Verknipte knipsels, Knip-Pers 1987-2

De meesten van ons zullen al wel eens een afbeelding gezien hebben van werk van Jan Visscher van Urk (1855-1938). Hij knipte van zwart of gekleurd sitspapier bijbelteksten en vissersbootjes of andere dingen om zich heen, die hij belangrijk vond.

Vooral de kerk van Urk heeft hij vaak gemaakt en het is altijd weer imponerend als je je indenkt hoe groot die knipsels zijn: als een krantenpagina!

afb. 1, Jan Visscher, 83 x 48 cm

De kerk is “doorzichtig”, je ziet al het meubilair en de ramen in het schip en van de toren. Hij staat “op” het kerkhof, dat is aangegeven door een hek met symmetrisch geknipte boompjes, een poort en een knekelhuisje. De hekken en de boompjes zijn samen met de kerk als de opstaande wanden van een nog ongebruikte taartdoos neergeklapt. Voor wie vroeger op de HBS-B beschrijvende meetkunde heeft gehad, een “logische” oplossing. Voor Jantjen een heel eigen vinding, uit eenvoud geboren. Zijn teksten getuigen ook van een kinderlijke manier van spellen. Zo staat er “Dit is de Hrvormde (of ervormde) Kark van Urk” en op de poort “Laaste Rustplaas”. Hij rolde zijn knipsels op in een oude krant en verkocht ze voor een paar kwartjes of guldens aan toeristen, die met de boot van Enkhuizen kwamen.

Wat zou het interessant zijn om iets meer over de techniek van Jantjen de Knipper te weten!
Hij deed het als een “ware knipper” direct uit papier en zonder voortekenen, schreef Wim Kuyper die Jantjen in 1932 nog ontmoet heeft. Het mag dan misschien gelden voor de eenvoudige versieringen; voor zijn scheepjes en de kerk was dat zeker NIET het geval. Er zijn duidelijk potloodschetsen op de achterzijde te vinden!

Op de Zuiderzeevisserij tentoonstelling in 1930 te Enkhuizen heeft Jantjen zitten knippen en de directeur van het Nederlands Openluchtmuseum maakte een foto van hem, maar hóe het knippen ging, daar heeft hij geen bijzonderheden over vastgelegd. Wel moet er op een film over de Zuiderzee uit 1930 nog een opname van hem voorkomen. Wie hem ook gezien heeft, op nog oudere leeftijd, was Cruys Voorbergh,die in zijn boek “Erfenis van Eeuwen” een boeiend relaas geeft van een ontmoeting met het toen al niet meer knippende mannetje. De schaar kreeg hij nog wel te zien: “een verroeste koei van een schaar”.

Je vraagt je af hoe hij ‘t met dat instrument klaarspeelde om zo’n groot stuk papier in één keer te bewerken.
Het antwoord daarop kregen wen dankzij een opdracht uit Urk, om drie knipsels te restaureren. Twee daarvan waren de “nederlanse ervormde kerk”; ze hadden een halve eeuw opgerold gelegen en er viel wel het een en ander recht te zetten! Op de afbeelding zijn de kreukels nog enigszins te zien in het dak van de kerk. En als je er dan met je neus bovenop zit en probeert de verfrommelde gedeelten weer een beetje in fatsoen te krijgen, dan zie je dat er eigenlijk helemaal geen fatsoen in zit. Het zwarte sits zit letterlijk vol met honderden vouwen, omdat bijna elk onderdeel dubbel geknipt werd.

Maar dan wordt ook meteen duidelijk hóe hij al de spijltjes van het hek, de ruitjes van de kerkramen en de orgelpijpen heeft kunnen maken met die grote schaar. Hij knipte de sleuven uit het dubbelgevouwen papier en hoefde zo nooit van binnen uit te werken! Maar toch, zo’n groot stuk papier en al die boompjes en andere details in verschillende richtingen?

