Röemelé, schaarkunstenaar, Knip-Pers 2009-2

Onlangs kwamen we in het bezit van een knipwerk met twee mannen en een paard, zonder naam en aanduiding van plaats en tijd. Kennelijk vond een journaliste het zo aardig dat ze er voor de veiling een artikeltje aan wijdde [1]. We kregen die pagina van verschillende knipliefhebsters toegestuurd. Het knipsel had altijd gehangen in café-bakkerij Jacob Nijenhuis uit Gees.

We herkenden de maker als W.P.A. Röemelé, die in Peize overleed in 1833. We hebben onze aanwinst meteen uit de lijst gehaald, want het blauwe achtergrondpapier was verdacht verkleurd en de lijst had houtworm. Wat bleek, het knipsel was al eens eerder opengemaakt en toen verstevigd met het deksel van een kartonnen doos KING pepermunt. Dat soort karton uit de vijftiger jaren is natuurlijk niet zuurvrij en dus ongeschikt als achtergrond voor papier. Het knipsel zelf was vochtig geweest en beschimmeld. Alles is nu weer schoon en voorzien van zuurvrij achtergrondkarton.

afb. 1, 16 x 20,5 cm

afb. 2

Het was meteen voor ons een aanleiding om nog wat meer over deze knipper te weten te komen [2]. Tot onze verrassing blijkt uit de documentatie van het Nederlands Openluchtmuseum dat er in het café in Gees nog een tweede knipsel heeft gehangen, ook met mannen en een paard, dat nu in het Drents Museum te Assen wordt bewaard! Twee pendanten dus (afb. 2).
Museum ‘Het Hoogeland’ te Warffum heeft een groter knipsel, dit keer met naam: W.P.A. Röemelé. Het stelt ook een paardenkeuring voor; de knipper zal de paardenmarkt van Zuidlaren goed gekend hebben. Bij nader inzien blijkt dat ons knipsel vrijwel identiek is aan de linkerkant van het Warffumse stuk en de tegenhanger uit Gees/Assen gelijk aan de rechterkant!
Dit knipwerk (afb. 3) was eerder in bezit van F.H. Jansenius de Vries († 1960), bewoner van de villa Welgelegen in Warffum, die voor het maatschappelijk leven in die plaats veel heeft betekend.

afb 3, 27,5 x 39,5 cm

Wie was deze knipkunstenaar?

Willem Philip August Röemelé is in Den Haag geboren op 20 maart 1791 (en niet in Paterswolde, zoals we eerder schreven, en dus al helemaal niet in Zeeland, zoals in het krantenstukje staat). Zijn grootvader kwam uit Duitsland en de familie was Luthers. De naam is door diens nakomelingen op allerlei manieren gespeld. Willem trouwde met Antoinette Snijders (1788 Leiden – 1825 Norg) en het echtpaar kreeg vier kinderen, waarvan de eerste twee in Den Haag werden geboren. Waarom het echtpaar van het westen naar noord-Drenthe (vermoedelijk Paterswolde, toen gem. Eelde) verhuisde, is vooralsnog niet duidelijk.
Nadat Antoinette was overleden, trouwde hij in datzelfde jaar opnieuw, met Alagonda Christina Ahlburg in Vries; maar zij scheidden in 1832. Het zat hem niet mee! Van de levensstijl van zijn dochter moet hij ook verdriet gehad hebben: zij kreeg in 1830 van een onbekende Hagenaar (volgens het archief) een buitenechtelijk kind, dat na een jaar overleed; opnieuw kreeg ze een kind, dit keer van Haagse jonkheer (nu met naam en toenaam; dezelfde man?), in maart 1833.

Kort daarna, op 15 juli overleed Willem (wellicht door alle familieverdriet), zonder beroep, en de dochter trouwde toch maar met haar jonkheer. Röemelé presenteerde zichzelf als kunstknipper en silhouetteur of silhouetteerder, onder andere in advertenties in dagbladen. Hij heeft een redelijk grote productie gehad, maar of hij alleen van zijn kunst kon leven, is ons niet bekend. Hij maakte voor het Amsterdamse echtpaar Benjamin Donker Curtius en Christophora
Josina van Harn een groot knipsel ter gelegenheid van hun twintigste huwelijksfeest in 1829. Daarin staan de silhouetten van het echtpaar en elf kinderen, terwijl de (hoogdravende) tekst met fraai geknipte letters is uitgewerkt. Benjamin Donker Curtius was inspecteur-generaal van de Dienst de Posterijen in Den Haag en directeur van het Postkantoor in Amsterdam.
Röemelé maakte het in opdracht van het personeel van het Postkantoor en hij zal om al die profielen te knippen wel naar Amsterdam zijn gereisd. Kennelijk wist men hem ver weg in het hoge noorden te vinden en dat getuigt van enige bekendheid. Het is niet verwonderlijk dat dit stuk (100 x 80 cm) nu wordt bewaard in het Haagse Museum voor Communicatie [3].

