Vanaf de Oudheid maakten mensen met een schaar of mes versieringen van papier. Het kunstzinnig knippen wordt nog steeds beoefend, als kleinkunst of als volkskunst. Veel landen hebben een eigen herkenbare stijl (China, Polen, Mexico). De Deense schrijver Andersen knipte in een persoonlijke stijl sprookjesachtige figuren. Portretsilhouetten werden geknipt uit zwart papier; de Franse schilder Matisse heeft grote grillige figuren geknipt uit gekleurd papier. In ons land begon de knipkunst zich vanaf 1600 te ontwikkelen, maar papier (of perkament) was nog duur.

Prent van Johanna Koerten (1650-1716), internationaal vermaard knipkunstenares te Amsterdam, gehuwd met Adriaan Blok. Gemaakt door Pieter Schenk en David van der Plas, 201 x 169 mm. Collectie Stadsarchief Amsterdam
Rond 1700 werkte de Amsterdamse kunstenares Johanna Koerten-Blok aan haar portretten en sierstukken, die hoog gewaardeerd werden. Zo betaalde keizer Leopold van Oostenrijk haar 4.000 gulden voor een fijn knipwerk. Rembrandt moest zich daarentegen in 1642 tevreden stellen met 1.600 gulden voor De Nachtwacht. In de latere eeuwen namen veel gewone burgers en arbeiders de schaar ter hand. Verhalen uit de Bijbel en de antieke mythologie gaven inspiratie. Ook gedenkstukken voor huwelijken waren veel gevraagd. Soms was ook het levenseinde de aanleiding voor een knipwerk: daar gaat dit artikel over.
In het knipperslexicon.nl hebben ruim driehonderdvijftig bij naam bekende knippers vanaf de zeventiende eeuw een plaats gekregen. Veel anderen verwerkten hun naam niet in het werk, zodat er misschien wel vijfhonderd zijn geweest. Sinds 1983 heeft Nederland een Vereniging voor Papierknipkunst met ruim driehonderd leden. Er worden tentoonstellingen gemaakt en cursussen gegeven. Zie de website papierknippen.nl.
Evert Root
Mensen hebben met schaar of mes allerlei gebeurtenissen uitgebeeld. Er zijn vooral huwelijksgedenkstukken bewaard, maar er zijn ook een paar voorbeelden van knipwerk met de dood als onderwerp. Zelfs de ‘dood’ van de schaar. Dit betreft een knipsel van de Amsterdammer Evert Root, die met zijn schaar begraven wilde worden. Het verbeeldt de uitvaart van de schaar. Root overleed in 1978.

Evert Root, Begrafenis van de schaar, ca. 1975. Zwart papier. Collectie Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem
Jan de Prentenknipper
In elke tijd gaan mensen op hun eigen manier met het sterven om. Met name knippers uit de negentiende eeuw laten zien hoe dat in hun eeuw gebeurde. In die tijd leefde men niet zo lang en veel kinderen stierven vroeg. De Zeeuwse Jan de Prentenknipper (Jan Huijssoon) verloor rond 1850, in de loop van zijn zwervend bestaan langs ’s Heeren wegen, meerdere kinderen alsook zijn partner. Dat was treurig, zoals hij liet zien op een kerkboekprentje met knekels en zandloper op een sarcofaag. Zulke prentjes, met bijbelfiguren en spreuken als ‘Gedenk te Sterven’ verkocht hij als marskramer; ze fungeerden als bladwijzer in het kerkboek.
Arie Tergant
Het oude gezegde Memento mori (Gedenk te sterven) was heel vertrouwd. Arie Tergant, die in het Noord-Hollandse dorp Winkel woonde, knipte deze regels:
‘O Mensch gedenk U Dood Daar Gy Nog Heden Staat
Want Eenmaal Naakt De Tyd dat Ook U Sterfuur Slaat’

