Jan de Prentenknipper en het Historisch Museum De Bevelanden, Spuije  2021-1

Tot 21 juni 2021 loopt in het Zeeuws Museum in Middelburg de expositie over Jan de Prentenknipper. Het Historisch Museum De Bevelanden, dat ook in het bezit is van de nodige knipsels van deze Jan, heeft er ter gelegenheid van deze expositie een paar in bruikleen gegeven, waaronder een harteprent.  Afgezien van deze harteprent heeft het HMDB nog 3 andere harteprenten in het depot. Daarover verderop meer.

H.E.L. = Hoop en Liefde

Eerst iets over Jan de Prentenknipper zelf. Hij leefde van 1798 tot 1870. Je kunt je afvragen hoe het komt dat er nu pas een expositie is, 150 jaar na zijn overlijden. Was zijn kunst niet kunstig genoeg misschien? Volkskunst bestond al en knipsels, zoals kleine portretjes van de familie, waren populair bij de elite, maar konden natuurlijk niet wedijveren met bijvoorbeeld de schilderkunst in die tijd. Ook de knipsels van Jantje niet, al sprong hij eruit met zijn verfijnde techniek en het gebruik van waterverf om zijn knipsels kleur te geven. Die verfijnde techniek bereikte hij overigens niet zozeer met de schaar als wel met mes en beiteltjes: hij stak als het ware papier weg.

Degene die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de herontdekking van Jantje de Prentenknipper was Hil Bottema. Zij was hoofdassistent belast met de documentatie voor de volkskunst bij het Openluchtmuseum in Arnhem en werd gegrepen door de knipsel/snijkunst van Jantje. Zij heeft in 1964 al een oproep gedaan in de PZC of er mensen waren die nog verhalen wisten uit die tijd van Jantje en prenten hadden. Daar is een tentoonstelling in Wemeldinge in 1967 uit voortgekomen. De belangstelling voor Jantje de Prentenknipper kreeg hierdoor een impuls. Hil Bottema was wel zover gekomen dat ze in knipsels de hand van Jan kon herkennen, maar ze wilde ook graag meer over zijn leven te weten komen. Hij stond echter bekend onder zijn bijnaam, zijn eigenlijke naam was onbekend.

Pas veel later, in 1985 werd bij toeval de sleutel tot de oplossing van het raadsel gevonden door de heer A. Roose in Middelburg. Hij kreeg op een dag een stapel antieke krantjes in zijn bezit,  jaargangen van het “Volksblad”, een zaterdagkrantje, gepubliceerd door de Vereniging voor Volksbelangen te Goes. In het nummer  van 9 juli 1870 las hij dat Jan de Prentenknipper bij de burgerlijke stand  bekend stond als Jan Huijszoon. Een paar dagen eerder had zijn overlijdensbericht in de krant gestaan, nog net op tijd opgemerkt door de redacteur van het Volksblad.

Nu zijn naam bekend was, kon zijn geboortedatum achterhaald worden, 14 november 1798 in Colijnsplaat, en vandaar zijn levensgeschiedenis. Hij bezocht maar enkele jaren de lagere school omdat hij de gevaarlijke ziekte de pokken kreeg. Hij hield er een pokdalig gelaat aan over.  Terug naar school gaan was niet aan de orde, en hij ging in de leer bij een bakker. Het bakkersvak heeft hij 7 jaar uitgeoefend, totdat hij  in 1817 in dienst moest. Helaas raakte hij met wat kornuiten betrokken bij een diefstal. Door gunstige omstandigheden werd hij ‘slechts’ veroordeeld tot 2 jaar tuchtschool. Waarschijnlijk heeft hij daar geleerd, vanuit het snijden van plaatstaal, om mes en beiteltjes te gebruiken voor het uitsnijden van papier. In 1824 kwam hij vrij en ging naar Zeeuws-Vlaanderen waar hij zijn eerste knipsel maakte met een roerend gedicht voor een boer, die net zijn vrouw had verloren, waar hij onderdak had gekregen. [*1 pg 24]. In Zeeuws Vlaanderen kon hij werken bij de aanleg van het Kanaal van Gent naar Terneuzen via Sas van Gent. Daar ontmoette hij een aardig meisje. Zij werd zwanger en ze zouden trouwen. Maar zij bleek  Katholiek en hij Protestant en twee geloven op een kussen, daar slaapt immers de duivel tussen. Trouwen was uit den boze, maar toch bleef hij haar trouw. Een dochtertje werd geboren dat echter na 3 maanden stierf. Ze trotseerden de duivel opnieuw want een jaar later werd opnieuw een dochtertje geboren, Leentje. En ze bleven ‘leven met elkaar’ tot de dood hen scheidde. Na de werkzaamheden bij het doortrekken van het Kanaal vond hij werk aan de Lekdijk. Het dijkwerk gaf steeds werk voor een half jaar. In de wintermaanden trokken ze vaak terug naar Zeeland. Jan maakte in die tijd wel eens iets voor een boer bij wie ze onderdak kregen. In 1829 werd een zoontje geboren, in 1832 nog één, Anthony.  Het gezin verbleef toen op Overflakkee, waar Jan nog steeds dijkwerker was.

