In de Knip-Pers van december 2003 stond een oproepje van de redactie: Wie weet wat meer over het boekje “De geknipte wereld van Koos Post”? Het is geschreven door Bert van Baar en kennelijk gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van Koos Post van Uitgeverij Spaarnestad in 1988. Dit boekwerkje was door een vriend van Marijke Barten uit Winkel op een rommelmarkt gevonden. Deze oproep leverde geen reacties op maar gelukkig had Jeannet Pasterkamp de goede gedachte om Radio Noord‑Holland in te schakelen.
ledere middag (niet in het weekend) heeft Hans van Willigenburg een programma, waarin hij de luisteraars vraagt mensen te helpen die boeken of artikelen zoeken, vragen hebben, reünies willen organiseren of de tekst van een oud liedje willen weten enz. enz. Vaak worden deze zaken door de luisteraars al tijdens de uitzending opgelost. Marijke Barten nam contact op met Radio Noord‑Holland en dat heeft resultaat gehad: Koos Post werd inderdaad gevonden! Hij kwam in de uitzending en heeft ook met haar gesproken. Hij vond het erg leuk dat men belangstelling had voor zijn knipwerk, werd direct lid van onze vereniging en wilde best geïnterviewd worden!
Dus togen Marijke en ik op een zonnige dag in juni met de trein naar Haarlem voor een bezoek aan Koos Post. Het werd een bijzondere middag! Koos bleek een begenadigd causeur te zijn met een groot gevoel voor humor en een nog groter relativeringsvermogen. We werden uitermate vriendelijk ontvangen. Omdat Koos recent erg ziek is geweest en een operatie heeft ondergaan, was ter versterking zijn goede vriend de heer Kinkelder aanwezig die ons van lekkere koffie voorzag. Hij had bovendien veel knipwerk meegenomen dat Koos speciaal voor hem en zijn vrouw in de afgelopen jaren heeft gemaakt bij diverse gelegenheden. Zoals bijvoorbeeld het knipsel hieronder, waarbij het kleinkind is afgebeeld toen het naar de kapper moest.
Koos Post werd op 8 april 1926 in Delft geboren in een heel ‘gewoon’ milieu. Na de lagere school bezocht hij de Ambachtsschool waar hij werd opgeleid tot huisschilder. Zijn talenten bleken toen al in het oog te springen want dankzij de Gemeente Delft kreeg hij na de Ambachtsschool een volledig betaalde opleiding aan de Kunstacademie in Den Haag aangeboden.
Het einde van zijn opleiding viel ongeveer tegelijk met het einde van de Tweede Wereldoorlog. Toen Koos na de oorlog een paar weken met de Amerikanen meetrok, was zijn moeder niet ongerust maar dacht: ‘dan heeft hij in ieder geval goed te eten’. Zij had een grenzeloos vertrouwen in haar zoon. Toen Koos al op jonge leeftijd begonnen was hoeden te ontwerpen en te maken, zette zijn moeder die trouw op haar hoofd en ook de jurken die Koos voor haar ontwierp en naaide, droeg ze met veel plezier.
Hoewel hij het heerlijk vond lekker voor zichzelf te werken, begon Koos in 1951 toch aan zijn eerste echte baan bij de chocoladefabriek Union in Haarlem als ontwerper en daarna werkte hij enige tijd bij de Rubberstichting in Delft, waar hij reclamemateriaal maakte en tentoonstellingen ontwierp.
In 1957 kwam hij in dienst bij Uitgeverij Spaarnestad in Haarlem en daar zouden zijn talenten pas goed tot ontplooiing komen! Begonnen als ‘opmaker’ van modeboeken, kwam hij al heel snel als illustrator te werken voor diverse jeugdbladen zoals Okki, Taptoe, Tina en vooral voor het blad Club. Met zijn levendige fantasie had hij geen enkele moeite om tekeningen te maken bij de meest wilde verhalen. Hij deed al het lay-outwerk en vond het heerlijk, zoals hij zei: “Net zoiets als het maken van een vakantiealbum!”. Een echte carrière had hij nooit zo erg voor ogen, hij wilde vooral veel plezier hebben en eigenlijk niets moeten. Zijn zusje zei een keer tegen hem: “Je bent gek, maar eigenlijk zou ik ook wel eens een beetje gek willen zijn!”.
