Bronckhorst en Henstenburgh, KoertenKoerier 19

Het portret van Johannes Bronckhorst (1648-1727) is in Konst-Boek, Letter A te vinden onder nummer 42: “Een dito (=portrait), Bronkhorst met veel bywerk door denzelven (=Verkolje), met een geschreeve portret daaronder”.
Van deze kunstenaar wordt in de Testascatalogus een kunstwerk vermeld, onder nummer 7 van Konst-Boek, Letter B”:
Een Tuyn-gezicht, met Pauwen, Calkoenen en diverse andere Gevogelte, en verder bywerk, door Bronckhorst”. Afb.2 is een vogeltekening van Bronckhorst.

Johannes Bronckhorst was een Hoornse pasteibakker en amateurtekenaar van vooral vogels. Zijn portret is kunsthistorisch gezien niet zozeer belangrijk, schrijft Robert-Jan te Rijdt in zijn tekeningen bijdrage aan de Verkolje tentoonstelling van 2011 , maar wel interessant omdat het de enige bewaarde schets van Verkolje is. Het blad moet bij het selecteren van de nalatenschap zijn gewaardeerd als kunstenaarsportret en daarom niet zijn weggegooid met het andere werkmateriaal van de kunstenaar. Die schets werd uiteindelijk uitgewerkt tot een verzamelaarstekening. Die portretten (geschilderd en getekend) waren populair in de eerste decennia van de 18de eeuw, vooral in Haarlem en Amsterdam. Het was niet ongebruikelijk geschilderde portretten weer te geven temidden van diverse attributen. Het vervangen van die attributen door putti – in de 18de eeuw wel “zinrijke kindertjes” genoemd- was een vernieuwing die te danken was aan Arnold Houbraken en Nicolaas Verkolje.
Hoe belangrijk de opdracht voor het maken van portretten van Koertens Stamboek was blijkt uit het gegeven dat hij van de portretten van de meeste kunstenaarsportrretten en van enkele dichters hij tweede en soms ook derde exemplaren gemaakt. Die konden dan uiteraard naar familie van de afgebeelde kunstenaar of lokale bewonderaars van hem gaan, of naar verzamelaars die veel werk van hem bezaten.
De putti in schets en tekening tonen drie putti die de Schilderkunst, de Inspiratie en de Faam verbeelden. De datering die Te Rijdt voor de tekening gebruikt is “Zonder jaartal (circa 1720- 1725)”, maar opvallend is dat geboorte en sterfdatum in de tekening worden vermeld als 1748 en 1727.

Een leerling van Bronckhorst was Herman Henstenburgh (1667-1726).Hij kwam in de leer bij Bronckhorst in 1683 en werd ook pasteibakker. Zijn portret is in de Testascatalogus te vinden in het Konst-Boek, Letter A onder nummer 44:
“Een dito (=portrait), Herman Henstenburg, door denzelven (=Verkolje), met dito (=een geschreeven Vaars)”. De verblijfplaats van dit portret is onbekend. Van Gool vermeldt in zijn lexicon uit 1750 een portret van Henstenburgh door Verkolje met een gedicht van S. Feitama uit 1720. Dezelfde Feitama maakte ook een gedicht bij een zelfportret van Verkolje uit 1725.
In Konst-Boek, Letter B komen tekeningen van Henstenburg voor:
Nr.3: “Een Tafel met diverse Vrugten, uitmuntend in Miniatuur geschildert, door Henstenburg
Nr.4: “Een Fles met diverse Bloemen, door denzelven“.
Nr.5: “Een vogeltje en enige Vlindertjes en Bloemen door denzelven“.
Nr.6: “Twee Vogeltjes mede uitvoerig door denzelven“.
Van Verkolje zijn drie tekeningen van Henstenburgh bekend, maar de verbljfplaats van het portret uit het Stamboek is nog niet achterhaald. Wel nam Van Gooi in zijn lexicon van 1750 een vermelding van dit portret op dat van een vers van Feitama was voorzien.
Tijdens zijn bezoek aan Henstenburgh heeft Verkolje obk twee kleine olieverf van de schilder en zijn echtgenote Weijntje de Kneu gemaakt. Ook hiervan is de huidige verblijf onbekend. [afb. 3,4]

Literatuur
– Jim van der Meer Mohr, De Schilders van Westfriesland, Zwolle/Hoorn 2022.

Afbeeldingen
[2] Vogeltekening van Bronckhorst (p. 116).
[8.9.10] Tekeningen van Henstenburgh (p. 17-119).
[3,4] Portretten van Henstenburgh en zijn vrouw. In: J.R.Brozius, Nicolaas Verkolje en de “beminders der konst”, Hoorn 2001, p.8-10

– Vermelding van het portret van Henstenburgh door Verkolje in Van Gool (1750) met een gedicht van S.Feitama.

Door Henk van Ark.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de KoertenKoerier 19, najaar 2022.
Afbeeldingen Wikicommons en RIjksmuseum.