Een van de eerste stukjes die wij schreven in de Knip-Pers (1983, nr. 4) had als titel ‘De dokter is verknipt’. Het ging over de geneesheer Schroeder van der Kolk, die met zijn voorletters J.L.C. en titel Med. Doct. voorkomt in twee knipsels van dezelfde hand. We waren er toen van overtuigd dat hij die knipsels zelf gemaakt had, en ook nog een hele reeks van andere voorstellingen.
Maar we waren in die tijd nog niet erg bedreven in het vinden van namen en verbanden, en het internet met een schat aan genealogische gegevens bestond niet.
Laten we eens nagaan of er intussen meer over de knipper bekend is geworden. Eerst iets over de dokter zelf: hij werd geboren in 1797 te Leeuwarden als Jacobus Ludovicus Conradus van der Kolk. Hij kreeg de naam van zijn moeder erbij en ging in 1815 in Groningen studeren. Vijf jaar later studeerde hij af en werd arts in Amsterdam. In 1827 volgde zijn benoeming als professor in Utrecht. Een mooi knipwerk dat hij gemaakt zou hebben voor het echtpaar Blansjaar-Tragoo, met de titel ‘Koffywinkel’, uit 1817 meenden wij in Groningen te plaatsen. Daar studeerde immers candidaat Schroeder geneeskunde, maar later bleek dat het een Leids echtpaar betrof, met een winkel en een bouwbedrijf, alles heel levendig uitgebeeld. Schroeder had noch als student, noch als jonge dokter iets met Leiden.
Daarom terug naar een van de naamstukken met JLCSVDKOLK, dat is gedateerd 1823, dus toen hij in het Amsterdamse Buitengasthuis werkte. Onder zijn naam staat ‘Mr. Smit en Slootenmaker’ en is de smederij afgebeeld.
Dat is een vreemde combinatie! Zonder naam is het moeilijk zoeken, maar we vonden een Johannes Wilhelm Becker met die titel in Amsterdam; hij had in 1807 een prijs gewonnen met een boekje over ‘Het fabriceren van sigten, seissen en snymessen’.
Dat zegt natuurlijk niet dat die Becker ook papier knipte, want er is uit 1824 een dergelijk knipsel, alleen met de aanduiding ‘Mr. Timmerman’, en een ander met de titel ‘R. Koopmans, Mr. Schilder’, uit 1830. Dat laatste wordt in het Museum van Zutphen bewaard, maar die Koopmans konden we daar niet in de archieven vinden. En met een knipsel, nog steeds van dezelfde maker, ‘J. Krijgsman’ in een landelijk tafereel met een jager kunnen we zonder voornaam al helemaal niet uit de voeten.
De onbekende maker heeft diverse ambachten verbeeld, al of niet met een naam. Zou de ‘Smit en Slootenmaker’ een patiënt van dokter Schroeder van der Kolk zijn geweest en opdracht aan de onbekende knipper hebben gegeven, als dank voor de behandeling in het ziekenhuis? De knipper heeft vast ook voor eigen plezier geknipt, een trekschuit en een driemaster waren niet voor iemand bedoeld.
De afgebeelde mensen in hun Biedermeiermode en de figuren in de omlijsting zijn steeds herkenbaar (deze twee zijn overgenomen uit het Kerstnummer van de Haagsche Post van 1926, maar wit/zwart zijn omgekeerd; in hetzelfde blad van 1921 werden ze ook al gebruikt, daarin wel goed; vindplaats niet vermeld). Onlangs konden wij een nieuw knipsel aan onze verzameling toevoegen, herkenbaar als van dezelfde knipkunstenaar. Te zien zijn wandelaars en een sjees over een bruggetje, op weg naar een kerk.
De tekst luidt: “Diena Gerrets Heeft Haar Belijdenis Gedaan In De Nieuwen Kerk Bij Dhr. Dom. Calkoen Ao 1795”. Diena Gerrets was getrouwd met Hendrik Hantrock; ze kregen in 1786 een dochter Maria. Dominee Wilhelmus Jabes Calkoen was predikant in Amsterdam en preekte o.a. in de Nieuwe Kerk op de Dam. Hij werd een jaar later afgezet als “Orangist” en overleed in 1802. Met het jaar 1795 valt de dokter definitief af als knipper, want die was toen nog niet geboren. Na bijna 40 jaar zijn we voorzichtiger met het trekken van conclusies; en zo zitten we nog steeds met de vraag wie die aardige knipper was. Zou hij/zij toch een Amsterdammer zijn geweest? Veel raadsels rond anonieme knippers hebben we opgelost, in de 37 jaar van de Knip-Pers. Maar veel andere niet en daar schreven we zelfs een boekje over. Wij zijn niet uitgedokterd, maar we zouden het fijn vinden als iemand meehelpt om de knipgeschiedenis verder te ontdekken.
Meer te lezen in:
Joke en JP Verhave,
Onbekend en ontroerend erfgoed. Tijdsbeelden geknipt door anonieme kleinkunstenaars.
2017, 84-87
Door Joke en Jan Peter Verhave.
Dit artikel verscheen eerder in de Knip-Pers 2020-2