Vervolgverhaal bij overhaal, Knip-Pers 1995-4

De zoektocht naar een bakkersknecht in of rond Deersum is weer een stukje opgeschoten. Wij willen daarvan verslag doen omdat het een interessant onderdeel is van de geschiedenis van de knipkunst. In de praktijk komt het neer op speuren in de oude boeken waar in de gegevens over de bevolking staan opgeschreven, per dorp en alle bewoners die op elk van de adressen hebben gewoond. Daarbij worden ook de beroepen en het lidmaatschap van een kerk vermeld.

De vorige keer noemden we twee bakkersknechts, maar ze waren eigenlijk te jong om de afgebeelde knipsels te hebben kunnen maken. We moeten dus verder zoeken naar de bakker die Teake Sibbes Bakker heette en zijn vrouw Renske Sytses Ypma; hun woonplaats hebben we in Deersum niet gevonden, dus moeten ze in de buurt hebben gewoond. We kunnen immers nog niet uitsluiten dat Teake zélf de knipper was en ondermeer een knipsel voor zichzelf en zijn vrouw had gemaakt (ongedateerd).
Een nieuwe duik in het gemeentearchief van Grouw leverde echter nog een andere persoon op: Trijntje Boersma, broodverkoopster, geboren 1787 en in 1850 63 jaar oud, wonend in Deersum. Een volwassen zoon en dochter woonden bij haar in: Adam Hotzes de Boer, 29 jaar, timmermansknecht en Janke Hotzes de Boer, 30 jaar. Dat bracht ons op een tweetal gedachtenkronkels.

afb. 1, Hoewel een slechte af druk, toch een indruk van het ‘laatst gedateerde knipsel’ voor Geertje Pieters Faber, geboren den ? Maart 1787. Anno 1849.

Konkel 1

Wellicht was de man van Trijntje, Hotze de Boer, ook broodverkoper en heeft zij zijn beroep overgenomen. Als hij de knipper is geweest, dan moet hij vlak voor 1850 zijn overleden, want het laatst gedateerde knipsel is in 1849 gemaakt (dat voor Geertje Pieters Faber). De overlevering van het echtpaar Zijlstra, dat de overhaal aan de Zwette bediende, geeft geen indruk van de leeftijd van de bakkersknecht, die zo nu en dan een kopje koffie bij hen dronk. Zijn geboorte- en sterfdatum zijn nog niet gevonden maar, als hij ongeveer even oud was als zijn vrouw, moet hij ongeveer 60-65 jaar zijn geweest bij zijn dood. Het oudst bekende knipsel uit 1842 (voor Anske Bouwes van Dijk) zal hij dan omstreeks zijn 55e jaar gemaakt moeten hebben.

afb. 2, W.J. van der Zee, 29 x 34 cm, ongedateerd.

Kronkel 2

In het jaar 1857 vroeg het bestuur van het Friesche Genootschap aan de schoolmeesters om een beschrijving van hun dorp te geven. In het antwoord van meester S.J. Smidt uit Deersum is o.a. te lezen: “Met Ambachtslieden is dit dorp niet rijk gezegend; 2 timmerlieden, waarvan er een tevens bakker is, een schoenmaker en een schipper”. Adam Hotzes de Boer was in 1850 timmermansknecht. Het is niet ondenkbaar dat hij na het overlijden van zijn vader zijn moeder is gaan helpen bij het rondventen van brood in de Deersumer buitengebieden… Zo kan hij in 1857 de door de bovenmeester genoemde timmerman-bakker zijn geweest. Ten tijde van het eerst bekende knipsel in 1842 was hij dan ongeveer 21 jaar oud en daarmee is hij een goede kandidaat voor onze knipper c.q. bakkersknecht.

afb. 3, GGS en PTW staan voor Gerrit Gerkes Schaafsma, timmerman te Sybrandaburen, en Petronella Tjalko Wassenaar, Knipselmuseum Schoonhoven.

Wie weet duikt er nog eens een knipsel op dat gedateerd is na 1850, waardoor het waarschijnlijk wordt dat niet vader Hotze, maar zoon Adam de knipper was van de mooie knipsels met anjerachtige bloemen, hoorns van overvloed, duiven en stijve engeltjes, opgesierd met prikgaatjes.
We zijn nog niet uitgeknipt tussen Grouw en Sneek!

Joke en Jan Peter Verhave en Cees Hettema