Toen zagen we opeens, tot onze stijgende verbazing en verrassing, dat de boompjes een voor een los geknipt waren. Ook het hek was in gedeelten geknipt en aan elkaar geplakt. Zelfs de bolpuntige pieken op het hek waren er apart op gestoken. Kijken we naar de kerk, dan blijkt dat die als geraamte, zonder inventaris is geknipt, alleen de preekstoel zit vast. Maar het orgel, de stoelen, kroonluchters, gaslampen, de scheepjes en de ramen, allemaal zijn ze los geknipt en er in vastgeplakt. De twee kerken bestaan welgeteld uit 59 en 61 grotere en kleinere losse stukjes, die tot een geheel zijn samengevoegd! Zelfs het achtergrondpapier heeft hij uit meerdere stukken van verschillende afmeting en kwaliteit aan elkaar geplakt…

afb. 2, Jan Visscher, 21 x 15,5 cm

Cruys Voorbergh schreef: “Een natuurlijk gevoel voor het sierkunstige heeft zijn keuze geleid bij het schikken van vlakverdelingen en randversieringen om een hoofdmotief ….“.
Wim Kuyper schreef,dat van zijn (aan de muur geplakte) knipsels op Urk op ‘t laatst de lijstjes uit elkaar vielen en de lijm losliet, zodat ze werden weggegooid. Opmerkingen die pas begrijpelijk zijn, nu we weten dat de knipsels uit vele delen opgebouwd waren.

Hil Bottema schreef 22 jaar na de dood van Jantjen een portretschets, blij als ze was met de ongeveer 15 knipsels van zijn hand in de verzameling van het Nederlands Openluchtmuseum. Zij had ontdekt, dat de opschriften afzonderlijk waren geknipt en opgeplakt. Maar verderop veronderstelde zij, dat Jantjen voor zijn kerk een heel groot vel sitspapier nodig gehad zou hebben, dat hij telkens weer anders heeft moeten vouwen om de boompjes op het kerkhofje, de haag en het hek tweezijdig te kunnen knippen. Hil heeft dus de knipsels van het Museum niet héél goed bekeken. Dat is wel vreemd, want ze heeft een rood glacé kerkenknipsel in 1961 zelf gerestaureerd en opnieuw opgeplakt. Het is overigens helemaal vlak en kreukloos opgezet, zodat er van het “slordige’ karakter iets is verloren gegaan.

‘t Zijn zeker niet alleen de kerkenknipsels, die zo waren samengeknutseld. Het derde knipsel uit Urk heeft Jantjen bij een heel bijzondere gebeurtenis gemaakt: de strenge winter van 1929, toen Urk alleen over het Zuiderzeeijs bereikbaar was. We zien rijen van 6 automobielen, 19 schaatsers met pandjesjassen, 7 vliegende hollanders en 2 paardesleeën met brood, allemaal over het ijs op weg naar het eiland. Ook in dit vertederend simpele tafereel is de rand met stekelige ornamenten (kribbige spinnekoppen noemde Cruys Voorbergh ze) één geheel, maar alle onderdeeltjes zijn los geknipt. Zelfs alle wielen van de voertuigen, 26 in getal, zijn apart en dubbelgevouwen geknipt.

Bij het samenstellen en opplakken kwam het allemaal niet zo nauw. We vonden zelfs visschubben achter het sitspapier verborgen! Wij zijn vaak teleurgesteld als we in verkeerde knip maken en ons werkstuk is niet meer één geheel; en we zijn erg ontevreden als onze knipsels na het opplakken hobbels en ribbels vertonen. Misschien is het een troost te weten dat anderen veel minder kritisch kijken naar het resultaat van ons worstelen met vormen en letters en behangselplak, dan we zelf doen. En we zijn opnieuw enthousiast over het werk van Jantjen, als een uiting van naïeve volkskunst, die uniek is en een voorbeeld van de veelvormigheid waarmee in ons land de knipkunst is bedreven.

Wij hebben bij het restaureren de vouwen en scheef geplakte onderdelen maar laten zitten, om te laten zien hoe de knipsels eruit zagen, zoals Jantjen (II zelf ze afleverde.

Joke en Jan Peter Verhave.

afb. 3, Winter.zaksoen.van.1929, Jan Visscher, 39 x 48 cm

De gebruikte literatuur staat in “Schaarkunst” vermeld; op de pagina’s 21, 95, 96 en 104 staan afbeeldingen van knipsels van Jantjen de Knipper.