hanen, paaseieren en haar favoriete schermbloemen. (ware grootte 7 cm )

Knipsels uit Groningerland, Nieuwsbrief 1997-3

Tentoonstellingen
 In het museum zijn deze zomer twee Groningse exposities te zien.

Tot 15 juni 1997 ‘Knipsels uit Groningerland’ (titel ontleend aan een publicatie van mw E.J. Huizinga-Onnekes in Oud Nederland van 1950), een presentatie van Gronings werk uit eigen museumcollectie. De meeste knipsels zijn bijeengebracht door Lever, maar er zijn ook recente aanwinsten, zoals het knipsel gemaakt voor L. Schotto Rengers, heer van Farmsum, door J. Walrecht in 1764.
Van 8 september tot en met 9 november volgt dan de expositie ‘Uit de koffer van Wiecher Lever’, een tentoonstelling naar aanleiding van zijn tachtigste geboortedag. Uit die koffer komt veel onbekend werk, zoals de verschillende bedrijfsopdrachten en bijzondere familieknipsels.
Het Nederlands Museum van Knipkunst, Schoonhoven.

Knipwerk van Walrecht
Naar aanleiding van de serie artikelen over de Utrechtse knipkunst tentoonstelling van 1946 ontvingen wij van het Zaans Historisch Museum een foto van het knipsel voor Barbertje Taan dat op deze expositie te zien is geweest. Het stuk is gemaakt, zoals in het knipwerk staat, door J. Walrecht te Groningen in 1768. Het bekijken van deze afbeelding maakte ons duidelijk dat wij twee knipsels van dezelfde hand in onze museumverzameling hebben. Allereerst het knipsel gemaakt voor de heer van Farmsum, Lammeraal Schotto Rengers in 1764 dat wij vorig jaar konden aankopen.

Ten tweede een door Wiecher Lever in 1953 vervaardigde kopie van het knipseltje voor Gerrit van Trojen Junior, eveneens uit 1764 [3]. Mogelijk is Walrecht een Gronings knipper geweest en ook omdat het Fries Museum over werk van hem (of haar) zou beschikken willen we graag meer weten over de maker van deze fraaie naamknipsels. Helaas is bij de archieven in Groningen niets over deze knipper bekend.

In Memoriam Freerk v.d. Wal: ’de Printsjeknipper’ Knip-Pers 2014-2

Op 9 februari overleed in Appelscha Freerk van der Wal. Hij was de zoon van Hindrik de printsjeknipper een tijdgenoot van W.Tj. Lever en Hil Bottema. (Zie Knip-Pers maart 1992) Hier in het Noorden, vooral in Friesland was Freerk een bekende knipper die het knippen promootte bij de vrouwenverenigingen of zoals hij zelf zei “frouljusferienings”. Soms wel twee of drie avonden per week. Het liefst vertelde hij zijn verhaal in het  Fries. Hij begon de avond met dia’s en in bloemrijke taal en met veel humor vertelde hij over zijn heit Hindrik, die evenals hij van beroep stratenmaker was en een van de eerste kunstknippers in Friesland. Verder liet hij dia’s zien van antieke en hedendaagse knipkunst, waarna hij een demonstratie gaf van zijn kunnen en tot slot knipte hij op verzoek nog enkele portretjes van de dames. Hierna mochten de dames zelf in actie komen, maar de meesten hadden zoals hij zei “net sa folIe talint”. Hij knipte met een gewone huishoudschaar waar hij de punten extra scherp had geslepen de fijnste knipsels, zo uit de hand. Ook maakte hij veel gelegenheidsknipsels in opdracht. Freerk, ‘de Printsjeknipper’ is 68 jaar geworden.

Door Marietje Jorna-Krol

 

Inventaris in dato 20 February 1796

Inventaris in dato 20 February 1796 voor de inboedel van Hendrik Voerman.