Rond 1968 begon hij met knipwerk, want, zoals hij zelf vertelt: “Ach, ik zat altijd aan mijn bureau met papier en een schaar en dan begin je gewoon wat te knippen”. Dat ‘gewoon knippen’ bleek helemaal niet gewoon; hij heeft een enorme productie gehad van duizenden knipsels. Hij maakte ook knipwerk in opdracht, maar liet een ander graag zorgen voor de verkoop en de financiële afwikkeling, want de zakelijke kant had absoluut zijn belangstelling niet. Speciaal de knipsels van kindertjes met klompjes waren zeer geliefd bij de Amerikanen, maar Koos knipte ook graag wat ‘gewaagdere knipsels’.
Koos knipt zijn hele leven al met hetzelfde schaartje. De knipsels hadden allerlei formaten, de grootste ca. 50 x 60 cm. En altijd van zwart fotopapier; eerst tekent hij op een apart blad zijn eigen ontwerpen en die brengt hij dan met wit carbonpapier over op het zwarte papier. Zo kan hij zijn eigen ontwerpen meer keren gebruiken. Slim!
Dat witte carbonpapier kende hij van zijn andere bijzondere hobby waarbij de schaar gebruikt wordt, namelijk het maken van kleding. Ooit begonnen met de kleding voor zijn moeder en zijn zusje en later ook voor de kinderen van zijn zusje, bekwaamde hij zich dermate in het ontwerpen en naaien dat hij zelfs een japon voor Koningin Juliana heeft gemaakt! Ook maakte hij voor zichzelf de meest fantastische modieuze creaties.
Koos is trouwens een creatieveling op velerlei gebied. Niet alleen kan hij fantastisch tekenen, hoeden, kleding en knipwerk maken, maar het appartement waar hij woont in Haarlem is heel sfeervol ingericht met fraai antiek en ook hier ontbreken de speciale “Koos”-accenten niet: een lap prachtig bewerkt brokaat als kleed op tafel bijvoorbeeld, en een serie baardmankruiken als ‘familie’ bij elkaar opgesteld. Hij vertelde ons dat hij tot 2002 geregeld kookte voor zijn ‘eetclub’, waarbij hij voor zo’n 10 personen een lekkere maaltijd bereidde en daarbij natuurlijk de tafel prachtig dekte met damast en kandelaars. Jammer genoeg zijn sommige gasten niet meer in staat te komen en de eetclub moest worden opgeheven. Hij kookt nog wel zo veel mogelijk voor zichzelf, daar heeft hij gelukkig nog wel plezier in.
Een man met zoveel mogelijkheden is een duizendpoot te noemen en in zijn lange leven heeft hij veel tot stand gebracht, en dat helemaal op zijn eigen manier. Zelf vindt hij het allemaal niet zo erg bijzonder. Zo zegt hij bijvoorbeeld van het knipwerk: “Ja, maar het zijn alleen maar silhouetjes! En zo bijzonder is het allemaal niet, ik kan tekenen en dan hoef je alleen maar langs de lijntjes te gaan met de schaar!”
In zijn hele leven is hij een vrijbuiter geweest en hij had en heeft geen contacten met andere knippers of knipsters gehad, al herinnert hij zich wel ooit een keer bij Tjeert Lever in zijn museum in Westerbork te zijn geweest, maar het is bij die ene keer gebleven, hij vond het niet zo’n vrolijke man. lk vroeg hem ook nog of Mance Post, ook een bekende naam in knipperskringen, familie van hem was, maar dat bleek niet het geval.
Koos Post, een unieke man en een unieke knipper. Ook al hij is nu 78, bij het vertellen van zijn levensverhaal zag ik steeds die twinkeling in zijn ogen, waaruit bleek dat hij nog erg jong van hart is. Het was heel boeiend met hem en zijn geknipte wereld kennis te maken!
Ieke Boosman