In 1834 blijkt hij vermeld te worden als ‘negociant’, marskramer. Men denkt dat hij een ongeluk heeft gehad aan de dijk en het werk niet meer aankon [*1 pg. 27]. Nu moest Jan nog meer knippen om aan geld te komen. Er werd dat jaar ook weer een meisje geboren, Tannetje. In 1836 wordt opnieuw een kind geboren, Willem Gerard, dat na  3 maanden overleed. Door de misère en ziekte was er nauwelijks een inkomen. Hij moest om ‘onderstand’ aankloppen bij het Burgerlijk Armbestuur van Goes. Een volgend dochtertje, Constantia wordt geboren. En nog een in 1840, een meisje Thona. Ze gaan terug naar Goes en ná de winter door naar Zeeuws Vlaanderen. Daar overlijdt zijn vrouw die hem acht kinderen had geschonken op 22 juni 1841, nog maar 36 jaar oud! [*1 pg. 29] Ondanks de zware tijd weet hij in die tijd hele mooie prenten te knippen en te snijden. In 1841 overlijden de meisjes Thona en Constantia. In Goes vindt hij de 51-jarige hervormde weduwe Adriana Glerum bereid om met hem het leven te delen. Ze trouwen maar na 3 maanden wordt deze  vrouw ernstig ziek. Inmiddels heerst ook de aardappelziekte. Ze moeten opnieuw een beroep doen op het armbestuur. Kortom, het is een kommervol bestaan. In 1848 overlijdt zijn enige zoon Jan du Pree (naam van de eerste moeder), in 1856 zijn vrouw. Opnieuw op zoek naar een levensgezellin valt zijn keus op een hervormde vrouw, een weduwe met 2 thuiswonende dochters. Ook dit gezin is niet bijzonder draagkrachtig. Alle winters moet om bijstand gevraagd worden. Na 1860 beperkt hij zijn tochten tot de omgeving van Goes.

In het Zeeuws Museum is een overzicht van zijn knipsels te zien. Helaas is het museum nu gesloten maar hopelijk heeft u nog de tijd om deze prenten te bekijken, variërend van de intocht van Engelsen op Walcheren – werkelijk buitengewoon knap uitgebeeld, bijbelvoorstellingen, hofstedes, kerkboekprentjes, boekenleggers, driemasters onder vol zeil, of half getuigd … én harteprenten, waarover nu meer.

Het HMDB heeft één harteprent in bruikleen gegeven aan het Zeeuw Museum, maar heeft er nog 3 in bezit. Helaas is die in het Zeeuws Museum niet van voldoende kwaliteit om opgenomen te worden in deze Spuije, de andere 3 laten we hier wel zien.

Een harteprent kan gezien worden als een gelukwens. De kern van de prent heeft de vorm van een hart, waar tekst in staat. Om het hart heen staan tekeningetjes, vaak Bijbelse symbooltjes  maar ook fantasie figuurtjes. De tekeningen links en rechts van het hart zijn symmetrisch en dat lukt het mooist door de prent dubbel te vouwen en dan de figuurtjes of symbolen uit te snijden. De harteprent die in het Zeeuws Museum is te zien is gemaakt voor het huwelijk van Pieter Franciscus de Laat (molenaarsknecht) en Margaretha Verbeem (dienstbode) op 2 augustus 1866, omgeven door Bijbelse voorstellingen. Het is een huwelijksgeschenk van Joseph de Laat voor zijn broer.

