De gebroeders Bidloo, KoertenKoerier 14

Interessante geleerde heren uit Joanna Koertens tijd waren ook de gebroeders Bidloo. We komen ze tegen in de Testascatalogus en beide versies van de Lofdichten uit 1735 en 1736.

Govert (Govard) Bidloo (1649-1713) was chirurgijn, anatoom, lijfarts, hoogleraar, schrijver en librettist. Hij woonde in de Gouden Bocht in Amsterdam, Herengracht 455. In 1694 werd Bidloo hoogleraar in de ontleed- en heelkunde in Leiden, tot hij in 1701 de lijfarts werd van stadhouder-koning Willem III. Na de dood van de vorst in 1702 werd hij weer hoogleraar in Leiden, waar hij later werd opgevolgd door Herman Boerhaave. In de Lofdichten uitgaven is het gedicht “Op het beschouwen der roemruchtigste en kunstigste papiere snywerken, enz” opgenomen. Daaruit blijkt uit de titel en de strofe “Nu ‘k dien papieren wonderschat,/Zoo zwaar by Kunstenaars gewoogen,/Beschouw in Gysbrechts weereltstadt” dat Bidloo zelf het werk van Koerten heeft kunnen bekijken. En mogelijk heeft hij ook zijn handtekening gezet in Joanna’s handtekeningen verzameling. Wat helaas ontbreekt is een getekend portret in de Testascatalogus. Het bekendste portret van Govert is een gravure van Gerard de Lairesse (1640-1711) uit 1690.

In de Testascatalogus komen wel portretten voor van zijn broer Lambert. Lambert Bidloo (1638-1724) was een apotheker en botanist. Hij was een van de leidende figuren van de zgn. Zonisten van de Amsterdamse doopsgezinden. Hij schreef talloze theologische en geschiedkundige verhandelingen en vertalingen van buitenlandse literaire werken. Wat dichtkunst betreft is hij vooral bekend geworden van het Panpoëticon Batavûm waarvoor hij in 300 pagina’s een overzicht op rijm van Nederlandse schrijvers van de laatste 150 jaar samenstelde. Een literaire prestatie die overigens niet erg werd gewaardeerd. Zijn portret is door Verkolje geschilderd en door Houbraken gegraveerd. Interessant is ook de prent die Arnoud van Halen, die het Panpoëticon Batavûm, met geschilderde schrijversportretten samenstelde. [3] Getoond wordt Bidloo op 86-jarige leeftijd met in de linkerhand een prent van het Panpoëticon en in de rechterhand een schrjfveer waarmee hij de titel van zijn grote gedicht opschrijft. Eronder een gedicht van Ludolph Smids.
       

In de Testascatalogus worden twee portretten van Lambert Bidloo genoemd:

In Konst-Boek, Letter A onder nummer 38:

Het Portrait van L.Bidlo, Borststuk, door den zelven (= Verkolje)“.
Het gaat daarbij om een tekening. Plomp vermeldt in zijn artikel als verbljf het Teylers Museum (inv.nr.pp.95b).

In Omslag, Letter C.:

Een dito (=Portrait), met Oost-Indische Inkt, door N. Verkolje“.
Die tekening bevindt zich (volgens Plomp onjuist als Houbraken) in het Leids Prentenkabinet (AW 1033).

Literatuur
Govert Bidloo
NNBW4 (1918).
Literatuurgeschiedenis, “Bidloo en Bidloo, een opmerkelijk duo”.
Lambert Bidloo
NNBW, dl.8 (1930)
Plomp (1989), noot 15.

Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in De KoertenKoerier 14, najaar 2020.
Afbeeldingen WikiCommons en Rijksmuseum