Inventaris van al het geene door Hendrik Voerman in leven Gaarder van den Impost op de Tabak, Groove Waaren, en Gedrukte Papieren alhier, gewoond hebbende op den Eersten van November des Jaars 1795 overleden zijnde, ten huize van Louis Lequesne, op de Prinsengracht, bij de Leidschekruisstraat nagelaten is, welke Inventarisatie is gescheid door mij Anthony Mylius, Notaris en Translateur, behoorlijk aangesteld, geadmitteerd en beedigd te Amsteldam resideerende, ten verzoeken van Hendrik Voerman, woonagtig te Rotterdam en Johannes Ratelband Mitsgaders den Advt Silvester Amilius Verburg, Wonende alhier in Qualiteit als bij appointement van het Committé van Justitie dezer Stad, in dato 24 November 1795 en geregistreerd in het 4e Register van hetzelve Committé folio 144. Gecommitteerd tot Curateuren en Sequesters in den Boedel van wijlen voornoemde Hendrik Voerman, om dezelve te beredden en tot liquiditeit te brengen en deswegens als het nodige te verrigten, en zulks op aanwijzing van genoemde Louis Lequesne en is hetezlve bevonden te bestaan in het volgende, te weten:
Een Mahoniehouten Bureau
Een Tafel Pendule gemaakt door Dutestre a Paris met deszelfs Glaze Stolp;
Henry Quatre en de Coligny van Compositie met een Galze Stolp
Frederik de Tweede te Paard van Compositie met een Glaze Stolp
Het portrait van den overleedenen in Olieverf en in Silhouette
Een gecouleurde Houtten Boeken Kast met twee Gaaze Deuren met diverse Boeken
Een Lavantsche Rok met Pluis
Een Blaauwe Lakensche Jas,
Een Half Lakensche gebandeerde dito
Een Oude Grijze dito,
Een Blaauwe Grijze Overrok
Drie diversche Rokken
Twee Roode Wolle gedrukte Japonnen
Een Chitse dito met een Vestje
twee Cattoenen Vesjes
Twee Zwarte Sattinette Broeken
Een drapde Soye en Zes oude dito diversen
Een Zwart Lakensche Carmesool en twee gecouleurde dito
Twee gebandeerde Fluweele Vesten en Een Zwart Sattyn dito
Twee paar Zilvere Schoen & Twee paar dito Kuit Gespen mitsgaders een dito Strop Gesp
Een paar dito Mouw Knoopjes ieder met een Steentje, drie diversche Ringetjes en Een Pinsbekker Zak Horlogie
Een Blaauwe Lakensche Rok,
Een Zwarte Lakensche dito,
Een Zwart Sattyne Vest
Een dito Gilet
Een gebandeerde vouleurde dito
Een Bruin Lakensch en een Zwart Grijn Carmisool
Een Zijde gevouleurde gebandeerde Gilet
Elf Mans Mutsen diverser
Tien paar Zijde koussen diversch
Negen paar Zayetten dito
Agt paar zo Cattoene als Wolle Koussen
Vier paar Handschoenen diversch
Twaalf boven Hembden
Twaalf Stroppen
Veertien paar Mouwen met Lubben
Vijftien Dassen
Vijf Neteldoeksche Halsdoeken
Twee en Twintig Blaauwe Zakdoeken
Twee Paarsche en Vijf oude dito Diversch
Toen onder Hembden
Zeven Witte Cattoenen Hembdrokken
Een Blaauwe Wolle Damaste
Een Baaye en Een geele Ledere dito
Agttien Servietten
Een Gordel van Rood Vlaggedoek
Zes Paruiken en drie dito Doesen
Twee Hoeden Twee Rottingen
een groene Zijde Paraplue eenige Paaren Schoenen en Twee Paar Pantoffels.
Een Paraquit met twee blikke Kooyen
Vier Comptoir Leesenaars met een Comptoir Balie
Vier dito Bankjes en Stooven
Een IJzere Kaghel en Pijp
Drie Geld Gewichten
Twee Tafeltjes
Een Tafeltje voor Bloemen met diverse Bloem Potjes
Een Carthegiaansche Lamp defect, In Een Vaste Kast
Eenige Boeken en Pacquetten met Papieren mitsgaders Een Deegen met Staal Gevest.
Diversche Boeken Staande op eenige Planken.

Konststukken door den Overleedenen van Papier gemaakt:
Afbeelding van de St. Pieters Kerk te Romen
Idem van de St. Paulus Kerk te London
Idem van het Stadhuis te Amsteldam in zijn geheel, heel uitvoerig met een Papieren Kast.
het zelven in Kleinder formaat op eene Papiere Consolen met Glas overdekt.
Idem van het Gemeene Lands Huis te Rotterdam met een Glaze Kas
Idem van de Nieuwe Hoofd Poort te Rotterdam
Idem van de Beurs te Rotterdam
Idem van de Groote Kerk te Rotterdam
Deze drie in Glaaze Kasten
idem De Lutersche Kerk te Rotterdam met Predikstoel, Kroonen en Banken, etc.
Idem van het Huis van Hoope in den Haarlemmer Hout
Idem van het Stadhuis te Weesp in een Glaze Kas
Een Vesting Werk van Papier in een dito Doos
Afbeelding van een Egyptische Tempel op deszelfs Console met Glas overdekt
Idem van de Graftombe van den Admiraal de Ruiter ut supra
Idem van de Graftombe van Willem den Eersten te Delft ut supra
Idem van de Voorgevel van Felix Meritis ut supra
Zeven Colommen verbeeldende de differente Bouwordens op deszelfs Console met een Glaze Kas
een Monument van Boerhaven
Een dito van Joost van den Vondel
Een Huis van Papier met een beweegend Mannetje aan de Deur,
Een dito verbeeldende Een Hoekhuis met meubilen van Papier van binnen.
de Afbeelding va der Tuin van den Ouden Schouwburg gecouleurd in een Glaze Kast.
Een Moolen Gezigt ut supra
Een gezigt van de Hooge Sluis te Amteldam heel klein ut supra
de afbeelding van den Engelschen Bates met een Paard ut supra
Een Moolen Gezigtje
Twee Braselet Stukjes en
Een dito voor een Ring
de Muiderpoort in het Klein
Twee Kleine Gezigtjes in Papiere Lijstjes
Een Fiool met een Strijkstok en een Dwarsfluit van Papier
Eeen Poort Gezigtje en Vier differente Wapentjes
Twee Geschilderde Wapentjes in Lijstjes
Een Porcelaine Snuifdoos met een Gezigtje van Papier gecouleurd – binnen in het Dekzel
Een Lioneur Keldertje van Papier met Zes Glaze Flesjes en twee kelkjes
Een dito Thee Kistje met drie blikken Doosjes
Een dito Tabak kistje en Een dito Tafel Tabaks Doos
Veertien Papiere Kandelaars en Twee dito Blakertjes
Een Papiere ToverDoos
Vier differende Pleister Beeldjes
en Een dito Groepje in Glaze Stolpen
Zeven Jagtpartijtjes en Vijftien Stuks zo Beeldjes als Beestjes mitgaders een Vaasje van Hout
Zeven Pourtretjes van Gisp en een dito van Lood,
Eenige Differente Prenten in Papiere Lijsten en Sommige met Glas ervoor
de afbeelding van alle de gedeeltens van de St. Pieters Kerk te Romen in Prentwerk en eenige losse Prenten
Een Kist met Papieren Diversche Planken-Kistjes en Kassen tot de Konstsukken behoorende, mitgaders Gereedschappen etc.

Een Recepis uit de Negotie volgens decreet van de Provisioneele Representanten van het Volk van Holland in dato 17 July 1795 ten Comptoire der Stad Amsteldam staande de Naam in Blanco groot Honderd Agttien Guldens in dato 27 Augustus 1795 No 4293
Een dito, groot, Honderd Zestien Guldens in dato 12 October 1795, No 9214
Een Recepis uit de Negotiatie ten behoeven der Stad Amsteldam Ingevolge Publicatie van de Representanten van het Volk van Amsteldam, gearresteerd den 10e en gepubliceerd den 13 julij 1795. Staande aan Toonder groot Vijfen Twintig Guldens in dato 31 Julij 1795. No 1101
Een dito groot Dertig Guldens in dato 16 september 1795 No 5150
Een onderhandsche Quitantie of schuldbekentenis ten lasten van D. Smagge en ten behoeven van den overledenen groot Vijftig Guldens in dato 18 october 1795 om Maandelijks uit deszelfs tractement af te lossen. Vijf Guldens en waar op den 31 October laatsleden bereids Vijf Guldens afgelost is.
Een dito ten laste van de Weduwe W.G. Bouscholten & zoon in dato 17 junij 1791 groot Hondert Vijftig Guldens dog nu Pro Resto groot Agt en Veertig Guldens en Vijftien Stuivers.
Volgens de Reekening Courant van B. van Bemmel Boekhouder van het Comptoir van den bovengemelden Impost in dato 30 November 1795 Competeerd den Boedel van den Overleedenen van het zelve Comptoir de Somme van Twee Honderd Een en Zeventig Guldens Twaalf Stuivers en Twaalf Penningen.
Aan Contanten op het overlijden in diversche  Spetien bevonden de Somma van Twee Honderd Twee en Vijftig Guldens Vijftien Stuivers en Agt Penningen.
De Schulden en Lasten des Boedels mirsgaders de Dood.
Schulden en gegraaffenis kosten worden alhier gebracht…pro memorie Aldus geinventariseerd en bescheeven ter requisitie en invoegen als in den hoofde dezes is gemeld, en verklaarde de Rendante Louis Lequesne ten dien en in de voor mij Notaris-
Compareerende op de hier voorenstaande Inventaris te hebben gebragt en doen Stellen al het geene tot den Boedel van voornoemde Hendrik Voerman eenigszins behoord, voor zo verre hem, bewust is, zonder iets daarvan versweegen ontvreemd ofter kwader trouwe achter gehouden te hebben direct noch indirect belovende indien in het vervolg door hem nog iets mogt woorden ontdekt dat tot den gene Boedel en Nalatenschap behoord, hetgeen hier voren niet is gebragt, zulks insgelijks te zullen op geeven en dezen Inventaris daarmede ten allen tijden te zullen doen beried zijnde de Deugdelijkheid van zijnde gedaane aanwijzing des gerequireerd met Solemneelen Eede te bevestigen.

