Op de tentoonstelling in het Centraal Museum zijn vele 18de eeuwse knipsels te zien geweest. De cataloguslijst telt 38 nummers (nr.18 t/m 55 is niet ingevuld). Van sommige knipwerken was echter slechts een foto aanwezig, zoals die van het snijwerk voor de Hoornse familie Carbasius uit het Westfries Museum (cat.nr. 27).
Merkwaardig is dat het 18de eeuwse familiewapen Ockert/Bredehoff, dat het Utrechtste museum al enige jaren in bruikleen had en waarover Catharina van de Graft schrijft in haar artikel “Geknipte Familiewapenen” (nr.3), volgens de bewaarde lijst niet is geëxposeerd.
Tenzij dit is gebeurd onder het niet ingevulde nummer 19. De in het artikel van Van de Graft afgebeelde en besproken wapenknipsels Van Teylingen/Van Foreest en Van de Berg/Van Teylingen zijn wel op de Utrechtse tentoonstelling te zien geweest.
Het tweede stuk gemaakt in 1722, is van de hand van Frederik Hendrik van Voorst (ca.1660-1736). Ook de interessante knipsels uit nu Museum Sypesteyn waren er aanwezig. Het gaat om de mythologische voorstelling “Venus, en Adonis met Amor” (gesigneerd FHV, verondersteld wordt F.H. van Voorst) uit ca.1715 en de portretten uit wit papier van Willem IV en prinses Anna, maker onbekend.
J.N. Bastert, conservator van museum Boymans leverde met vele bruiklenen uit eigen bezit een belangrijke bijdrage aan de knipkunsttentoonstelling. Sommige van deze knipsels zijn wel eens afgebeeld maar over die particuliere collectie is verder weinig bekend.
Bastert zorgde ook voor twee bruiklenen uit de verzameling van het Museum van Oudheden (nu Historisch Museum Rotterdam): een geboorteknipsel uit 1790 (of later) en een bloemenmand in sierschild.
Uit Zaandijk en omgeving kwamen verschillende knipwerken, zoals het knipsel gemaakt voor Barbertje Taan door J. Walrecht uit 1768 (nu in het Zaans Historisch Museum) en het huwelijksstuk voor Cornelis Honig en Aagje Breet uit 1793.
De Alkmaarse doopsgezinde predikant Jan de Bleyker (1707-1783) was op de expositie vertegenwoordigd met de huwelijksknipsels Huurkamp van der Vinne/Van der Schaft (1761, nu Frans Halsmuseum) en Koekebakker/Kok (1761).
Samen met de andere op de lijst voorkomende, maar hier niet nader besproken knipwerken moet door zijn gevarieerdheid dit gedeelte van de tentoonstelling bezoekers een goede impressie van de Nederlandse papierknipkunst in de 18de eeuw hebben gegeven.
Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in Nieuwsbrief 1996-3 en 4, een uitgaven van Stichting W.Tj. Lever.