Knipkring Arnhem is ook bij Elly Nannenga thuis op bezoek geweest. Allemaal waren we verbaasd over de hoeveelheid multomappen boordevol met knipsels. We mochten veel kopiëren op haar eigen kopieermachine en kregen een envelop met kaarten van haar mee. Ook in haar eigen kring deelde ze royaal uit. Elk jaar maakte ze een kalender voor iedereen.
In 1989 organiseerde de regio Gelderland een tentoonstelling in Ede, waaraan Elly ook mee deed. Als ze TV keek, had ze altijd een blocnote of album op schoot en tekende de personen of dieren in de uitzending, waar ze later knipsels van maakte. Knap om bewegende beelden zo snel vast te leggen. Ze overleed in mei 1996.
Eén van haar dochters ken ik door wekelijkse excursies van de KNNV (Vereniging voor veldbiologie) in Arnhem. Zij vertelde dat een deel van de knipalbums van Elly naar het Museum van Papierknipkunst in Westerbork is gegaan. Ik kreeg van haar ook enige albums en multomappen. Om voor de Knip-Pers over haar te kunnen vertellen, ben ik bij deze dochter thuis geweest. Daar stond een tafel vol met plakboeken, multomappen en levensbeschrijvingen in drie talen. Aan de muren hingen ook producten van Elly, maar geen knipsels. Ik mocht alles lenen.
Nu, na vijf dagen zit ik me nog steeds te verbazen over de hoeveelheid en diversiteit aan technieken. Het oudste plakboek bevat tekeningen, portretten en aquarellen van landschappen met boerderijen en molens vanaf 1941. Dan zijn er plakboeken vol linosneden en etsen. Daarnaast de multomappen met knipwerk. Ieder album heeft een rugnummer, een jaartal en data. In iedere map ligt een verklaring over haar knipwerk en gebruikte papiersoorten en een catalogus, wetenschappelijk systematisch (zie ook KP juni 2018, deel 1).
Hoeveel mappen er waren, weet ik niet. Voor mij ligt map III, van 3-11-1984 tot 2-01-1985 en map 71 van 13-9-1991 tot 8-10-1991. Vaak was een map dus in één maand vol met zeker 100 knipsels. De meeste knipsels zijn opgeplakt en zitten in showmappen. Op map 50 van 1-4-1990 tot 19-4-1990 staat ZIEK. Ik vind slechts drie ‘prenten’: één voor haar man, die verwijst naar zijn werk met o.a. wieren, korstmossen, paddenstoelen, waaronder stuifzwammen en de hobby’s schaken en biljarten. De tweede maakte ze over haar eigen werk en hobby’s (zie Knip-Pers 2018-2, Bomen over NENB, deel 1) en nog een levensboom voor vrienden. Haar verdere knipwerk is totaal anders dan het prentenwerk.
Ze gebruikte veel zwart papier, maar combineerde het vaak met kleuren, origami in effen of verlopende kleuren of mooi inpakpapier. Er zijn zoveel onderwerpen in diverse vormen, dat het onmogelijk is om dat in één keer te beschrijven. Eén onderwerp wil ik nu laten zien. Tijdens de laatste Contactdag leerden we ‘glas in lood’ knippen, door achter de open vlakken in een zwarte vogel gekleurd vliegerpapier te plakken. Elly knipte in 1988/89 ook vogels en andere figuren met open vlakken, maar kleurde die in met verf en penseel of met viltstift.
Door Suus Houtman
Elly’s eigen beschrijving over haar knipwerk en papiergebruik:
KNIPSELS van N.E. Nanninga-Bremekamp VERKLARING VAN DE INHOUD:
Alle (bijna) knipsels zijn voorgetekend (meestal alleen globaal), met potlood op de achterzijde als die wit of licht is, anders op doorslag papier dat mee geknipt wordt. Motieven altijd uit het hoofd, tenzij anders vermeld; TV = naar schetsen naar het bewegende beeld van de televisie geschetst, soms rechtstreeks op de achterkant van het knippapier. Tuin: planten of andere zaken uit eigen tuin. Gebruikte foto’s of plaatjes, vaak in geplakt, of herkomst vermeld (vaak naar eigen schetsen).
Knipkring-papier is er in zwart en 12 effen kleuren. Origami-papier is er effen in zwart, wit en effen kleuren, maar ook in verschillende kleuren en dan gestreept, of in blokjes of halve cirkels, donkerder in de hoeken of juist in het midden (het bestaat ook gebloemd en met kleine motieven), in verschillende, vierkante maten. Sits– of glacé-papier is er in veel kleuren, en, zwart en wit, weinig lichtecht.
Silhouette papier is dof pluizig, en vezelt bij knippen met geen 100% scherpe schaar en is tamelijk bros, scheurt makkelijk. Al deze papieren zijn wit of lichtgrijs aan de achterkant. “Vloei-papier” is er in vele mooie kleuren, maar is weinig lichtecht (het is in 16 tot 32 lagen tegelijk te knippen). Reclamepapier is gewoonlijk ook bedrukt aan de achterkant, het komt uit Elzevier’s weekblad, uit reclamefolders en -krantjes.
Lijm om op te plakken: behangsellijm, en, meestal, photo-tube-lijm (op rubber-basis) de laatste kan weggeveegd worden rondom, de eerste droogt ± onzichtbaar op.
Montage-papier is teken papier wit of gekleurd (dat van de HEMA is helemaal niet kleurecht) of schrijfmachine papier wit. Ook wel platen bv van kaften die anders weggegooid zouden worden, en met een knipseltje erop voor mij behouden blijven (knipsels vallen dan wel over de letters heen). En zelf getint (met waterverf, A4 formaat, stencil- of ander papier) papier.