Snijdsels van een schimmenspeler, Knip-Pers 1991-4

Een silhouet roept een beeld op dat we herkennen aan de omtrek van een voorwerp met ruimtelijke afmetingen, bijvoorbeeld ons eigen gezicht. Maar als onze eigen schaduw op een scheef vlak valt, lijkt het een misvorming van wat we echt zijn. Door knip- en snijwerk, dat op zichzelf een profiel is van de werkelijkheid, te beschijnen, kunnen we opnieuw een schaduw afbeelden op een vlak. Zulke schaduwbeelden of schimmen kun je laten bewegen en dan heb je de mogelijkheid om een verhaal te maken. Zo werkt in Indonesië de wajang en onlangs trad in Amsterdam en Utrecht een groep schaduwspelers uit Cambodja op met manshoge, uit leer gesneden poppen. Ook in India en Turkije leeft deze traditie van schaduwtheater en in ons land speelde men in de vorige eeuw met de “Chinese schimmen”.

We werden bij schaduwbeelden bepaald door een boekje dat Marie Thérèse Bruning ons leende, met gesneden platen door Frans ter Gast.

afb. 1, Frans ter Gast

In de Knip-Pers is over het werk van ter Gast nog niet zoveel geschreven en wij zijn te rade gegaan bij wat Line Huizenga-Onnekes in 1956 had geschreven over haar tijdgenoot, de schimmenspeler Frans ter Gast: “Misschien is hij op het ogenblik de enige in ons land, die zich met de edele kunst van het maken en vertonen van schimmen ophoudt. Hij snijdt zijn schimmen, knipt ze niet, omdat zijn vingers te dik zijn voor de kleine schaarogen. Zelf vindt hij dat hij daardoor scherper en pittiger lijnen krijgt, wat het werk een persoonlijk cachet geeft.

afb. 2, Frans ter Gast

Hij bezocht de Kunstnijverheidschool te Amsterdam en Haarlem, werkte drie jaar in het buitenland en vestigde zich in Den Haag als decorateur, afficheontwerper en sierkunstenaar. Hij illustreerde boeken, gebruikte silhouetten voor reclamedoeleinden en maakte een silhouetfilm. Ruim 25 jaar is het ontwerpen van schimmenspelen zijn grote “hobby”, waarvan een dertigtal spelen het resultaat zijn. Ze duren ongeveer anderhalf uur en er zijn er bij waarin ruim 500 figuren voor komen. Tot zijn repertoire behoren “De Legende van Beatrijs”, “Zwerftochten van Odysseus”, “Blauwbaard” en “De Moord van Raamsdonk”. En zo zien we dat de knipper en snijder van silhouetten nog heden ten dage vele mogelijkheden heeft”.

afb. 3, Frans ter Gast

Met bewegende schimmen kon men dus hele verhalen samenstellen en het publiek boeien door een combinatie van schaduwen, vertellingen en liedjes. Soms werkte men met een heel team van spelers, sprekers en aangevers “achter het scherm”. Het is inderdaad een kunst, waaraan wij, knippers, ons best wel eens mogen wagen, als vermaak voor het gezin of een partijtje in kleine kring!

afb. 4, Frans ter Gast

In het boek “Schimmenspel en het spelen met schaduwen”, door Hetty Paërl (Wereldbibliotheek 1979) lezen we verder over Frans ter Gast en zijn beweegbare schimfiguren vol scharnieren en touwtjes. Soms verwerkte hij dun gekleurd papier in zijn figuren en projecteerde ze met een felle lamp. “Erik van Godfried Bomans maakte hij zo tot een kleurig schimmenspel; andere stukken waren de “Baron van Münchhausen” en “Meneer Prikkebeen”. Ter Gast heeft zich ervoor beijverd dat de schimtraditie werd voortgezet en inspireerde jonge spelers.
In 1970 is hij overleden.

afb. 5, Frans ter Gast

Al eerder hebben we enkele afbeeldingen uit het boekje “Appeltjes van Oranje” geplaatst, waarvoor ter Gast in 1948 de silhouetten maakte. Hij hield veel van de vaderlandse geschiedenis en het Oranjehuis. Het bovengenoemde boekje, “Sage en Feit uit Oorlogstyd” uit 1946, behandelt het leven in de oorlog en gedichtjes van Jan Ubink begeleiden de platen van ter Gast. In de inleiding lezen we: “Frans ter Gast, de snijder van bekoorlijke schimmenspelen sneed in de winter van 1944-45 een paar platen naar aanleiding van de brandstoffennood. De reeks werd groot genoeg om een boek te vormen … Het gesneden zwart-wit beeld heeft, ook wanneer het niet op het witte doek wordt geprojecteerd, een eigen bekoring. De strakke scherpte van de lijnen en de beperkingen, waartoe de techniek onmiddellijk voert, geven het een karakter, die het van ieder andere kunstuiting onderscheidt”.

We vinden beide boekjes de moeite waard om door onze vereniging heruitgegeven te worden!

Joke en Jan Peter Verhave