De stad Rotterdam heeft in het verleden verschillende papierknippers van naam als inwoner gehad. De bekendste zijn wel Gilles van Vliet (ca.1635-1701), Elisabeth Rijberg (overl. 1721) en Jan Kopper (1714-4788). De geschiedenis van de Rotterdamse papierknip- en snijkunst tot 1900 is beschreven in de brochure “Zeer uitstekende kurieuze stukken van papier” die in 1987 werd uitgegeven. Die brochure is al lange tijd niet meer verkrijgbaar, maar ligt bij de tentoonstelling in het museum voor bezoekers ter inzage. De geschiedenis tot het begin van deze eeuw wordt in beeld gebracht middels twee fotopanelen. We zijn er de afgelopen vijf jaar in geslaagd knipwerk en gegevens te achterhalen van vijf papierknippers die voornamelijk in de periode 1900-1940 in de Maasstad werkzaam zijn geweest. Het zijn Klaas Bakema, Bram Bosch, Theodorus van Eck, Wybrand Schaap en Johan Bennik.
Van deze vijf is Klaas Bakema (1882-1958) zonder meer de bekendste. Bakema zag op de markt in Rotterdam in 1915 een Franse silhouettist aan het werk en besloot toen het knippen van profielportretten zelf eens te proberen. Het lukte al direct erg goed en dat heeft er toe geleid dat Bakema altijd, naast een baan als kantoor machinereparateur, silhouetten en andere knipsels is blijven maken. Klaas Bakema kwam in 1950 in contact met Wiecher Lever die als beginnend professioneel knipkunstenaar niet alleen knipwerk uit wit of zwart papier maakte, maar die ook zichzelf het portretknippen had aangeleerd. Uit de periode 1950-1953 dateert een reeks getypte en geschreven brieven van Bakema aan Lever waarin deze zijn levensverhaal beschrijft. Dat verhaal is gepubliceerd in grote lijnen in het vouwblad “Rotterdamse papierknipkunst” nr. 1 (1990).
Schipper Abraham Bosch (1865-1943) was in de jaren dertig een bekende figuur op de schippersbeurs in Rotterdam. Hij vermaakte daar zijn collega’s, die in afwachting waren van schaarse vracht, met zijn knipwerk, grappige verhalen en imitaties. Zijn knipsels waren vaak erg geestig, zo beeldde hij diverse spreekwoorden op geheel eigen wijze uit. Ook had hij oog voor de actualiteit; Bosch knipte bijvoorbeeld de “Terechtstelling van Van der Lubbe’ en de “Sprong van Vlasblom van de Hef’.
Knipsels van Theodorus van Eck (1837-1932) bevonden zich bij de aanwinsten van onze stichting in 1988. Het bleek te gaan om een schenking van juffrouw Lagerwei aan Levers knipkunstmuseum in Westerbork, knipsels die rond 1910 moeten zijn gemaakt. Van Eck was toen ongeveer 70 jaar oud. Enige jaren geleden leverde een artikel in het Rotterdams Nieuwsblad reacties op van familieleden van Theodorus van Eck. Zo kwamen we te weten dat hij in Rotterdam is geboren en overleden, dat hij getrouwd is geweest met Jannetje van den Tol en dat hij in verschillende beroepen werkzaam is geweest. Hij was o.a. wachter aan de Rhijnspoorweg, smid en los werkman. Een kleindochter van Van Eck beschikte over een album met kleine knipseltjes van haar grootvader dat wij mochten bekijken. Op grond daarvan konden we enige knipsels van onbekende hand uit onze verzameling alsnog toeschrijven aan deze papierknipper.
Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in Nieuwsbrief 1994-2 van Stichting W. Tj. Lever.