Basis en baken van Knipkring Nijmegen
Met het overlijden van Joke Verhave verliezen we niet alleen een van de meest actieve, inspirerende steunpilaren van onze vereniging, maar ook een onmisbaar lid van knipkring ‘Kniprijk Nijmegen’.
Een soepele manier van lesgeven
In 1981 volgde ik een cursus textiele werkvormen op de Lindenberg, een cultureel centrum in Nijmegen. Ik zag daar een groepje cursisten bezig met papierknippen en vond het een intrigerende bezigheid. Joke gaf er haar eerste cursus aan onder anderen Riet Driessen en Lies Kregting. Ria de Bruijn en ik gaven ons op voor de volgende cursus die helaas niet doorging. Toen de cursus alsnog gestart zou worden, waren er maar vijf gegadigden over – te weinig voor de Lindenberg. We hebben toen bij Joke thuis les gekregen met alle voordelen van dien. We zagen haar eigen werk, het knipsel waar ze op dat moment mee bezig was, haar vele aankopen van historische knipsels en ook het kostbare, grote (61 x 64 cm) ‘Wapensnijsel van Nijmegen’ uit 1721 dat Joke thuis in opdracht van het museum Het Valkhof aan het restaureren was. Joke had een soepele manier van lesgeven. Niets moest, er was geen standaard of dwingende traditie. Ze reikte technische mogelijkheden en oplossingen aan en liet ons daarmee systematisch oefenen om direct daarna ons aan te zetten tot toepassing van het geleerde bij het vormgeven aan eigen ideeën. Had je op dat moment geen inspiratie, dan was haar advies: “kijk goed om je heen, je kunt van alles knippen wat je om je heen ziet”. Dit gebeurde vanuit een houding die ze zo goed omschreven heeft in een interview in het tijdschrift Immaterieel Erfgoed.[1]
“…Voor de één is het een mooie bloem knippen, voor de ander een technisch hoogstandje, dat maakt niet uit. Het gaat om het plezier dat je eraan beleeft. Voor mij is het zo, als ik er eenmaal aan begin, ik niet meer kan stoppen. Dan moet het af. En als het af is, begin ik aan het volgende. Ik kan het niet loslaten. Je bedenkt ook niet alles van tevoren, sommige stukken komen vanzelf tijdens het knippen. Dat is een mooi proces.”
Knipkring Nijmegen
Vooral dat plezier straalde Joke uit en dat werkte aanstekelijk op ons. Enkele jaren na de oprichting van de vereniging is Joke gestart met onze knipkring, waarvan de boven genoemde knipsters nog steeds lid zijn. Riet Driessen heeft het stokje van lesgeven overgenomen en ook daarvan zijn enkele cursisten onze kring komen versterken. Joke was zeer betrokken bij en drijfveer van onze maandelijkse bijeenkomsten. We genoten van haar historische kennis evenals van haar nieuwe ontdekkingen en contacten.
Elke bijeenkomst had zij wel iets interessants te vertellen, bijvoorbeeld over haar speurtochten, samen met haar man Jan Peter, naar oude knipsels in antiquariaten. We profiteerden van haar contacten in binnen- en buitenland. Zo had zij voor haar restauratie werkzaamheden contact met een medewerkster van het Nijmeegs Archief. Daardoor mochten we komen kijken hoe ‘oud papier’ gemaakt werd en gebruikt voor restauratie van belangrijke aktes. Haar contact met de familie Lever leverde een workshop in Schoonhoven op bij Tobia Lever, dochter van Wiecher Tjeert Lever.
Het knippen tijdens onze bijeenkomsten bleef echter het belangrijkste doel. Wat Joke uitstraalde in haar lessen, werd ook de sfeer in de kring: geen competitie maar interesse in elkaars werk en elkaar zo nodig helpen. In het interview in bovengenoemd tijdschrift Immaterieel Erfgoed geeft zij duidelijk haar zienswijze op het deelnemen aan een knipkring: “We beginnen met een kopje koffie en bijkletsen. Maar als het knippen eenmaal begint, wordt het doodstil, iedereen is geconcentreerd bezig. Men trekt zich ook aan elkaar op, vooral als een paar goede ertussen zitten. Dan kijken ze de kunst bij elkaar af. Het deel uitmaken van zo’n knipkring vormt ook een bepaalde bron van trots.”
Zelf heeft ze in haar eerste knipperiode mooie knipsels proberen na te knippen om zo te ontdekken hoe je knipproblemen oplost en een compositie maakt. Daarna is zij gewapend met die ervaringen haar eigen koers gaan varen. Dat stimuleerde ze ook bij ons: kijk hoe iets geknipt is, maar ga daarna zelf ermee aan de slag. Dat is dan ook een leidraad geworden voor onze kring.
We hebben dit principe bijvoorbeeld toegepast toen we de laatste jaren het boek van Frouke Goudman [2] als bron voor nieuwe werkwijzen gebruikt hebben. Eerst ervaren: hoe heeft zij het gedaan en daarna: wat kan ik ermee.
Joke heeft gelukkig tot aan de coronamaatregelen aanwezig kunnen zijn bij onze bijeenkomsten, gehaald of gebracht door Ria de Bruijn of door Jan Peter. Het overlijden van Joke betekent een groot gemis voor onze knipkring. Niet alleen door alles wat zij inzake het knippen voor ons betekend heeft. Ook als fijn, inspirerend en positief ingesteld mens zullen we haar erg missen.
- Elise Meier, ‘Kwetsbaar erfgoed’, in: Immaterieel Erfgoed, nummer 2, 2012, pag. 22 – 26. Het tijdschrift vindt u als PDF op internet
2. Frouke Goudman Cupido, Vertalen in Papier, Eigen beheer uitgave, Amersfoort, 2007.
Door Trees Saris