Joanna Koerten (1650-1715)
In 1735 brengt Pieter de la Rue (1695-1770) een bezoek aan het kabinet van papieren snijkunst van Joanna Koerten in Amsterdam. Hij schrijft daarover: “Ruim zozeer bezienswaardig is de alomvermaarde Papiere Snykunst, en daaruit ontsprooten heerlyk Stamboek der beroemde juffrouwe Johanna Koerten, eerste huisvrouwe van Adriaan Blok, by wiens laatste huisvrouw, en (1735) woonagtig in d’ utrechtse straat, dat beide nog te zien is.
De snykonst hangt in eene Kamer byeen, en bestaat in plat en opwerk Het opwerk hebbe ik veel fraaier te Rotterdam gezien, dog het platwerk is zeer fraai niet alleen, maar zoo het waarlyk met eene schaare gesneeden is, verwonderlyk kunstig. Het vertoont zig als net geschaduwd printwerk en bestaat de schaduw alleen in zeer fyne sneedjes of knipjes, zooals men mids die stukken tusschen twee spiegelglazen hangen, tegen het doorspeelend ligt, zien kan. De voornaamste dier nog overig zynde kunststukken zyn (hangende als schilderytjes van verscheidene grootte in zwarte lystten) Twee zeer uitvoerige landgezichten Het Ygezigt naar eene Schildery van Stork [en] Een keurlyk bloemstuk met een’ afhangenden spinnekop. Voorts de Portraiten van Czaar Peter, Koning Willem III, prof Plancius Balth.Bekker, in zyne studeerkamer, zeer uitvoerig. Galenus Abrahamsen met een Grieksch testament en de Raadspens. J. de Witt dog dit is wat geschonden. Haar zoogenaamd Stamboek zal, als ‘t met alle zyne fraaijigheden saamgebonden is (zooals ‘t voorneemen van A. Blok was, en nu nog van zyne weduwe schynt te weezen) naar gissing uitmaaken drie groote folianten. Het bestaat uit origineele handschriften van hooge persoonalien [ keizeren, koningen, prinsen, graaven [,] edelen [,] enz. 2. uit gedigten van meer en min beroemde digteren met eigene hand geschreeven. 3 uit zeer heerlyke zinnebeelden, gezigten, portraiten en bloemstuk ken zoo getekend als in water- en olyvervye geschilderd, door de voornaamste kunstenaars en kunstenaaressen. 4 en eindelyk uit d’ allerkeurlykste staaltjes van schryfkunste door Gadelle, Krama, enz. s’ anderdaags zond ik aan de Bezitster ook eene geschreeven Rym, slaande op al dat fraai. ‘t staat onder myne gedigten.”
De la Rue geeft in zijn beschrijving dus aan dat er bij zijn bezoek sprake was van een verzameling papierknipkunst gemaakt door Joanna Koerten en afzonderlijk daarvan het Stamboek dat heeft bestaan uit handschriften, lofdichten, tekeningen, aquarellen en kalligrafische bladen.
Een onderscheid dat ook is te vinden in de catalogus die omstreeks 1750 is opgemaakt door makelaar Hendrik de Leth voor Pieter Testas de Jonge die het kabinet van papieren snijkunst en het stamboek van Koerten bezat en dat wilde verkopen. Van diverse tekeningen die hebben behoord tot het Stamboek is de verblijfplaats in middels bekend. Vele lofdichten en gekalligrafeerde bladen bevinden zich in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam en een particuliere collectie in de hoofdstad. In diezelfde particuliere verzameling zijn ook enige kleine knipsels aanwezig die door Koerten kunnen zijn gemaakt.