En is deze Inventarisatie begonnen den Een en twintigsten November des Jaars Zeventien Honderd Vijf en Negentig en voltrokken des Jaars Zeventien Honderd Zes en Negentig binnen Amsteldam, in presentie van Theodorus Jan Brooks en Joseph Osborn als Getuigen.

Bron: Stadsarchief Amsterdam: SAA 5075 inv 15666 akte 86

 

 

 

 

Knipwerk als illustratie II, Nieuwsbrief 1998-2

De tweede boekenpresentatie van dit jaar staat in het teken van het werk van Hans Detlev Voss (1907-1977). Voss illustreerde diverse boeken en brochures met zijn knipwerk, hierover zijn opmerkingen te vinden in het “Grafisch werk van H.D. Voss” van Johan Schwencke (Zaandijk 1951), waarvan nr.30 uit een oplage van 220 zich in onze museumbibliotheek bevindt en in Johan Schwencke’s “Portretten in Silhouetten” (Zaltbommel 1966). Interessant is verder het artikel in het tijdschrift “Vizier” (11 maart 1950) dat door silhouettist Klaas Bakema (1882-1958) aan Wiecher Lever werd toegestuurd. Bakema voorzag dit stuk, dat in deze nieuwsbrief is opgenomen, van niet al te lovende opmerkingen over het werk van Voss, hierover later meer. Schwencke schrijft in 1951 over Voss: “…Hiermede zijn wij tot een andere belangrijke bezigheid van deze kunstenaar genaderd, het knippen van silhouetten. In ruime zin opgevat behoort dit tot het grafisch werk van Voss, weliswaar niet tot dat van een grafische techniek (of toch wél, namelijk die van de schaar?), maar het behoort toch zeker tot de kunst van de lijn, al is deze hier uitsluitend de contour. Hij is met knippen van schaduwbeelden reeds op zijn  tiende jaar begonnen.

Doordat men het maken van zulke figuren en taferelen wel eens spelenderwijs bij Openbare vermakelijkheden kan gadeslaan, zou men geneigd zijn het niet hoog genoeg aan te slaan. Met oefening, handigheid en volharding kunnen velen ongetwijfeld in deze richting iets bereiken. Evenmin als men alleen met die facto ren een waar violist of pianist kan worden, evenmin bereikt men er in de silhouetkunst een waarlijk artistiek peil mede. Het gaat ook hier weer om de vorm. Voss is ontwerper van silhouetten een kunstenaar en hoe kan het anders, wanneer men zijn karakteristieke eigen schappen in aanmerking neemt.

Hij gaat uit van een schetsmatige tekening in spiegelbeeld, die aan de witte achterkant van zwart papier wordt aangebracht. Hij ontgaat daarbij zelfs niet de grootste moeilijkheden, waarvoor hij straks, bij het hanteren van de schaar, zal komen te staan. Wel is hij erop bedacht, dat de prent, eenmaal geknipt zijnde, levendig moet zijn. Wij herkennen daardoor bij figuren de wijze, waarop het haar wordt gedragen, de mode in de kleding en met enige voorkeur toont hij ons mensen uit lang vervlogen tijdperken, met zwierige klederdrachten, hoepelrokken en pruiken.

                                        