Tekst:
Goes Den 16 Augustus 1866 Huwelijk gedenkstuk
aan mijn broeder en zuster

Het was in het hof van Eeden. Als men wel de schrift beschouwd
Dat God Sprak met groote Reden, Adam ik schenk u eene Vrouw
hoe nouw is tog den trouw gebonden, gelijk men leest in Markus 10
tweede Vlees is een geworden, ag verlaat elkander niet
PREMO
In het Bloemenhof van u leven, Daagd een bouwe hemelsBoog
Gij hebt nu de hand gegeven, thart en hart so voor altoos
jonggehuwde smaak genoegen, Dat dees hard u Brafheid biet
Blijf bewaard van smart of Groeven, Altijd vrij van huisverdriet
Kiest geen weReld dan elkander, Weest elkander Raad en Daad
Stoord u Aan geen Raad van ander, zijn voor of tegen gaad
Mind elkander dient aan Jezsus, wees een hegt een waardig paar
u Geluk zal steeds vermeren, stapeld dan ook Jaaar op Jaar
Kiest de Liefde Seld tot , en den trouw tot boosman uit
Later vindt gij dan genegen, Al u Loon tot eene Spruid
Nu wensch ik tot besluit
Dat gij Man en Vrouw hierna
als Bruid en bruidegom
Bij Jesus op den troon
Mag roepen Welkom

Jesus is ons heil
Met Liefde gedaan
uwen Broeder die zig noemd
JosePh de Laat

Zoals te lezen valt wordt de aandacht gevestigd op huwelijkse trouw, elkander niet verlaten, elkaar raad en daad geven en zo zal het geluk steeds groter worden, gezegend met een ‘spruit’. De vrije tekst in de prent is gebaseerd op Markus 10:  (6) “Van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Hetgeen God samengevoegd heeft , scheide de mens niet”. En verderop: “wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar; en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.”
Je mag uit de tekst in deze harteprent concluderen dat Jan de Prentenknipper een gelovig man was. Hij zag de liefde tussen man en vrouw als een geschenk van God. Die gedachte bleef hij trouw óndanks zijn eigen moeizame leven, met acht kinderen uit het samenleven met zijn eerste vrouw, waarvan er al snel drie stierven; zijn tweede vrouw die al na drie maanden stierf, en de derde vrouw waarmee hij trouwde en die al twee kinderen had; en óndanks het voortdurende geworstel om voldoende geld  te verdienen. Zijn buitengewone talent om onderwerpen waar hij mee geconfronteerd werd, sprekend en heel gedetailleerd uit te knippen/snijden, en er ook nog kleur in te brengen, moet hem in zijn leven hebben geholpen. Bijzonder dat hij nog 72 jaar is geworden! Rond het hart heeft Jan de beeldtaal van die tijd getekend, bijvoorbeeld met twee duifjes die de liefde aangeven. In het woord tortelduiven zien we dat  nog terug. Een anker duidt op hoop. De hoorn overvloed, de hoorn des overvloeds; het Lam is een verwijzing naar Christus; de vrouw met de weegschaal is Vrouwe Justitia die wikt en weegt om een rechtvaardig vonnis te wijzen; de zandloper wijst op het verglijden van de tijd; ….. en zo zijn er meer.

De nu volgende harteprent komt uit het depot van het HMDB. Ook een huwelijksprent, “Huwlijks groeten aan mijn geachten vriend en vriendin ! W.Heuseveldt  en J.H Vliegenthart”, opgedragen door Elizabeth Dom.  (het huwelijk is op 14 mei 1879 te Zierikzee) (foto van prent met tekst erop) Een directe en sterke tekst waarbij het echtelijk beminnen centraal staat,  en het ‘Pluk de vruchten van uw min, jou in ’t kroost aan u gegeven …Dan wordt de beste wens bekroond , bij elke keer van ’t loot, omdat de liefde bij u woont…’ Mooi geschreven maar de man staat centraal! De vrouw heeft slechts een dienende rol… Daar wordt nu toch echt anders over gedacht.

Tekst:
Huwelijks-groete opgedragen aan
mijn geachten vriend en vriendin
W. Heuseveldt J.H. Fliegenthart
Sints Eva in den appel beet
En Adam met zijn zorg en zweet
Het dagelijks brood moest winnen
Sints vond men in genot en geluk
In ’t echtelijk beminnen
Strengel dan haar fluwelen banden
Om de harten en de handen
Pluk de vruchten van uw min
Jou in ’t kroost aan u gegeven
Ens uw eerste jeugd herleven
In een dankbaar huisgezin
Dan wordt wat lot u ook verbiedt
Bij u levens druk gedruisch
De strelende tevredenheid
Een dochter van uw huis
Dan wordt de beste wensch bekroond
Bij elke keer van ’t loot
Omdat de liefde bij u woont
Waar liefde woont, woont God
Door haar die zich
noemt uw toe-
genegen vriendin
Elizabeth
Dom

De volgende knipprent is gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van Pieter van Paassen (ca. 1791-1870) als ‘Vader en Opziener’ van het Oude Manhuis, in opdracht van alle inwoners van het Oude Manhuis.