Joanna Koerten, in 1691 gehuwd met de doopsgezinde lakenhandelaar Adriaan Blok, was in haar tijd en nog lang erna een papierknipster die een grote bekendheid genoot. Bezoekers aan de stad Amsterdam, aanzienlijke figuren en kunstliefhebbers bezochten haar atelier om het knipwerk te bewonderen en vereerden haar met handtekeningen, geschriften en lofdichten. Al van jongsaf zou zij slim en ijverig zijn geweest en haar ouders moeten haar hebben gestimuleerd om zich met creatieve bezigheden als borduren, musiceren, graveren en papierknippen bezig te houden. Na haar dood in 1715 heeft Adriaan Blok haar Stamboek verder uitgebreid met getekende of geschilderde allegorieën op haar persoon en kunst, vervaardigd door verschillen de kunstenaars. Zo groeide het Stamboek van Koerten uit tot een verzameling bladen die, blijkens de aantekeningen van De la Rue, uiteindelijk samengebonden zouden moeten worden tot drie grote folianten. Daar is het nooit van gekomen. Blok overleed in 1726, zijn tweede vrouw Maria van Arckel, die Stamboek en verzameling papierknipkunst bijeen hield, in 1737. Waarschijnlijk kwam het geheel hierna in handen van Pieter Testas die de volledige collectie enige jaren later te koop aanbood. Er zijn veilingen van de verzameling (of delen ervan) bekend uit 1762 (Amsterdam) en 1765 (Haarlem).
Drie knipsels van Joanna Koerten: Portret Willem III, boemstuk en de Liereman
In 1766 werden tien papieren kunstwerken en zes konstboeken uit de verzameling van koopman Michiel Oudaan verkocht. Zo is het knipkunstkabinet van Koerten en haar Stamboek geleidelijk aan gesplitst en verspreid geraakt.
Is de verblijfplaats van verschillende bladen (tekeningen, handschriften en kalligrafie) bekend, van het knipwerk van Joanna Koerten weten we veel minder. We kennen tot nu toe mogelijk twaalf knipsels uit vooral particuliere collecties, om een verdere indruk van haar werk te krijgen moeten we ons baseren op de vermeldingen in de verschillende catalogi. Ervan uitgaand dat Testas inderdaad het volledige kabinet van papieren snijkunst heeft bezeten en ook heeft verkocht moet dit hebben bestaan uit 36 knipsels en enig on gespecificeerd werk, opgenomen in een omslag. Dat knipwerk is te verdelen in portretten, religieuze voorstellingen, landschappen, maritieme voorstellingen, diorama’s, teksten, allegorische voorstellingen, een bloemstuk en een wapenknipsel. Van de knipsels die in de catalogus Testas/de Leth (waarvan meerdere versies bestaan) worden beschreven zijn tot nu toe bekend de portretten van Czaar Peter de Grote, stadhouderkoning Willem III, Frederik III, de keurvorst van Brandenburg en de predikant Galenus Abrahamsz. Het bloem stuk daarin genoemd is wellicht het knipsel uit de voormalige collectie Van Ommeren en de liereman en andere kleine knipsels zouden dan deel uit hebben gemaakt van het wel genoemde, maar ongespecificeerde werk. Hebben we hierdoor een idee van de inhoud van Joanna’s kabinet van papierknipkunst, hoe dat er precies heeft uitgezien weten we niet. Mogelijk een impressie ervan kunnen we krijgen door een tekening die Jan Goeree maakte voor een van de Stamboekbladen. Onder dit vignet is de tekst “Uit kleine arbeit grote roem” te lezen.
Afgebeeld zijn drie voorname heren in klassieke gewaden die knipwerk bestuderen. Een van hen houdt voor het raam een knipsel tegen het licht om met een soort loupe het fijne werk (misschien het door De la Rue vermelde “opwerk” met sneedjes) goed te bekijken. De andere twee. bekijken knipsels die zijn ondergebracht in ronde dozen op en voor de tafel. Rechts is een deel van een fraai ladenkabinet te zien. Deze afbeelding is soms genoemd het kabinet van een knipprentenverzamelaar. Waarschijnlijk is het echter een zeer geïdealiseerde weergave van het kabinet van papieren snijkunst van Joanna Koerten en de droom van haar man Adriaan Blok.
1 Joanna Koerten en Anna Maria van Schurman; tekening rood krijt door J. Houbraken
2 Portret J. Koerten; mezzotint door P. Schenk naar D. v.d. Plas
Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in Nieuwsbrief 1994-4 van Stichting W. Tj. Lever.