Suus Houtman, Knip-Pers 1998-3

Suus Houtman, DeeI III

In deel 1 van de trilogie HiI-To-Suus geeft Hil Bottema de grondbeginselen van de papierknipkunst door aan To van Waning. In Hil-To-Suus II, in het juninummer, zijn de lessen beschreven die To aan haar leerlingen gaf, ouder wie Suus Houtman. In dit derde deel wordt Suus Houtman in de lijn der opvolging geïnterviewd door To van Waning.

afb. 1, Suus Houtman, 1985, Ontwerp voor kerstkaart, 21 x 14,5 cm

To: Gelukkig wonen Suus en ik dicht bij elkaar, we konden dus gemakkelijk op bezoek komen om de interviews af te nemen. Weet jij nog in welk jaar je mijn cursus volgde?
Suus: In liet voorjaar van 1969. Het was een vrij grote groep; één van de andere cursisten was Nynke Otten, tegen wie ik opkeek omdat ze zulke originele ideeën had.

Het papierknippen was voor mij volkomen nieuw. Ik vond het leuk en kon tijdens de lessen de opdrachten goed bijhouden, zelfs wel wat extra’s knippen. ‘s Avonds laat thuis ging ik vaak nog even door.

To: Ik heb je later gevraagd een demonstratie van mij over te nemen. Al vond je het doodeng, je deed het toch.

Suus: Maar wel pas na een middag praten en instructies van jou. Er moest voorraad gemaakt worden van allerlei knip-artikeltjes voor verkoop. Het was bij een kerkgenootschap; de materiaalkosten kreeg ik vergoed en 10% van de opbrengst was voor mij. Ik was er een paar maanden zoet mee. Tegenwoordig zou je met dergelijke voorwaarden niet zo maar akkoord gaan. Maar het was een debuut.

afb. 2, Suus Houtman, Nederlands Openluchtmuseum 60 jaar, 1972

Iemand van het Nederlands Openluchtmuseum zag het werk en vroeg mij dat op het museum te laten zien. Dat werd het begin van 18 jaar demonstreren in het museum. Je mocht verkopen wat je maakte, maar het mocht niet commercieel worden: demonstreren was de hoofdzaak. De mensen bleven vaak staan tot je iets af had, met als gevolg dat je steeds sneller ging knippen. Als vanzelf ontstond het, op verzoek, dubbelknippen van namen met versiering eromheen, soms ook in hartvorm. Een alternatief voor silhouetknippen, waarin ik me nooit geoefend heb.

To: Was dat de aanleiding om een knipsel voor en over het museum te maken?

Suus: Bij het kennismakingsgesprek werd en passant verteld dat het museum 60 jaar bestond, wat een mooi kniponderwerp zou kunnen zijn. Er is inderdaad een knipsel van ontstaan; het museum kocht het zelfs. Dat was mijn eerste grote opbrengst van een knipsel: fl 100,-. Vóór die tijd had ik wel een paar huwelijks- en geboorteknipsels gemaakt, maar altijd weggegeven.

afb. 3, Suus Houtman, Antoine en Irene 16 december 1983

Door dat demonstreren ging er wel een balletje rollen. Er kwamen aanvragen voor braderieën, kunst- en ambachtsmarkten, werkavonden, en ook opdrachten voor gelegenheidsknipsels, voor trouwkaarten, folders, jaarprogramma’s enzovoort.

To: Tijdens mijn cursussen kreeg iedereen de opdracht een huwelijksprent te maken voor Arie Roemer en Antje Wijn. Jij maakte een ovaal knipsel op een stoffen ondergrond. In de loop van de jaren heb ik heel wal ovale huwelijksknipsels van je gezien, dat is bijna jouw ‘handelsmerk’ geworden.

Suus: Ik maakte wel veel ovale knipsels, maar ook in andere vormen. Dat is afhankelijk van de wens van de opdrachtgevers, evenals de kleur van het papier: zwart, wit, goud, donkerbruin of andere kleuren. Heel wat knipsels zijn gedrukt op trouwkaarten en geboortekaartjes, of gebruikt voor drukwerk van het Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie in Arnhem. Eén knipsel, ‘Milieu’ is, sterk verkleind, zelfs hun logo geworden en het werd met zeefdruk op een doorzichtige kunststof deur van stadsboerderij ‘De Korenmaat’ aangebracht. Enige knipsels gingen naar het buitenland, zoals de opdrachten van de YWCA (Young Woman Christian Association).

afb. 4, Suus Houtman, huwelijksknipsel. gebruikt voor trouwkaarten en ex-libris, 1984, 14 x 24 cm

To: Wanneer en hoe kwam jij ertoe om les te gaan geven?

