Mijn hertje, mijn hartje!, Knip-Pers 1997-2

afb. 1, anoniem, hert getroffen door een pijl; het snijwerk is verlevendigd door geprikte arcering. Vroeg 17de eeuw, Particulier bezit

Hieronymus Sweerts maakte en publiceerde in de 17de eeuw een minne-dicht: “Op de Harte- jacht, zijnde een vluchtend Hart, daar drie Jagers achter hert’ waren, zeer curieus in papier gesneden, door Nicolaas van Ravestein”.
Van de knipper (1612-1678) en zijn jachtsnijdsel weten we verder niets, maar de jacht was een geliefd onderwerp in de kunst en kunstnijverheid van vroeger eeuwen. Juist uit de 17de-eeuwse spelling kunnen we begrijpen vanwaar die interesse kwam. Er was niet zomaar een hert in het spel, maar een hart, en wel een meisjeshart. En er waren jagers op haar spoor, die haar wilden raken!

Hoe het precies in z’n werk ging met die jachttaferelen weten we niet. De vrijer kan zo’n knipsel zelf gemaakt hebben, of zou hij iemand die kunstzinniger was dan hijzelf een opdracht gegeven hebben? En zou hij het dan op steelse wijze zijn “hertje” toespelen?

afb. 2, Cornelis van Halmael maakte rond 1648 diverse jachtscènes, die vooral imponeren door het geweldige geboomte; hier jaagt een ruiter met lans en honden op een edelhert, particulier bezit

Misschien ging het wel in alle openheid, vooral naar andere kapers op de kust: “Blijf uit de buurt, dit is mijn buit!”

afb. 3, Omstreeks 1700 maakte Otto van Voorst een jachtprent voor een Delftse jongedochter. Waarschijnlijk betreft het een van de gezusters ‘s Gravesande: Anna (1673-1714) of Johanna Maria (1674-1718). Hun broer Comelis werd vroed schap van Delft in 1724 Particuliere verzameling

Of zou het toen al zo’n gewoon beeld zijn geweest, dat de achterliggende betekenis niet meer echt gebruikt werd? Heeft men soms Psalm 42 op het oog gehad, die begint met het beeld van een hijgend hert, der jacht ontkomen, dat smacht naar frisse waterstromen? Was het een mythologisch verhaal, waaraan men dacht, bijvoorbeeld over Diana, of de volksdevotie over St. Hubertus? Daar moeten volkskundigen zich maar eens over buigen! Wij konden er geen nadere bijzonderheden over vinden. Wel moeten we constateren dat de jacht als genre om af te beelden minder populair werd in de romantische 19de eeuw; men kreeg toen zicht op zoveel andere beelden uit het alledaagse leven: beroepen, huishouden, buitenleven en maakte onder andere huwelijksknipsels met mooie letters. Daarom een aantal plaatjes uit de verschillende tijden, gewoon maar om naar te kijken.

afb. 4, Frederik Hendrik van Voorst maakte in 1723 snijdsels uit perkament, die diverse typen van jacht afbeelden: valkenjacht, zwijnenjacht, hertenjacht en konijnenjacht. Deze knipsels zijn voor deftige echtelieden gemaakt en niet ter gelegenheid van hun huwelijk. Daarom is hier de jacht een teken van stand (particuliere verzameling en Museum de Lakenhal). Ondanks dat we niet over een goede reproductie beschikken, plaatsen we toch deze afdruk omdat het vooral gaat om de tafereeltjes als vlakvulling.

afb. 5, Nog weer iets later in de 18e eeuw moet een heel eenvoudig knipsel worden gedateerd met jagers, honden en herten (Provinciale Bibliotheek Leeuwarden).

afb. 6, Helemaal kinderlijk doet dit hertenprentje aan, uit dezelfde tijd (particuliere collectie.)

afb. 7, Uit de pruikentijd stamt een hertenjacht, op nieuw met honden en speren; daarbij ook een hoornblazer (Nederlands Openluchtmuseum Arnhem).

afb. 8, In de verzameling knipsels van de Leidse Willem Eigeman (1756-1839) komt ook een jachttafereeltje voor (Museum de Lakenhal Leiden). De hertenjacht met lansen is dan kennelijk verleden tijd. Geweren hebben hun plaats ingenomen.

afb. 9 Hendrik Melchior Vockestaert (1794-1840) knipte op ongeveer 15-jarige leeftijd een serie landschapjes en daaronder miste het vanzelfsprekende jachttafereeltje niet, Nederlands Openluchtmuseum Arnhem

Jachtscènes zijn in de 19de eeuw niet meer zo gewild en kennelijk is de bijzondere betekenis verloren gegaan. Het Is geen symbool meer, zeker niet van geheime liefde. Tegenwoordig is de jacht zelfs een omstreden liefhebberij. Jagers willen niet herteloos blijven en hun tegenstanders vinden dat harteloos. Maar in Duitsland bleef de jacht populair en voor kunstenaars een onuitputtelijke bron van inspiratie en ook van spot. Het weideljk en het kritisch faunabeheer zouden de rollen maar eens om moeten draaien en op de hoorns, respectievelijk de korrel genomen moeten worden!

afb. 11, Karl Fröhlich, De jager verjaagd

Joke en Jan Peter Verhave