Koerten in Hoorn, KoertenKoerier 15

In het mei nummer van De Gids van 1878 verscheen een merkwaardig verhaal over Joanna Koerten. De schrijver was J.A. Alberdingk Thijm (1820-1889). In dit artikel wordt gesuggereerd dat Joanna een relatie zou hebben gehad Joan Blaeu en van katholieke huize zou zijn geweest.(1)

In 1883 trachtte W.Th. van Griethuijsen Thijm te verbeteren door aan hem zijn vondst dat Joanna J. Koerten lid van de Nederlands Hervormde Gemeente in Amsterdam zou zijn geweest te presenteren. Helaas voor hem Thijm raakte deze, niet geheel onverwacht, zijn aantekeningen daarover kwijt, dus een nieuw verhaal van Thijm verscheen niet. (2)

Van Son schrijft in 1910 over Thijm’s artikel nog voorzichtig dat dit verhaal “Een levensgeschiedenis [is die] in een grotendeels verdicht-novellistischen vorm [werd] meegedeeld”. (3)

Van Dokkum (1915) is duidelijker, hij stelt: “Aan deze novelle moet [niet] de minste biographische waarden worden toegekend. Ze berust op de meest willekeurige phantasie. De liefdesgeschiedenis met Blauw is geheel verzonnen“.(4)

Deze conclusie werd overgenomen door H.J. Schouten in een artikel in Oud Holland over het geloof van Joanna.(5)

Daarmee verdween het onzinnige verhaal van Alberdingk Thijm uit beeld al kan erover worden gespeculeerd waarom hij tot zijn bijdrage voor De Gids is gekomen. Mogelijk was het trouwen van Joanna op pas 41 jarige leeftijd aanleiding om te speculeren over een eerdere relatie en was er voor hem alles aan gelegen -als fanatieke katholiek- deze bekende Amsterdamse kunstenares in te lijven bij de roomskatholieke familie die zich in die tijd sterk manifesteerde.(6)

Dat hij het verhaal over Koerten, in ieder geval ten dele, had verzonnen had Alberdingk Thijm al laten weten in zijn “Aantekeningen op Joanna Koerten“, dat volgt op zijn artikel met voetnoten.
Hij schrijft onder de titel van dit stuk: “Deze aantt. hebben voornamelijk ten doel te waarschuwen tegen het opnemen als geschiedwaarheid wat slechts onmisbaar, edoch verzonnen stoffeering is

Een ander verzonnen verhaal dook pas recentelijk op. Dat gebeurde in Hoorn waar in het Westfries Museum de tentoonstelling “Janssen & Koerten. Geknipt voor de kunst” is gehouden.
De samensteller van deze expositie Eline Janssens, hedendaags kunstenaar en tentoonstellingsmaker was naar haar zeggen geïnspireerd geraakt door Joanna Koerten en haar werk. Behalve het knipsel “De Romeinse Vrijheid” van Koerten en haar portretprent, de mezzotint van Schenk, werden papierknipsels uit de omvangrijke collectie van het Westfries Museum thematisch getoond in fraaie kabinetskasten in laag relief. Het deed ons genoegen daar veel werk van onze voormalige verzameling van de stichting W.Tj. Lever/Het Nederlands Museum van Knipkunst aan te treffen.

Verder had Janssens haar kunstzinnige verbeelding laten werken door het tonen van de kunstkamer van Joanna Koerten in de vorm van een poppenhuis. In zes kamers wordt daarin het bezoek aan Koerten van bekende bezoekers getoond. Of deze verbeelding met nogal merkwaardige silhouetten echt werkte was aan de bezoeker om zelf te bepalen. Op de tentoonstelling eigenlijk niets over de echtgenoot van Joanna Koerten. Maar in het persbericht van de tentoonstelling werd gesteld:

Over geld hoefde Joanna zich geen zorgen te maken. Niet alleen had zij een rijke vader; door haar huwelijk met VOC-admiraliteitsman Adriaan Blok kon zij haar kunstzinnige kostbare werkzaamheden uitbreiden“.

Adriaan Blok, VOC-admiraliteitsman? Dat was nieuw voor ons. Wij wisten niet meer dan dat Adriaan een bemiddelde lakenhandelaar was geweest die het werk van zijn vrouw sterk had gepromoot. Hij bleef tot nu toe altijd een nogal schimmige figuur van wie ook nog steeds geen portret bekend is. Opmerkelijk voor iemand die vele portretten in opdracht heeft laten maken. Waar kwam die nieuwe informatie vandaan? Het zou goed nieuws zijn als er meer over Adriaan bekend zou worden.

Bij beluistering van de podcast over de tentoonstelling werd meer duidelijk. Janssens vertelde daarin smakelijk over de reizen die Blok als Admiraliteitsman zou hebben gemaakt. Hij zou allerlei voorwerpen naar huis mee hebben genomen waar ze verzameld of verkocht konden worden. Naast het kunstkabinet van Joanna bijna een soort kabinet van curiositeiten, in die tijd zeer populair.
Maar enig bewijs daarvoor ontbrak. Wij vermoedden een verzonnen verhaal en benaderden Janssen om daarover meer duidelijkheid te geven.
De reactie van de kunstenaar was op z’n minst vinnig te noemen. Nadat we, op haar verzoek hadden toegelicht waarom we zo in Koerten waren geïnteresseerd, kwam eruit dat het Blok verhaal was opgehangen omdat het zo’n mooi tijdsbeeld gaf. Een visie die werd bevestigd door Cécile Koenjer van het Westfries Museum.

Hanna Oud-Biemold schrijft in haar bespreking van de tentoonstelling dat “eigenlijk van het leven van de familie Blok een soort sprookje [werd] gemaakt, jammer”.(7) Wij gaan nog een stapje verder en zien zo’n verhaal als regelrechte geschiedvervalsing. Van de kunstkamer met veronderstelde bezoekers was duidelijk dat het een kunstzinnig bedoelde fantasie was, hier ging het om een verhaal dat als waargebeurd werd gepresenteerd. Dat overigens wel goed paste bij de bij de overdreven benamingen van Koerten als “Rembrandt” en “Lady Gaga” van haar tijd in verschillende publiciteits uitingen. PR onzin ten top, maar voor veel musea in deze tijd helaas niet meer ongewoon.

Wij vinden deze aanpak juist geen reclame voor de papierknipkunst (en de bestudering van de geschiedenis van deze kunst) en hebben het museum laten weten dat dit gecorrigeerd zou moeten worden. We ontvingen geen reactie.

Noten
1. J.A. Alberdinck Thijm, “Joanna Koerten”, De Gids, 1878, II, p.271-329.
2. W.Th. van Griethuijsen,”Joanna Koerten”, De Nederlandsche Spectator, 1883, p.102.
3. C. van Son, “Schaarkunst, Elseviers Geïllustreerd Maandschrift 1910, p.309 (noot 2)
4. J.D.C. van Dokkum, “Hanna de knipster en haar concurrenten”, Het Huis Oud en Nieuw, 1915, p.337.
5. F.L.J. Schouten, “Onbekende bizonderheden betreffende Johanna Koerten en de kwestie van haar geloof”, Oud Holland, 1925, p.77-80.
6. Joseph Alberdingk Thijm (Wikipedia); Dbnl: J.A.Alberdingk Thijm, Een keuze uit zijn werk, projektgroep van het Instituut Nederlands van de KU NIjmegen (1972).
7. Hannah Oud-Biemold, “Eline Janssen en Joanna Koerten-Blok, Een verslag”, Knip-Pers, december 2020, p.24-25.

Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in de KoertenKoerier 15, voorjaar 2021