Tekst:
Als Vader en opziender, van het Huis van Weldadigheid
De zon klimt schoon uit Sieons stralen
Gij hebt nu rees zoo veel jaren
Al in dit huis rees stappen zag
Nu hebben de Heeren op u wegen
Gij met ons al in die tijd
de winter kouwd of Zomer regen
Wij meende tegenspoed of zegen
het hart bedroefd of is verblijd
wij wensche daar nog bij, ja veel gezonde dagen
wij wensch met mond en hart
voorspoedig na behagen
en eenmaal als is tijd, zal zijn ten trend gebragt
Hoop wij dat gij verblijd, de zaligheid verwagt
om God dan voor zijn troon
als is wen God ’t aanschouwen
en op een toon u Lofen een te u vangen
Se La
moegt dit jaar een daar ook wezen
da veel heil en zielsgenot
dan hoeft gij ook niet te vrezen
want u redder is u God
psalm 7                                         psalm 32
Verering dus gewijd aan Pieter van Paassen vader en opziender weldadigheidshuis
Met liefde
gedaan van
alle inwooners
van houde
manhuis
1810    5/4       1860

50 jaar trouwe inzet voor de oudjes ‘bij winterse kou of zomerse regen, bij tegenspoed of zegen, een bedroefd of blij hart…’  De stijl is keurig, al zouden we nu een andere woordkeus hebben en minder breedsprakig zijn.

Het Oude Manhuis is sinds 1969 geen Manhuis meer, maar de herinnering wordt levend gehouden door de beeldjes van een oude man en vrouw boven de poort. Daar tussen in de tekst:

Tot hulp en troost van man en vrouw
is opgherecht die nieu gebouw
in ruste ider hier syn tyt
En teyde van syn leve slyt

Tot slot is er nog de harteprent ter gelegenheid van de 56e verjaardag van Klasina Remeijn, 1857. In het hart staat een feestgedicht, eromheen feestelijke attributen en scenes.  De tekst is stevig van stijl, in coupletten opgebouwd, en metrisch klopt het ook.  We zijn duidelijk wat verder in de tijd dan bij de vorige knipselprenten.  De prent werd aangeboden door Janna van der Maas.

Tekst:
Zegenwensch
op de 56ste verjaardag van
Klazina Remeijn,
huivrouw van den Eerzamen Jan de Looff te Colijnsplaat

1
’t Heuglijk tijdstip van uw leven,
Dat u ’t eerste licht deed zien,
Heeft mijn zanglust aangedreven
om dit needrig vers te bien.
neem ’t gering voor liefs, uit gunst,
en verschoon de zwakke kunst

2
’t Wentlend rad der radde jaren
waarin zes paar spaken staan
die zich in vier velgen garen
Wentelde op uw levensbaan
zes en vijftig maal met vlijt
om, op ’t aspunt van de tijd.

3
Naar de regels der natuure,
wijst uw levensuurwerk wis
De volslagen middagure
Zoo het niet al later is
Ja, wij zien van uur tot uur,
’s Levens lang is kort van duur

4
wil de Heer den wensch volmaken
Die mijn ongeveinsd gemoed
Doet naar de vervulling haken;
Nimmer drukk’ u tegenspoed;
Vrede zij en blijv’ steeds in
Uw gezegend huisgezin!

5
Leef nog lang tot nut van velen.
Tot in grijzen ouderdom
’t Zalig uitzigt u kan streelen;
(Keerd’ uw lijf tot stof weerom,)
Uwe ziel behouden strand
Aan het hemelsch vaderland!
De Wet 10 geboden Zoek god
Colijnsplaat 6 december 1857
Dit wordt u toegewenscht
door
Janna van der Maas
Psalm zeven

Door Hester van Rees

Afbeeldingen:

  • foto huwelijksprent, “Huwlijks groeten aan mijn geachten vriend en vriendin ! W.Heuseveldt en J.H Vliegenthart”, opgedragen door Elizabeth Dom.  (het huwelijk is op 14 mei 1879 te Zierikzee)
  • knipprent, gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van Pieter van Paassen (ca. 1791-1870) als ‘Vader en Opziener’ van het Oude Manhuis
  • harteprent ter gelegenheid van de 56e verjaardag van Klasina Remeijn, 1857
    Foto’s Historisch Museum de Bevelanden, Goes

Bronnen:

1.  Jan de Prentenknipper, door Joke en Jan peter Verhave, uitgeverij De Koperen Tuin, Goes 1993
2.  Kort door de Bocht, door Frank de Klerk