De Duitse en Zwitserse knipsels zijn overwegend uit zwart papier zijn gemaakt. De PooIse uit alle kleuren sitspapier, ook op elkaar. De Mexicaanse en Chinese knipsels uit heel dun vloeipapier. Het papier waaruit geknipt werd (en wordt) in Nederland kan van alles zijn. Oude knipsels bevatten soms een gedeelte van een tekst van een brief of een rekening; dunner of dikker wit papier werd gebruikt. De knipsels die opgebold werden, zijn meestal van een goede kwaliteit geschept lompenpapier. Soms is ook perkament gebruikt. Dan is het duidelijk geen knipsel maar een snijdsel, het materiaal werd opgespannen en gesneden. Het dierlijk materiaal is elastisch en glipt onder de schaar weg.
In Indonesië is leer gebruikt om de onderdelen van het Wajangspel uit te beelden. Waarmee we maar willen zeggen: Zie knippen / snijden in een breed perspectief zowel wat materiaal betreft als ‘kunst’-gehalte van het resultaat. Waar het, wat ons betreft, het meest omgaat, is: Het ‘doe’-plezier van de maker.
Jan Visscher uit Urk gebruikte ook alle kleuren sitspapier. Recentelijk kregen we een knalrood knipsel te zien met de tekst
De Derde
Die niet te grond wil gaan
Dient hand aan t werk te slaan
Daar lachen zy
Woont weenen bij
Dat gold vast ook voor Jan toen hij niet meer varen kon!
Een oproep in een tijdschrift naar oude knipsels in privé-bezit heeft ons informatie over knipseltjes opgeleverd die niet uit ‘gewoon papier’ gemaakt zijn.
Drie speelkaarten die verknipt zijn tot tafereeltjes. Speelkaarten zijn van stevig papier! Uit een klaver 2, ruiten 7 en 8, zijn een clowntje dat balanceert op een evenwichtsbalk, en tweemaal een mannetje met een hondje geknipt. De gleuven aan de basis van de knipseltjes doen vermoeden dat ze rechtop neer gezet konden worden, zodat je er een verhaaltje mee kon maken
Zo zijn er ook kleine theatertjes van papier gemaakt en coptografische voorstellingen gegeven. Misschien kunnen deskundigen aan de hand van de motieven op de achterkant van de kaarten achterhalen uit welke tijd ze komen.
Uit een speelkaart klaver 3 is een deftig huis, met stal en een watermolen gesneden. De raampjes en de deuren zijn opengevouwen
Een harten 3 laat de naam van Gerrit Saks zien, vermoedelijk afkomstig uit Marken met het jaartal 1790 (afb. 5). Hiermee zouden we in de archieven kunnen pluizen om dit te bevestigen.
Verder kennen we een ansichtkaart van de kraamafdeling van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam uit 1912. Deze is tot een prachtige boom verknipt. Een kraamvrouw die zich verveelde??
Een andere reactie kwam van een echtpaar uit Spakenburg. In zijn moeders familie is Jogchem Jacobus Riemens geboren op 12 april 1888 in Zaamslag, Zeeuws Vlaanderen. De jongen altijd zwak en ziekelijk, leed aan TBC en is hieraan ook op 25‑jarige leeftijd overleden. Zijn werkzaamheden op de boerderij waren daarom licht werk zoals paard- en wagenmennen en op de ploeg zitten. Daarnaast vermaakte hij zich kennelijk met papierknippen. Zijn schaar zal grof geweest zijn, want de meeste knipseltjes zijn uit vrij stevig papier gemaakt, een soort pakpapier en een oude rekening.
Van de 28 overgeleverde knipsels zijn er 9 eenvoudig, vrij grof lofwerk (afb. 6), er zijn een aantal hekken (afb. 7).
Ook heeft hij een eenvoudige toren geknipt (afb. 8). We hebben deze vergeleken met oude ansichtkaarten van het dorp Zaamslag. De overeenkomst met de kerk is duidelijk (afb. 9). Deze kerk is echter in 1897 afgebroken, daarom moet hij dit knipseltje gemaakt hebben rond zijn 10de jaar.
Andere, zoals de boerenwagen/paarden/koe heeft hij waarschijnlijk later gemaakt (afb. 10, 11).
De knipsels zijn nu in handen van familieleden van Jogchem Jacobus, die duidelijk belangstelling hebben voor hun Zeeuws-Vlaamse afkomst. Zo wordt ook het meest eenvoudige knipwerk tot een verhaal dat waard is om doorverteld te worden.
Deze voorbeelden brengen ons op de volgende gedachten: Er is van meer knippers bekend dat zij in een periode van ziek zijn of andere beperkingen, de tijd hebben laten passeren door zich met knippen bezig te (gaan) houden. Zoals mevrouw Kerp‑Schlesinger en mevrouw de Jong‑Brouwer.
Een dame antwoordde op onze oproep in het tijdschrift naar oude knipsels, dat zij geen oud knipwerk had of kende, maar dat knippen het enige is dat zij een klein poosje van de dag nog kan doen!! En zij was zo vriendelijk om wat werk op te sturen.
Ook binnen de vereniging zie ik dat allerlei soorten papier worden gebruikt. Zoals door een naaister een mooi lapje zuinig wordt bewaard, door een borduurster mooi garen, zo bewaren knippers alle mooie papiertjes. Je weet maar nooit wat voor moois je ermee kunt maken.
Joke en Jan Peter Verhave