Papieren dieren, Knip-Pers 2015-1

Dieren zijn in de geschiedenis niet zo vaak gekozen als onderwerp voor knipsels. Maar als knippers dieren hebben uitgebeeld, is dat altijd in een ondergeschikte rol aan de mens. Dieren waren dienstbaar, niet dierbaar, zoals wij bv. onze katten uitbeelden in ‘Kattenfonie’.

afb 1, De Morgen der Schepping, door P.W. 1847

afb 2. Adam en Eva met de slang; onbekende maker, plm. 1700

Alles begint natuurlijk in het Paradijs. De dieren in de ‘Morgen der Schepping’ leven harmonieus samen. Dan komt daar nog een soort bij, die de andere beesten bij hun namen noemt.
Maar het vermogen om te denken en te praten brengt risico’s mee. Ze kunnen de verleiding niet weerstaan en gaan over de gestelde schreef. De dieren staan er omheen en hebben geen idee dat zij door de ongehoorzaamheid van hun medebewoners tot onderhorigen worden gemaakt.

afb 3. De slagerij; onbekende maker, 1778,14 x 22,5 cm.

De mens moet werken ‘in het zweet zijns aanschijn’. En voor dat werk schakelt hij dieren in,
hij temt ze en maakt er rijdieren, trekdieren en huisdieren van. Hij leert de huid te gebruiken als
kleding, en de melk, de wol, het vlees als voedsel, dus moet er geslacht worden.

afb 4. De jacht; onbekende maker, plm. 1850, 10 x 14,5 cm

afb 5, De vos steekt een arendsnest in brand; onbekende maker, plm. 1750, 8 x 10,5 cm

En dan zijn er nog de ontembare dieren, waar hij jacht op kan maken. Dieren zijn net als mensen: leer om leer, de arend had de welpen van de vos gestolen en nu steekt de vos het nest in brand, zodat de kuikens er uit vallen; een fabel van Aesopus, Grieks dichter).
Hoge heren en politieke partijen hebben zich een dier als symbool aangemeten. De Keizer met een arend, de Patriotten met een keeshond.  Koningen maken indruk met gevaarlijke dieren, zoals een leeuw in het familiewapen of zelfs in een leeuwenkuil.

afb 6, Pieter Reynders, Daniel in de leeuwenkuil, plm. 1800

In de 17e eeuw maakt men goede sier met kleurrijk en exotisch pluimvee: het bekijken waard.
Melchior d’ Hondecoeter schilderde veel van zulke menagerieën.

afb 7, Pluimvee; onbekende maker, naar d’Hondecoeter, plm. 1680 Dit knipwerk is recent geschonken aan Museum Westerbork.

In de 19e eeuw paradeert men met een prachtig span paarden in een sjees; en om een paard te kopen, moet men in zijn bek kijken.

afb 8, Pieter Reynders, Een span, nog een span en een hondje, plm. 1810, 18 x 25 cm.

afb 10. Willem Roemelé, De inspectie, plm. 1830, 16 x 20 cm

Tenslotte worden tortelende duiven tot een teken van liefde voor bruidsparen.
In deze tijd hebben we meer oog voor de schoonheid van onze medeschepselen en dieren zijn meer dan ooit het afbeelden waard; denk ook maar aan vlinders, kevers, vissen, kikkers.
Het thema voor het museum in Westerbork is zomer: maak er een dierlijke zomer van!

aafb 12 Cornelis van Oostrum, voor het huwelijk van zijn broer, 1744, 18 x 17,5 cm

Joke en Jan Peter Verhave