Tola Steinhage, veelzijdig kunstenares, Knip-Pers 2016-1

afb 1

We kregen bericht dat Tola afgelopen oktober is overleden in Frankrijk, 98 jaar oud.

Zij was in de vijftiger jaren een bekende knipster (psaligrafe) van rooms-katholieke afbeeldingen
en sprookjes; ook illustreerde ze kinderboeken met haar knipsels. Zij is nooit lid
geworden van onze Vereniging en ook had ze geen contact met andere knippers.

Toch willen we nog eens bij haar persoon en werk stilstaan (we schreven al eens over
haar in de Knip-Pers van maart 1989). We doen dat nu aan de hand van Line Huizenga-
Onnekes, die Tola in 1949 bezocht en over haar schreef in haar onuitgegeven boek over
de knipkunst en in het Hengelo’sch Dagblad van 11 februari 1956. Hoe het leven en werk
van Tola zich nadien ontwikkeld heeft, weten we niet.

Tola Steinhage is geboren in 1919 in het stadje Lügden bij Pyrmont. Haar liefhebberij was van klein kind af knippen. Haar ouders zagen met lede ogen dat bijna niets anders haar belangstelling had. Met de schaar toverde zij uit een stukje zwart papier allerlei
sprookjesfiguren.

Toen het gezin naar Essen verhuisde, stonden hare ouders haar toe de Kunstacademie te Düsseldorf te bezoeken. Daar ging een nieuwe wereld voor haar open. Ze zag daar beeldhouw-, schilder-, teken-, en naaldwerk en dikwijls zal ze in stilte gedacht hebben: “maar zó kan ik het  ook”, want Tola is ongelofelijk handig en kunstzinnig. Ze is een begenadigde kunstenares. Haar verblijf te Düsseldorf duurde niet lang. Tola’s vader was redacteur-uitgever van het nti-nazi-orgaan, “Der Deutsche Weg”. Het gezin moest naar Nederland vluchten.

Op het nippertje kregen zij nog hun eigendommen over de grens. Ze vestigden zich in Oldenzaal. Een nieuwe periode begon en Tola ging door met haar werk en richtte een eigen atelier in. Ze knipte nu niet alleen, maar schilderde, boetseerde, maakte vloerkleden en wandkleden, naar eigen ontwerp.

Ze vond zelfs een nieuwe werkwijze uit waardoor ze ook hare overgebleven eindjes wol in
prachtige kleurencombinaties verwerkte. Maar de oorlog brak uit. Haar ouders moesten onderduiken. Een zoon en een dochter konden helaas niet tijdig wegkomen. Ze werden opgepakt en naar een concentratiekamp vervoerd. Ik behoef niemand te vertellen wat men dan doormaakt. Tola zelf kreeg oproep na oproep om voor de Duitsers te werken, maar ze negeerde de dreigementen. Toen ze er tenslotte niet meer onderuit kon, wierp ze zich een pan kokend water over de voeten waardoor zij niet zou kunnen werken. Na de oorlog werd het gezin Steinhage herenigd, maar Tola kon het in Oldenzaal niet meer uithouden. Ze vertrok naar
Utrecht in 1947. Daar heb ik haar opgezocht. Ik zag van haar knipsels, tekeningen, poppen,
kleedjes, ja wat niet, het een al mooier dan het ander. Ik kwam ogen te kort. Ze kreeg opdrachten voor kleden in de basiliek te Oldenzaal en voor het illustreren van kinderboeken. Alle illustraties zijn zwart-wit knipwerk, want “daarmee kun je veel meer doen, dan met tekenwerk”, zegt ze.

afb 2

Dit knipwerk is van een verfijning en zo vol uitdrukking zo karakteristiek. Dit bereikt men met tekenen nooit. Ze knipte o.m. een Rozenkranskruistocht voor de jeugd. Het is specifiek Roomse
kunst in eigen compositie, en heeft dus met volkskunst niets te maken. Tola was een overgevoelig kind dat droomde, dat leefde uit een wereld in zich, maar dat vaak door de harde werkelijkheid werd wakker geschud. Ze gaf het niet op, maar zette hare dromen om in SCHADUWEN. Dit was het wat haar steeds weer trof, maar waar geen LICHT is, daar is ook
geen schaduw en daarom was dit de reflex van haar eigen ziel. Uit het een kwam het ander voort.

afb 3

Het is wonderlijk gegaan met haar werk. Zou men hier van Leiding kunnen spreken ? De dromen uit haren kinderjaren zijn werkelijkheid geworden. Ze heeft zich reeds een uitstekende naam op kunstgebied verworven. Zonder leed en tegenslag heeft ze dit echter niet bereikt. In Utrecht kon ze leven van haar kunst, maar toen haar ouders hulpbehoevend werden vertrok
Tola weer naar Oldenzaal. Daar heb ik haar nog eens opgezocht en het blijkt dat ze in Twente niet de erkenning kan vinden waar ze recht op heeft. Toch gaat ze door, met nieuwe ideeën en technieken. Zo blijft haar kunstenaarsziel groeien.

Joke en Jan Peter Verhave