Irma Gladys Lucie Schiesinger werd geboren in Leipzig op 17 november 1900 en overleed te Bussum op 23 november 1988. Ze werd dus ruim 88 jaar oud. Irma werd tweetalig opgevoed, hoofdzakelijk door haar Engelse moeder, want haar vader stierf toen zij pas anderhalf jaar was. In 1925 trouwde zij met Gustav W.E. Kerp te Madrid, vanaf 1930 woonden zij in Bussum. De oudste van hun twee kinderen is in Madrid geboren, de jongste in Amsterdam.
Leren en jezelf ontwikkelen waren voor Irma Kerp-Schiesinger heilige begrippen en als echte Joodse moeder heeft ze in dat opzicht veel invloed gehad op haar kinderen en (7) kleinkinderen, en niet te vergeten haar schoonzoons. Zelf was ze zeer ontwikkeld, ook op muzikaal, literair en historisch gebied en ze hield veel van beelden de kunst en wist daar veel van. Heel jong begon zij met tekenen, maar dat wilde echt niet lukken en daardoor ontdekte zij het knippen.
Dat kon, volgens haar, iedereen. Ze beschouwde zichzelf als heel verwend en van geen praktisch nut voor de samenleving. Wel had ze veel hooggestemde idealen en ze kon daar fanatiek over redetwisten, maar was erg ontevreden over zichzelf omdat ze die idealen niet in de praktijk kon brengen en de wereld niet kon verbeteren.
Daarom is ze eigenlijk, na W.O.II, begonnen met het verspreiden en bevorderen van de knipkunst. Eindelijk had ze iets waarmee ze wat voor andere men sen en daardoor voor de wereld kon betekenen. De mensen hun eigen creativiteit helpen leren ontdekken, die opdracht heeft ze zichzelf gegeven. Meer dan dertig jaar heeft ze zich met tomeloze energie op die zelf opgelegde taak geworpen en ontdekte dat je daardoor zelf ook een stuk gelukkiger werd. Ze sjouwde stad en land af om lezingen te houden en lessen te geven. Huishoudscholen door heel het land, verenigingen van Plattelandsvrouwen, tehuizen voor daklozen, sjieke bijeenkomsten in Kasteel Oud-Wassenaar, kuuroorden in Duitsland, enz., enz. werden bezocht. Hoe ze dat met haar zwakke lichamelijke conditie voor elkaar kreeg was voor iedereen een raadsel. Wij kinderen waren er echter zo aan gewend dat we niet beter wisten of het hoorde zo en als Moni aan de gang was moest daar alles voor wijken.
Eén van haar sterkste staaltjes dateert uit 1968. Irma was toen 67 jaar. Van de Amsterdamse portretknipper Klaas Bakema had ze gehoord dat hij met knippen een reis naar Indonesië had verdiend. Toen ze dan ook in een advertentie een oproep zag voor “entertainers” op het cruiseschip “Nieuw Amsterdam” vond ze dat ze op die manier best eens naar de USA kon gaan, daar enkele familieleden kon bezoeken en meteen proberen of ze daar geen uitgever kon interesseren voor haar boek. Dat lukte en zo werd ze op haar leeftijd lid van een team van 20! entertainers van allerlei aard en voer naar New York heen en weer. Kniptechnisch was die reis een groot succes. De passagiers vonden ook vooral haar filosofische opvattingen achter haar werk zo interessant dat ze haar lezing steeds opnieuw moest houden. Ook in het Engels natuurlijk. Jammer genoeg is daarvan geen exemplaar bewaard gebleven. Wel is er nog een tekst van een lezing in het Duits die ze in 1958 in het Duitse kuuroord Honnef heeft gehouden. Daarin vertelt ze on der andere over Bakema, Hil Bottema en ook enthousiast over Lever.
Hoewel ze daar niet op uit was, of misschien juist wel daardoor, heeft ze op het eind van haar leven nog veel officiële erkenning gekregen. Een koninklijke onderscheiding en het erelidmaatschap van de Vereniging voor Papierknipkunst. Bovendien zijn van haar boeken tienduizenden exemplaren verkocht.
Door Erik Ennenga.
Dit artikel verscheen eerder in Nieuwsbrief 1996-1 van Stichting W. Tj. Lever.