1960 Roden-Westerbork-Schoonhoven 1995
Op 19 december 1960 opende het Nederlands Museum van Knipkunst in Roden zijn deuren. Het museum ontstond op initiatief van papierknipper en verzamelaar Wiecher Tjeert Lever. Lever, die al knipte sinds zijn jeugd, timmerde aan het einde van de jaren veertig behoorlijk aan de weg met zijn knipwerk en vaardige demonstraties. De reacties daarop waren zo goed dat hij besloot van het kunstige knippen zijn beroep te maken. Om die reden ging hij zich ook bekwamen in het knippen van profielportretten. In de jaren vijftig werkte hij vanuit zijn atelier “de Meeuw” in Muntendam en hij reisde het hele land door om zijn inkomsten te verdienen. Lever verzamelde oude ‘knipsels en verrichtte onderzoek naar leven en werk van verschillende papierknippers. Ook stelde hij een succesvolle handleiding papierknippen samen. Rond 1960 besloot Wiecher Lever de inmiddels door hem opgebouwde collectie papierknipkunst te gaan tonen in een eigen museum dat kon worden ondergebracht in een gedeelte van “De Winsinghhof” in Roden. Vijf jaar daarna moest dit gebouw worden gerestaureerd en verhuisde het knipkunstmuseum naar het nabij gelegen Westerbork. Het Nederlands Museum van Knipkunst was daar eerst gevestigd in een schoolbarak aan het Westeinde, later kreeg het een plaats aan het Gualthérie van Weezelplein in het centrum van het dorp. Levers harde werken leidde daar echt tot resultaat, het museum groeide in Westerbork uit tot een ware toeristische trekpleister waar interessante knipsels bekeken konden worden en waar de eigenaar/directeur vlot portretten knipte en een toelichting op het tentoongestelde werk gaf. Door het onverwachte overlijden van museumoprichter Wiecher Lever kwam aan deze positieve ontwikkeling plotseling een einde. Zijn museum bleef weliswaar nog enige jaren open, maar uiteindelijk werd het in 1987 gesloten. Nog erger was dat een jaar erna de volledige museumverzameling op de veiling terecht kwam, niet alleen vanwege de eventuele (naar later bleek veel te hoog geschatte) opbrengst, maar ongetwijfeld ook als poging om Levers levenswerk volkomen te vernietigen. Zover is het gelukkig niet gekomen. De in 1988 opgerichte stichting W.Tj. Lever slaagde erin de financiële middelen bijeen te brengen om belangrijke delen van de Westerborkcollectie aan te kopen en zo bij elkaar te houden. Met de verwerving van ruim achttienhonderd knipsels, 80% van Levers museumbibliotheek en de onmisbare documentatie (krantenknipsels, tijdschriftartikelen, brieven) kon zo de basis worden gelegd voor de voortzetting van het Nederlands Museum van Knipkunst, zij het in een andere opzet. Tentoonstellingen en presentaties, gehouden op diverse plaatsen in het land, vormden hiervoor de eerste aanzet, erop volgde de start van het museum in een expositieruimte aan de Oude Haven in Schoonhoven in 1992. Na enige tijd kon op deze plaats een opstelling worden gepresenteerd waarmee een goede indruk kon worden gegeven van de geschiedenis van de Nederlandse papierknipkunst. Bovendien was er ruimte voor het houden van wisselexposities en het geven van demonstraties papierknippen. De expositie- en activiteitenmogelijkheden van het nieuwe Nederlands Museum van Knipkunst konden aanzienlijk worden verruimd door de verhuizing van het museum naar een ander en groter onderkomen in de Stadhuisstraat in het begin van 1995. Daar wordt in de maanden december 1995 en januari/februari 1996 stilgestaan bij het 35-jarig bestaan van het museum door middel van de tentoonstelling “Kurieuze stukken van Papier” en het organiseren van verschillende activiteiten (zie museumnieuws).
Het Nederlands Museum van Knipkunst leeft dus weer en dat willen we graag zo houden. Het museum is daarom geen particulier bezit meer, zoals dat bij Wiecher Lever het geval was, maar een culturele instelling in stichtingsvorm. Het is gelukt in korte tijd het knipkunstmuseum weer op de Nederlandse museumkaart te krijgen en de museumcollectie met goede nieuwe aanwinsten verder uit te bouwen. Met de vaste opstelling, de wisselexposities en -presentaties, onderzoek en publicatie daarvan in de eigen nieuwsbrief kan op uitstekende wijze de geschiedenis van de Nederlandse papierknipkunst worden belicht. Dat was de bedoeling en inzet van Wiecher Tjeert Lever en dat staat het bestuur van de stichting W.Tj. Lever nog steeds voor ogen. Het blijft ook zo, nu en in de toekomst. Er is maar één Nederlands Museum van Knipkunst, gevestigd in de Stadhuisstraat nummer 7 in Schoonhoven.
Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in Nieuwsbrief 1995-4 van Stichting W. Tj. Lever.