Suus: De aanleiding was het helpen bij de handenarbeid op de lagere school van mijn kinderen. Een aantal moeders ging met kleine groepjes kinderen kleien, timmeren, solderen, enzo. Later werden dat cursusjes; enige weken met hetzelfde materiaal bezig zijn. Ik kreeg papierknippen toegewezen. Mijn man, die de akte MO handenarbeid had, hielp me met een lesschema en ideeën voor kinderen in diverse leeftijdsgroepen. Toen bleek trouwens dat de derde klassers spontaner en met meer gemak knipten dan de zesde klassers.

afb. 5, Maja Houtman, op school geknipt van blauw kaftpapier, ca 1977, orig. 15,5 cm

Mijn dochter Maja volgde die lessen ook. Eén van de andere moeders vroeg mij of ik een cursus voor de wijkvereniging wilde geven. Lesgeven aan volwassenen is wel wat anders, dacht ik, dus wilde ik daar nog even mee wachten. Uiteindelijk, voorjaar 1977, waagde ik het en dat viel mee: gemotiveerde mensen en geen probleem om orde te houden. Wegens succes werd er in het najaar een tweede cursus georganiseerd en bovendien nog één bij het NIVON. Cursussen van 10 lessen, waaronder 1 lezing ‘met dia’s. Dat lesgeven is verscheidene jaren doorgegaan, maar ik bleef wegens gezinsomstandigheden wél in de naaste omgeving. Zo had ik bij een cursus in Wolfheze

afb. 6, opdracht na de tweede les: versier een boom naar hetzelfde grondpatroon (origineel 16 cm hoog) Maruscha Gaasenbeek, Hetty Bos, Ada Bakker, Gerry Roelofs, Riet Smulders, Christine Kalisvaart

in 1981 Magda Helms en Atie Willemse als deelneemsters en hoorde dat zij al bij jou cursus hadden gevolgd. Ik vond dat een eng idee en dacht dat ik ze niets nieuws zou kunnen leren. Het werd een plezierige cursus en aan liet eind kwamen zij met het idee om met een groepje liefhebbers door te gaan, bijvoorbeeld ééns in de maand en steeds bij iemand anders thuis. Dat was de geboorte van de eerste Knipkring in dit deel van Gelderland. Doordat Atie ook ging lesgeven barstte de Kring al gauw uit zijn voegen en werd er gesplitst. Het contact bleef door een regio te vormen. Die organiseert de knipkramen tijdens de Knip- en Scheerdag in Ede, tentoonstellingen, korte cursussen en meestal jaarlijks een regio-contactmiddag.

afb. 7. Wil Tjadens, uitbeelding van de cursus, 1983, 28,5 x 19 cm

In 1983 kreeg ik weer een cursist die al bij jou op les was geweest: Wil Tjadens. Ik moest mij daar niet geremd door voelen, zij wilde zoveel mogelijk ideeën opdoen; ook medecursisten werken inspirerend. Zij voelde veel voor een Knipkring en is nog steeds lid van Knipkring Arnhem, die inmiddels al 15 jaar bestaat. Dat een Knipkring stimulerend werkt is aan haar knipwerk duidelijk te zien.

 

 

afb. 8, Wil Tjadens, knipsel voor een kerstkaart

To: Voordat de knippersvereniging bestond kenden veel knipsters en knippers elkaar door de cursussen. En door enkele grote tentoonstellingen op initiatief van mevrouw I. Kerp, zoals in Epe in 1975 en in ‘t Spant’ in Bussum in 1982. Maar hoe kwam jij in contact met Joke Verhave?

Suus: Door een artikel van mij in het maartnummer 1978 van het maandblad van de Nederlandse Christen Vrouwenbond. Joke kreeg dat blad van een vriendin en belde mij op. Wij hebben bijna een hele dag gepraat, voornamelijk over de geschiedenis van de papierknipkunst, die in dat artikel globaal beschreven werd. Ik had daarvoor in de bibliotheek van het Openluchtmuseum alle beschikbare literatuur doorgeworsteld en ook veel musea bezocht, waar oude knipsels aanwezig zijn. Er was nog niet zoveel geschreven over knipkunst.

afb. 9, Suus Houtman, voor het afscheid van Ko Zweerus, vogelkenner, 1980, 22 cm

Wat ik bezat heeft Joke geleend. Een begin van haar speurtocht naar de geschiedenis van de Nederlandse papierknipkunst? In mijn artikel schrijf ik nog dat de familienaam van Jantje de Prentenknipper van Zeeland onbekend is. Joke en Jan Peter hebben die achterhaald, zoals in de Knip-Pers van maart j.l. nog eens wordt verteld.

To: Dat was allemaal vóórdat de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst bestond. Het NICK (Nederlands Informatie Centrum voor Knipkunst), dus Lies Markus, organiseerde de eerste vergader/contactdag in Arnhem op 23 april 1983. Hadden de Knipkringen in deze regio daar iets mee te maken?

