Lykles, Lutzen

Lutzen Lykles 
Waarschijnlijk was hij dezelfde als Luitjen Lykles (1723-1807 Harich Fr.), die voor 1753 trouwde met Grietje Lulofs.

Er zijn twee stukken bewaard met fantasiewapens, omgeven door bomen en harten, die dubbel­gevouwen zijn gesneden in 1747. Het ene stelt voor de verdrijving van Adam en Eva uit het Paradijs; het andere een gekleed stel onder een boom, bezig met de alledaagse dingen. Een eeuw later zijn met de pen op de achtergrond versieringen en onderschriften toegevoegd door J. Nieuwland (1852). Mogelijk was de dichter een nazaat van de snijder, waardoor de naam bewaard is gebleven.

Lutzen Lykles heeft gesneden met het mes in dit papier, Hoe dat ‘t menschdom weet te vangen, ‘t haasje ‘t vlug en edel dier; Hoe de Paauw met trotsche blikken, kroon en wapen gade slaat: Ach wat jammer, dat het menschdom, God en zijnen kroon versmaadt.”

Collectie
  • Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem