De naam Nel Wezel-Laan is in Noord-Holland zeer bekend. Mary IJdema en ik bemannen al zo’n twintig jaar in de zomer een kraam op de artistieke markt in Bergen. Bij het zien van ons knipwerk weet een groot deel van het publiek onmiddellijk twee namen te noemen: Tjeert Lever uit Westerbork en Nel Wezel uit Alkmaar. Daarmee houdt de kennis over het knippen in de meeste gevallen wel op.
Nel Wezel heeft haar sporen in ruime mate verdiend door de knipkunst onder de aandacht van velen te brengen en door hen te stimuleren zelfde schaar ter hand te nemen. Zo af en toe is daar in de Knip-Pers aandacht aan besteed, maar het is misschien leuk om alles eens even op een rijtje te zetten.
Nels carrière in de knipkunst is, zoals bij veel knipsters, begonnen bij de Bond van Plattelandsvrouwen (momenteel Vrouwen van Nu genaamd). Tussen 1955 en 1965 woonden Nel en haar man in de prachtige stolpboerderij De Lepelaar in Midden Beemster. Daar werden ook hun twee dochters geboren. Nel had het er erg naar haar zin en op de brommer bezocht ze trouw de bijeenkomsten van de Plattelandsvrouwen in Spijkerboor, ze volgde daar heel intensief diverse handwerkcursussen. Ze werd zelfs gevraagd om deel uit te maken van de Provinciale handwerkcommissie van de Bond van Plattelandsvrouwen.
Toen ze een keer een advertentie zag staan voor een knipcursus, leek haar dat wel wat, want misschien had ze daar nog wel iets aan bij het maken van naaiwerk of kledingpatronen. Tot haar verrassing bleek die knipcursus een totaal andere inhoud te hebben dan ze had gedacht! Het leven hangt soms van toevalligheden aan elkaar, want hiermee was het papierknipwerk in haar leven gekomen en die techniek bleek haar op het lijf geschreven.
Ze volgde in Alkmaar twee keer een cursus van zes lessen bij To van Waning. To was niet voor een kleintje vervaard, want die kwam helemaal uit Arnhem en bleef dan in Heiloo logeren om haar cursussen achter elkaar te kunnen geven.
Nel vond het knippen in een woord geweldig. Ze kwam niet uit een artistiek gezin, maar vond het wel altijd leuk om in de keuken creatief te zijn met koken en bakken. Ze was na haar schoolopleiding kinderverzorgster geworden en had zich zeer bekwaamd in allerlei handwerktechnieken, onder andere kantklossen. Maar papierknipwerk was toch wel iets totaal anders en ze ontdekte dat ze een heleboel fantasie in zich had, waarmee ze iets kon in haar knipsels.
Ze knipte niet alleen voor zichzelf maar werd ook al snel gevraagd om kniplessen te verzorgen. Vanaf het begin vond ze lesgeven enig. Intussen was het gezin in Alkmaar gaan wonen waar haar man een baan vond als machinist op het gemaal van de polder Bergermeer.
In 1983 werd de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst opgericht en er was grote behoefte aan mensen die knipcursussen konden geven. Op aandringen van To van Waning ging Nel zich daar In Noord-Holland heel actief (en heel enthousiast) mee bezig houden. Gelukkig had ze haar rijbewijs gehaald, zodat ze zich met haar knipspullen gemakkelijk kon verplaatsen. Ze kwam werkelijk overal, tot aan Texel toe.
Nel Wezel werd een begrip. Ze gaf met veel plezier talloze knipcursussen, vervolgcursussen en verzorgde ook knipavonden, vooral voor de Plattelandsvrouwen. Eerst vertelde ze dan het een en ander over de geschiedenis van de papierknipkunst, ze demonstreerde het knippen en na de pauze kon iedereen het ook eens gaan proberen. Dat waren altijd uitermate gezellige avonden en er zijn heel wat actieve knipsters uit voortgekomen. Ook voor het reumafonds heeft ze zich jarenlang met haar knipactiviteiten ingezet.