Arie Tergant, Gedenk te sterven, 1829. Wit papier met achtergrond van gekleurd papier, 24 x 35 cm. Collectie Westfries Museum, Hoorn
Geloofsvertrouwen
In de negentiende eeuw met zijn romantiek, vonden mensen het wel gepast om een verwijzing naar de dood aan de muur te hebben hangen. Men was immers beducht voor de Dag des Oordeels. En als de dood had toegeslagen, hoorde openbaar treuren erbij. Maar ook geloofsvertrouwen, met op de tombe tussen het geboomte: ‘Zalig zyn de dooden die in de Heere sterven’.
Jan van Dijk
De Amsterdammer Jan van Dijk liet bij het overlijden van zijn zuster Marregreta van Dijk in 1806, op 28-jarige leeftijd, ter nagedachtenis een groot stuk maken door een onbekende kunstenaar. Het stelt een sarcofaag voor met een gedicht door broer Jan van Dijk en aan weerszijden een man met zeis en een vrouw met anker en duif onder een treurwilg. Bovenin het silhouet van de overledene, urnen, treurende kinderfiguren en diverse doodssymbolen.
Frederik Godschalk
Frederik Godschalk uit Hengelo gaf in 1842 een onbekende knipper vijf jaar na het overlijden van zijn vrouw Catharina Luijerink nog opdracht voor een gedenkstuk. Er zijn allerlei symbolen in verwerkt: twee treurwilgen, een monument met ‘Memento Mori’, een bellenblazend kind (het leven als zeepbel) en magere Hein met zeis en zandloper. In het raster aan weerszijden van de tekst staan gevleugelde zandlopers: de tijd vliegt (tempera fugit).

Anoniem, Ter herinnering aan het overlijden van Catharina Luijerink in 1837, gemaakt in 1842. Zwart papier, letters in goudpapier, 24 x 37 cm. Collectie Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem
N.S.G.
Zo’n sarcofaag met een soort obelisk staat ook centraal in een knipwerk voor N.S.G. uit 1847, met treurwilg, zeis, zandloper en trouwe hond. De andere symbolen wijzen op de Bijbel, waarin de belofte staat dat de gelovige in de hemel met musicerende engelen zal zingen.
Johannes Hubertus Reygers
In Middelburg werkte een tekenleraar en papierkunstenaar, Johannes Hubertus Reygers, die allerlei gedenkstukken uit geknipte stukjes papier samenstelde tot een geheel met reliëf, dus min of meer ruimtelijk (zie ook p. 32). Dit stuk was voor een jonge vrouw, die in 1800 op 23-jarige leeftijd overleed. Op de sarcofaag staat:
Vertrouwd op jeugd nog frisse leen
Van beide meugt gij u beroemen
Die sluimerd onder desen Steen
De Schoonste zijn de Eerste Bloemen
Dichterlijke wijsheden komen niet altijd met de werkelijkheid overeen… Maar de maaier staat klaar.

J.H. Reygers, Graftombe voor Johanna Cornelia Vieman, 1809. Papier, 18 x 15 cm. Collectie Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem
Zelfs de dood niet
Een piepklein snijwerkje (met een doorsnede van 2 cm) laat een oud verhaal zien met de gedachte Ni mesme la mort (Zelfs de dood niet). Er klimt een levende rank op tegen een dode boom. De liefde blijft bestaan, gesteund door de herinnering.
Zo is ook de liefde voor het maken van mooie knipsels, zelfs bij een verdrietige gebeurtenis, van blijvende waarde. Een knipwerk kan troost bieden en helpen om de herinnering vast te houden.
Jan Peter Verhave
Meer weten over oud Nederlands knipwerk? Lees: Jan Peter Verhave, Het scherp van de snede. Vier eeuwen papierknipkunst in Nederland (2023). Hij publiceerde eerder, samen met zijn echtgenote Joke Verhave-van Duijn: Geknipt! Geschiedenis van de papierknipkunst in Nederland
(2008) en Onbekend en ontroerend erfgoed (2017).
Bezitters van oud knipwerk worden uitgenodigd hun bezit kenbaar te maken via de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst (papierknippen.nl) of bij de auteur
(lexicon@papierknippen.nl). Privacy is gewaarborgd.
Dit artikel verscheen eerder in Terebinth, tijdschrift voor funerair erfgoed 2023, jrg. 37, nr. 4, pp. 8-11.