Een eenvoudiger knipwerk maakte Röemelé voor een bruidspaar Dirk Tjeerds Visser en Tanneke van der Gouwe, getrouwd 18 januari 1805 te Nieuwendam. Dirk was zeekapitein en afkomstig van Hollum (Ameland). Hun zoon Job werd herbergier in herberg ‘De Zwaan’ te Hollum en daar heeft het knipsel gehangen, tot het in 1990 door achterkleinkinderen geschonken werd aan het Sorgdragermuseum op Ameland (geen afbeelding, 31 x 38 cm).

Ook het Openluchtmuseum bezit een knipsel met paarden van Roemele, een gezin, waarvan de man en de zoon (?) aan ’t vissen zijn voor hun huis; drie paarden vlakbij in de wei. Het is gemerkt ‘Met de Schaar door Röemelé 1830’ (afb. 4).

afb. 4, wit op blauw papier, 22,4 x 32,8 cm

van ‘W.A. Rummelé’ uit 1827, met paarden en koeien in een wei met bomen. Rondom de afbeelding zijn weelderige bladertakken met bloemen en vogels verwerkt en bovenin een cartouche met ‘Schaar Kunst’ in fraai versierde letters (52 x 64 cm). Een ander knipwerk van dezelfde maker is een geschenk van de Doetinchemse familie Vinkenborg aan het Stadsmuseum in die plaats. Het stelt een herder voor met koeien en schapen onder een boom, in een ovaal. In de hoeken versieringen met eikentakken (afb. 5). Het was danig beschadigd en is vakkundig gerestaureerd [4]. Hoe dit knipsel in de familie is gekomen weten we niet.

afb 5,wit op textiel, 63 x 50,5 cm

afb. 6, met als voorbeeld een gravure door M. de Sallieth, Roëmelé, 34 x 42 cm, 1832, Fries Museum Leeuwarden

En tenslotte is er een aantal zee- en kustgezichten, een ‘Gezigt op de Kust van Friesland’ (afb. 6) en twee stukken die Röemelé opdroeg “Uit byzondere hoogachting aan de Weled.e Gest. Heer J.A. Franse.” Wie die heer is, hebben we nog niet kunnen ontdekken; mogelijk kwam hij uit Zeeland. Beide zijn gesigneerd en gedateerd 1832, het ene, eenzelfde afbeelding van de Friese kunst en het andere een ‘Gezigt op Walcheren’ (beide 45 x 51,5 cm, op blauwe zijde en blauw papier en gedeeltelijk ingekleurd, zie Schaar-Kunst, pag. 65, 66, 67). Bovenin cartouches met zeewezens en de teksten ‘Met de Schaar’ en ‘SchaarKunst’. Deze twee fraaie stukken werden bewaard in het Nederlands Openluchtuseum, maar zijn nu terug bij de eigenaar, het Legermuseum te Delft.

Willem Röemelé was een vakman, kunstenaar en waarschijnlijk ook broodknipper, die vooral in de laatste jaren van zijn leven veel knipwerk gemaakt heeft. Hij gaf de mensen en de dieren heel natuurlijk weer en aan de kleding van zijn figuren is de Biedermeiertijd te herkennen (steken en hoge hoeden). De voorbeelden van zijn “zeeën” stammen uit het eind van de achttiende eeuw en geven dus niet het type schepen uit 1830 weer.

De knipper maakte diepte in zijn figuren, door het papier nat te maken en te laten drogen op een ongelijke ondergrond. Hij leefde zich verder uit in zijn randversieringen, die wat stijl betreft ook een herkenningspunt zijn. Ongetwijfeld zal er nog wel meer knipwerk van hem opduiken, met name in de provincies Groningen en Drenthe.

Joke en Jan Peter Verhave

[1] Janine Hoekstein, Papierknipkunst eeuwen oud. Dagblad van het Noorden, 24 januari 2009.
[2] J & JP Verhave, Geknipt! Walburg Pers Zutphen 2008, pag. 192, afb. 40.
[3] Henk van Ark, Over de papierknippers Cockart en Roemele. Nieuwsbrief Ned. Museum Knipkunst en Stichting W.Tj. Lever 2002, 1.
[4] A.K. Kisman, Van oud naar nieuw, het ‘Gelders erfgoed’ verrijkt. Gelders Erfgoed 1992, 16-18.