En dan waren er natuurlijk de talloze braderieën en markten waarvoor ze uitgenodigd werd. Ze vertelde me heel smakelijk het verhaal dat ze drie dagen in Breda zou komen knippen en na afloop van de eerste dag ergens een hotel ging zoeken. Alles was vol in verband met de Taptoe die gehouden werd. NeI raakte niet in paniek, kon er om lachen en vond gelukkig toch nog ergens een adresje waar ze kon slapen.
Het lesgeven gaf Nel de grootste bevrediging: het werken met groepen en dan eruit halen wat erin zit. Daarbij hanteerde ze wel altijd haar eigen principes:
- het liefste niet van te voren tekenen. door heel veel te oefenen de gewenste vorm eerst in je hoofd en dan in je vingers krijgen.
- goed kijken, overal is inspiratie te vinden voor leuk knipwerk!
- laat je niet beïnvloeden door andere knippers en knipsters, dus niet van alles naknippen, maar probeer iets van jezelf te geven.
Ze vindt dat decoratief knippen iets is dat door iedereen geleerd kan worden. De in haar werk steeds terugkerende volkskunstmotieven zijn eigenlijk al zo oud als de knipkunst zelf. Mei ziet kans de symbolen van geloof, hoop en liefde, vogels, levensbomen, het zwaantje in allerlei variaties vast te leggen. Symmetrische vormen hebben daarbij haar voorkeur. Het illustratief knippen, knippen naar de werkelijkheid daarentegen, ziet NeI als iets heel anders, dat is moeilijker en niet door iedereen te leren.
Van haar eigen werk gaf ze veel weg, want het gaat haar eigenlijk niet zozeer om het product dat ze maakt. Dat heb ik aan den lijve ondervonden, want toen ik bij Nel thuis kwam om haar te interviewen en met een kopje thee aan tafel zat, keek ik de kamer eens rond op zoek naar haar knipwerk, maar tot mijn verbazing kon ik dat niet vinden! Er hing wel een mooi Zwitsers knipsel dat ze van een van haar dochters gekregen had.
Ook haar plakboeken bleken slecht gevuld, het merendeel van haar werk heeft ze gewoon weggegeven. Er zijn nog wel wat krantenartikelen bewaard waarin over Nel en haar knipactiviteiten werd geschreven, maar ook dat vindt ze eigenlijk niet zo belang rijk. Het belangrijkste was en is voor haar dat ze anderen zoveel plezier heeft kunnen geven door hen enthousiast te maken voor de papierknipkunst. Het meest boeiende van knippen vindt NeI dat je met zulke simpele middelen als papier en een schaartje geweldige mogelijkheden hebt voor creatieve ontplooiing.
In 2005 kreeg Nel van de knipgroep Enkhuizen een groot feest aangeboden omdat ze 25 jaar geleden begonnen was met daar kniples te geven en eigenlijk gewoon was doorgegaan. Iedere keer weer bedacht ze leuke dingen om op de bijeenkomsten te knippen en als cadeau ontving ze een groot opvouwbaar knipsel waaraan iedereen had meegewerkt en een zilveren Enkhuizer Stedenmaagdspeld.
Haar twee dochters hebben de artistieke gaven ongetwijfeld van hun moeder mee gekregen, want ze hebben beiden de Zilvervakschool in Schoonhoven met goed gevolg doorlopen. De oudste is graveur geworden en de jongste werkt als zilversmid.
Ondanks het feit dat Nels fijne motoriek niet meer zo goed is door twee TIA’s en een hersenbloedinkje, blijft ze blijmoedig en kan genieten van alles wat het leven haar te bieden heeft. NeI Wezel is een veelzijdig iemand die altijd haar talenten heeft gebruikt om de knipkunst te promoten. Haar doel is daarbij steeds geweest dat de knipkunst behouden blijft en wordt doorgegeven aan anderen. En daarin is ze in ruime mate geslaagd, hulde.
Door Ieke Boosman
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Knip-Pers 2007-3