Een interessante episode uit die honderd jaar is de Tweede Wereldoorlog. In 1944 heeft er een evacuatie plaatsgevonden van burgers tijdens de strijd om Arnhem. De bewoners van het gevechtsgebied werden ondergebracht op het terrein van het Nederlands Openluchtmuseum. Over die periode (30 september 1944 tot 3 augustus 1945) is een knipsel gemaakt, dat Joke, die als vrijwilligster de papierknipcollectie van het Nederlands Openluchtmuseum beheert, binnenkreeg. Dit verhaal gaat over dat knipsel, de maakster en degenen voor wie zij het knipte. Vorig jaar kwam met de post op het Nederlands Openluchtmuseum een knipsel voor het echtpaar Glazema ter herinnering aan hun werkzaamheden voor het Nederlands Openluchtmuseum. Het knipsel is gesigneerd door Hil Bottema, 1945, maar ook zonder deze ondertekening is de stijl van Hil herkenbaar.
Als interim directeur voor het Nederlands Openluchtmuseum werd in die tijd benoemd Pieter Glazema, wetenschappelijk assistent Monumentenzorg. Hij ging in de Zaanse buurt wonen met zijn vrouw Jeanne van Altena. Het echtpaar had geen kinderen en beiden waren druk met de organisatie van een zo goed mogelijk onderkomen en levensbehoeften voor de evacués en voor de bescherming van de eigendommen van het Nederlands Openluchtmuseum. Er werd gezorgd dat er ook een dokter op het terrein woonde. Elke dag kwam een kampkrant uit met de mededelingen waar je eten kon halen, waar op zondag de protestantse kerkdienst was en waar de rooms katholieke. Pieter en Jeanne hebben beiden een dagboek bijgehouden, waardoor er veel over deze periode bekend is.
Het knipsel is eigenlijk een collage, gemaakt met gekleurd of door Hil geverfd papier. Centraal staat de Zaanse buurt waar de Glazema’s in het koopmanshuis woonden. Links en rechts van een stralende zon twee famen die op een tekstband toeteren: ‘vivat Pieter’ en de andere ‘vivat Jeanne’. In een cartouche staat het volgende gedichtje:
Hier in Arnhem aan de Zaan
woonden Pieter en zijn Jeanne
die terwijl de oorlog woedde,
’t Openluchtmuseum hoedden.
Hier kwam ’t eind der zware tijden
Toen de Tommies hen bevrijdden.
En by ’t eind der Tyrannij:
Hergaven ’t NOM aan Neerland zij
Er onder staat het echtpaar Glazema met hun zes honden afgebeeld. Op de achterkant is een gedichtje over de honden geschreven:
Hier de hondjes zes in tal
Die je niet vergeten zal
Want zij staan als elke held
In ’t museeannaal vermeld
Het was in het museum niet bekend dat Hil Bottema ter herinnering aan deze periode voor Pieter en Jeanne een knipsel had gemaakt.
Zij organiseerde voor museumbezoekers ‘mooi-makers’-weken waarin iedere dag een andere vorm van volkskunst aan de orde kwam, zoals strovlechten, tekenen, houtsneden, zandtapijt strooien … en ook papierknippen. Zij stuurde de deelnemers het museumterrein op om motieven te zoeken.
Daarnaast heeft zij actief onderzoek gedaan in het land, door ‘volkskunstenaars’ te bezoeken en hun werkzaamheden te documenteren. Ze deed onderzoek in Zeeland naar Jan de Prentenknipper en bezocht Urk om meer te weten te komen over de knipper Jan Visscher. Die twee noemde zij Jantje I en Jantje II. Een eigentijdse knipster die ze uitnodigde om op het Nederlands Openluchtmuseum te demonstreren, Janna de Jong-Brouwer, noemde ze Jantje III. Ook bezocht ze ‘Hindrik Printsjeknipper’ in Oudega en knipsters van klokkenkleedjes in Noord-Drenthe.
Veel van haar knipwerk (o.a. kerst- en nieuwjaarskaarten) maakte ze in haar vrije tijd. Hil kreeg de eervolle opdracht om de kinderpostzegels van 1961 te ontwerpen: kinderen in streekdrachten tijdens diverse volksfeesten.
Hil is overleden in 1968 toen ze 55 was en tijdens haar lange ziekteproces heeft zij een aantal onderzoeken niet af kunnen ronden. Indertijd hebben wij veel profijt gehad van haar aantekeningen over Jan de Prentenknipper. Joke heeft nog navraag gedaan bij de mevrouw die het knipsel opstuurde. De Glazema’s waren bevriend met hun overburen, het echtpaar Volkers. Toen Willy Beatrice Volkers overleed, verzorgde haar schoonzus de nalatenschap. En zo kwam het als verrassing met de post. Met als begeleidende opmerking van mevrouw Volkers: “misschien is het wat voor het Nederlands Openluchtmuseum; zo niet, doet u er maar mee wat u wil”. Op voorspraak van Joke is het stuk in de collectie opgenomen, want van het vele knipwerk dat Hil Bottema gemaakt heeft is weinig in het Nederlands Openluchtmuseum bewaard. Dit knipwerk past in het museumthema ‘gedenken en museumgeschiedenis’. De conditie van het knipwerk was matig, het is vochtig geweest. Sinds enkele weken is het terug van een papierrestaurator, die ervoor zorgde dat het weer honderd jaar mee kan.
Joke en Jan Peter Verhave