(…) Behalve het reeds genoemde “De Muze op Reis” heeft Voss, om nog enkele werken te noemen, voor de Wereldbibliotheek met silhouetten geillustreerd “Michael Kohlhaas” van Heinrich von Kleist en “Maarten Harpertz’ van Potgieter, voor de uitgever Thieme “Geldersch Sagenboek” en “Gijsbrecht van Aemstel” van Vondel voor een Kerstnummer van Panorama. Aan de illustraties van Michael Kohlhaas” is een bijzondere geschiedenis verbonden. De Wereldbibliotheek-Vereniging wenste dit boek als Sinterklaaspremie in 1940 aan haar leden aan te bieden, in een vertaling van Nico van Suchtelen; zij kwam daartoe doordat zij in Oktober 1939 kennis had gekregen van veertig prachtige silhouetten, die door Voss waren geknipt aan de hand van de tekst van dat boek. De vertaling was tijdig gereed. In April 1940 werden de silhouetten voor de tijd van enkele maanden afgestaan voor een tentoonstelling van het werk van H.D. Voss te Rotter dam. Op 14 Mei 1940 gingen zij door het bombarderen van die stad verloren. Reeds enkele weken na die ramp begaf Voss zich naar de uitgever om hem voor te stellen zijn jeugdwerk (hij had de silhouetten reeds vijf jaar geleden gemaakt) opnieuw te knippen. Drie maan den later was het eerbiedwekkend werk, in vele delen zo uiterst fijn, gereed en naar de Wereldbibliotheek getuigde nog “gerijpter” en “in menig détail nog beter dan de verloren silhouetten”. Zijn laatste grote prestatie van deze aard vormt de illustrering van de feestuitgave van “De Witte” door Ernest Claes, ter gelegenheid van diens 65ste verjaardag. Wie de silhouetten van Voss oordeelkundig beschouwt, staat versteld van de kunde en het geduld, waarmee de prenten zijn geknipt. Niet alleen dat een voorstelling tot in rag fijne bijzonderheden tot haar recht komt, niet alleen dat zijn knipwerk technisch schier volmaakt is, hij weet van leven trillende beelden op te roepen. Spelende kinderen, vechtpartijen, brandende huizen, vluchtende honden, veulens, bomen, kantwerk, gezichten die boos kijken door gefronste wenkbrauwen of die lachen door de even geopende mond, ja eigenlijk heeft deze opsomming geen zin, want hij kan alles sprekend ten tonele voeren. Het wonderlijke daarbij is, dat de contour het niet tot uiting gebrachte schijnt op te roepen; men betrapt zich erop de ogen werkelijk te zien, ja het hele gelaat. Menige pentekening geeft minder actie dan deze schaduwbeelden. Deze kunst heeft voor hem bovenal grote aantrekkingskracht door de sterke zwart-wit-werking, een wisselspel, dat eigenlijk alleen in de zelfde sterke mate tot uitdrukking komt in houtsneden als die van een Masereel…“. Overigens vermeldt Schwencke in zijn boek uit 1966 dat Voss door de zwart-wit-werking zijn silhouetten niet geschikt achtte voor het illustreren van kinderboeken. Kinderen zouden liever kleur en detail, en niet het beknopte zwart-wit, zien. Schwencke beoordeelt het werk van Voss in zijn publicaties onverdeeld gunstig, knipper Klaas Bakema heeft er echter weinig goede woorden voor over. Ten dele komt dat waarschijnlijk omdat Voss niet reageerde op een poging van Bakema om, naar aanleiding van het Vizier-artikel, met een, in zijn ogen collega-silhouettist, in contact te komen. Gegevens hierover zijn te vinden in de brieven van Bakema aan Le ver uit de jaren 1950-1952, die zich in ons Leverarchief bevinden. Niettemin zijn er bij het werk van Voss wel kanttekeningen te plaat sen. Door de, zoals Schwencke het schrijft technische volmaaktheid van het werk, zijn de knipsels vaak levenloos, ondanks bv. de beweging die erin wordt gesuggereerd. De kantigheid en hardheid van de figuren werkt daar ook sterk aan mee. Er is daarom vaak juist helemaal geen sprake van “van leven trillende beelden”, maar eer der van technisch knap uitgewerkte kijkplaatjes, waarbij emoties en handelingen veelal worden getoond aan de hand van te dik aangezette gebaren. Dit valt vooral op bij het zien van meerdere afbeeldingen achtereen. Ronduit storend zijn vaak de halfopen monden van vele figuren, vooral bij de geknipte portretten (bv. de familie Westermann) geeft dit een merkwaardig onnatuurlijke indruk, het laatste dat men met een profielportret probeert te bereiken.

Hans Voss werd in 1907 te Sleeswijk (Dld.) geboren. In 1928 trad hij in dienst van de Rotterdamse uitgeversfirma Nijgh en Van Ditmar, sinds 1939 was hij werkzaam als Vrij kunstenaar. In de jaren vijftig emigreerde Voss naar Canada, waar hij in 1977 overleed.

De knipsels van Voss en zijn verzameling devotieprentjes zijn gelukkig bewaard en bijeen gebleven. Zij bevinden zich bij een vriend en verzamelaar te Bussum.

Artikel door Henk van Ark, verschenen bij de tentoonstelling in het Museum van Knipkunst in Schoonhoven van 14  juli t/m 30 augustus 1998.