Over de papierknippers Cokart en Roemelé, Nieuwsbrief 2002-1

In de vorige nieuwsbrief (2001-4) hebben we werk laten zien van de ons onbekende papierknipper J.Cokart. Het ging om een spreukenknipsel uit 1786 en twee bavelaartjes uit 1796. Een korte zoektocht bracht ons in contact met mevrouw A. Cokart, die ons doorverwees naar haar broer, de heer H. Cokart. Hij beschikte over een gepubliceerde genealogie van het geslacht Cokart, van de hand van de genealogen Wijnman en Kits Nieuwenkamp, en verstrekte ons naam en adres van een familielid dat bijzonder in familieonderzoek geïnteresseerd zou zijn. Deze heer R. Cokart stuurde ons een volledig bijgewerkte genealogie Cokart waarin we verschillende Cokart’s met de voorletter J. vonden.

Vaak ging het daarbij om vroeg overleden kinderen, maar we troffen ook twee Cokart’s aan, die mogelijk de papierkunstenaar zouden kunnen zijn. Janneije Cokart (1737-1807) uit Amsterdam was getrouwd met de zilversmid Joost Meyer. Haar broer Jan (1739- na 3 aug. 1810) was, net als vader en grootvader “yvooren kammenmaker” van beroep en was getrouwd met de dochter van de glazenmaker Petronella Scholten. Van deze Amsterdammers is dus duidelijk dat zij zich bevonden in een ambachtelijk/kunstzinnige omgeving, maar van beiden is tot nu toe geen vermelding als papierknipper/-ster bekend. Dat bewijs moet dus nog worden gevonden en in dit opzicht is het Cokart-verhaal vergelijkbaar met dat van H.van Battum (zie nieuwsbrief 2001-2).
Met Cokart zijn we ons gaan bezighouden naar aanleiding van vragen van de heer Nystad en de heer en mevrouw Meijer.

Van de heer Havelaar van het Museum voor Communicatie in Den Haag ontvingen we een verzoek om informatie over de papierknipper W.P.A. Roemelé (1791-1833). Na toesturing van enige gegevens over deze knipper uit Paterswolde zond hij ons een mooie uitdraai van de website van februari 2002 van zijn museum.

 Roemelé, coll. Beeld & Geluid, Den Haag

Het knipsel van Roemelé wordt daarop uitvoerig besproken in de rubriek “Object van de maand” onder de titel “Bruilofstfeest in knipselkunst”. Het gaat om een stuk van groot formaat (ca. 80 x 100 cm) dat is gemaakt ter gelegenheid van het 20-jarig huwelijk van Benjamin Donker Curtius (1790-1863) en Christophora Josina van Harn (1790-1845) op 14juni 1829.

Donker Curtius was onder meer inspecteur-generaal van de Dienst der Posterijen en vanaf 1822 directeur van het Postkantoor in Amsterdam. Over het knipwerk vermeldt de tekst van de website: “…Centraal in het grote knipsel, dat in totaal zo’n 80 bij 100 cm meet, is een soort altaar geplaatst waarop een tekst met onder meer de namen van beide partners is gekalligrafeerd. In de tekst wordt het een “echtaltaar” genoemd. De letters zijn overigens allemaal uit papier geknipt en daarna opgeplakt op de blauwe ondergrond. (dus geen kalligrafie maar knipwerk, red.) De tekst luidt: “Uit byzondere hoogachting opgedragen aan den hoogedele geboren heer, Benjamin, Donker, Curtius. Directeur der Kon: Nedl: Posterijen der stad Amsterdam. enz: enz: enz: en deszelfs hoogedele geboren echtgenote mevrouwe, Christophora, Josina, van Harn. Door H: Hooged.geb: dienaar. steeds gehoorzame W.P.A. Roemelé” en “Gods zegen ruste steeds op ‘t heilzaam trouwverbond Van dit gelukkig paar. Een stoet van hemellingen ziet men met Mirth en Palm, het echtpaar omringen; Terwijl hun juichend lied toekomstig heil verkond. Lang moge ‘t achtbre Paar, hier keur van bloemen plukken. En ‘t Elf-tal lieflyk kroost hun deugdzaam voetspoor drukken. Dees’ Eerzuil zy gewyd aan DONKER’s rijk geslacht, Welk deugd, in d’ eeuwigheid, een’ schooneren tempel wacht”.

 

Aan beide zijden van dit tekstpaneel is een pilaster geplaatst. Deze zijn opgebouwd uit diverse lagen papier en krijgen daardoor ook enige ruimtelijkheid. Boven het altaar een decoratief stuk met aan de uiteinden ranken en bovenin een portret van het laatstgeboren kind van Donker. In het midden een Latijnse tekst, die vrij vertaald luidt: “zij worden beloond, die zich welwillend jegens ons hebben getoond”. Vlak boven het altaar een fraai soort “bovenschoorsteenstuk” met putti (kleine engeltjes) waarin de kunstenaar zich bijzonder heeft kunnen uitleven. Op de blauwe cartouche staat dan ook vermeld “schaarkunst”. Aan zowel de linker- als de rechterrand is een guirlande met portretten te zien.

 coll. Beeld & Geluid, Den Haag

Linksboven is Donker zelf geportretteerd. Onder hen de kinderen. Ze hadden er elf in totaal. Boven zijn nog wolken geknipt in reliëf en de familiewapens, die worden gedragen door putti. Het kunstwerk werd vervaardigd door W.P.A. Roemelé (1791-1833), een toen bekende papierknipper, die dit in opdracht van het personeel heeft vervaardigd…”.

Na restauratie door Art Conservation uit Vlaardingen kon het knipsel definitief in de collectie van het Museum voor Communicatie worden opgenomen. Een schitterende aanwinst.

Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in de Nieuwsbrief 2002-1, een uitgave van het museum van Knipkunst en Stichting W.Tj. Lever.