 

afb. 10, Suus Houtman, waterlelie,1978, 14cm

Suus: Arnhem ligt centraal en Lies had veel adressen van knipsters uit deze regio. Bovendien waren enigen daarvan bereid die dag te helpen organiseren. Het doel van Lies was een knippersvereniging op te richten, hetgeen die dag lukte! Handig was, dat de eerste (voorlopige) bestuursleden in deze regio woonden. Ook werd op deze dag uit meer voordrachten de naam ‘Knip-Pers’ -die Lies Markus voor de twee door haar al uitgegeven proefnummers had gebruikt- voor ons kwartaalblad gekozen. Diny Hooyman werd door Lies Markus gevraagd mee te denken over de status en integratie van de Knip-Pers in de vereniging. Mien Schaminee werd onze eerste voorzitter. Beiden waren cursisten van mij.
Meer van mijn cursisten hebben bekendheid gekregen in de knipwereld. Zoals Ans Miechels, die zich niet hij een Kring aansloot omdat ze een heel eigen stijl had en niet beïnvloed wilde worden.

afb. 11, Suus Houtman, knipkrlng sprookje 0e rattenvanger van Hamelen, 1998, 15×15 cm

Verder Alied Pijlman die in Hengelo lesgeeft en daar een Knipkring vormde. Ons redactielid Maruscha Gaasenbeek en bij de bomenknipseltjes zien we ook de naam van Ada Bakker. Gerna van de Kamp pakte onlangs, na 15 jaar, de knipschaar weer op en geeft nu les in Velp.

To: Ben je zelf nog actief met papierknippen, lesgeven of avonden verzorgen?

 

 

afb. 11a , Suus Houtman, geboorte-knipsel voor mijn kleindochter, 11 x 14 cm

 

Suus: Wel in onze Kring. En het is leuk om naar een cursus te gaan, zoals in Orvelte. Af en toe neem ik nog een opdracht aan, maar de meeste geboorteknipsels en andere gelegenheidsprenten maak ik tegenwoordig als cadeautje in kennissen- of familiekring.

 

 

 

 

afb 12, Suus Houtman, opdracht 1988

Ik wil mij niet meer zo vastleggen op de lange termijn, wat meestal nodig is voor lezingen, werkavonden en cursussen, die ver vooruit gepland worden. Dus ook hier: mondjesmaat.

To: Wij deden mee aan de tentoonstellingen in Epe en Bussum. En we hadden samen een expositie in Vaassen in 1979, waar ook werk van Hil Bottema te zien was. Er kwamen nog diverse landelijke tentoonstellingen, maar jij hebt toch ook eigen exposities gehad?

Suus: Hoeveel weet ik niet meer, wel dat het door half Nederland was: in Doetinchem, Wolfheze, Zwolle, Utrecht, Dronten, Hoorn. In Hoorn zelfs driemaal, waarvan één gezamenlijke in het West Fries Museum, in de winter van 1983/84. Daaraan mochten alleen West-Friezen deelnemen, met nog niet eerder tentoongestelde knipsels over West-Friesland. Ik leverde onder andere een knipsel van mijn geboortehuis in Hoorn in: Apotheek ‘De Groote Gaper’, waarvan de gevel nu in het Zuiderzeemuseum te zien is (Schaarkunst II).

afb 13, Suus Houtman, herfst, voor de 85ste verejaardag van Julia Feiner, 1987, 15 x 10 cm

 

In Hattem, zomer 1983, had ik een grote expositie samen met Gré van der Maas, van eigen werk plus verzameling. Ik had daarbij een dia-klankbeeld gemaakt over de geschiedenis van de papierknipkunst. In Bussum maakte mevrouw Kerp mij een compliment over mijn serie herfstknipsels, waarin ik mijn nieuwe stijl liet zien.

Voor Vaassen had ik een plexiglas kastje gemaakt, waarin drie eieren hingen, mijn eerst ei-probeersels. In Bern, in de Heimatwinkel, had ik voor het eerst eieren met knipwerk gezien. Ik vond ze duur en dacht: ‘Dat kan ik vast wel zelf’. Dat was ook zo, maar het vergde wel enige oefening.

 

afb. 14, Suus Houtman, internationale wenskaart coor YMCA Nederland 1978

Later volgde ik een cursus ‘eieren versieren’ bij mevrouw Guus Blankwaardt, met allerlei technieken, behalve knippen! Met negen vrouwen, onder wie jij en Maria Stevens, togen we in 1979 naar Bern om daar de derde Östereier-märkt te bezoeken. Guus Blankwaardt organiseerde naar aanleiding daarvan in 1982 in Arnhem met een groepje cursisten de eerste Paaseiermarkt in Nederland en richtte de Stichting Paaseiermarkt Nederland op. Die eerste keer stonden de mensen urenlang buiten in de rij. Jaren lang deed ik mee met eiermarkten. De laatste jaren zit ik met jou en anderen in de jury, om het ingezonden ei dat het beste aan het jaarthema voldoet te honoreren met een prijs.

 

Mijn dochter Maja (goud- en zilversmid) neemt nog wél deel aan de markt met ander werk: zilveren hangers, broches, eieren met kraaltjes, en ‘ver’knipt daar ook postzegels die ze op eieren plakt.

To: Zo is het dus één van mijn beste leerlingen in Arnhem vergaan. Ik denk dat zij de fakkel weer heeft doorgegeven.

afb, 15, Suus Houtman, Overijssels landschap (opdracht), 1984, 30 x 24 cm

Deze reeks zou dan ook vervolgd kunnen worden door een interview met bijvoorbeeld Maruscha Gaasenbeek, één van de eerder genoemde leerlingen van Suus Houtman.

To van Waning-Mijnlieff