Met de scheer in ’t geweer, Knip-Pers 2010-1

Oorlogszuchtig zijn onze knippers niet geweest. Wapentuig en kanongebulder is maar zelden afgebeeld. Nu is de Republiek en later het Koninkrijk der Nederlanden ook niet zo vaak in oorlog geweest. De Tachtigjarige oorlog valt buiten ons bestek, want knipsels van voor 1648 zijn er maar heel weinig. Dan zijn er een aantal Zeeoorlogen met de Engelsen uitgevochten in de 17e eeuw en tegen het eind van de 18e eeuw kwamen de Fransen. In 1831 trok het Nederlandse leger op tegen opstandige Zuiderburen en meer dan een eeuw later werd Nederland bezet door Nazi-Duitsland.

In de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog vernietigt Admiraal Michiel de Ruyter de Engelse vloot bij Chatham in 1667. Van dit tafereel op de Thames is omstreeks 1790 een levendig knipwerk gemaakt in papierreliëf, door de Nederlander J.S. d’ Arnaud (afb. 1). Het Britse vlaggenschip “Royal Charles” dat werd buit genomen, is duidelijk te zien.

afb. 1, J.S. d’ Arnaud, ca 1790

 

Als er geen oorlog was, dan toch nog wel een leger. In 1691 laat Luitenant Kolonel Christoffel van Voorst zijn familiewapen uitsnijden in perkament (afb. 2). Hij was geboren in 1673 en al op zijn zeventiende jaar Majoor van een Infanterie Regiment. In 1693 trouwt hij met Elisabeth van Breugel, en toen zijn hun beider familiewapens door dezelfde kunstenaar, J.C. Grosce, uitgesneden. Het echtpaar vertrekt naar de Kaap, waar Christoffel in de boeken voorkomt, omdat hij in 1695 zijn slaaf Titus verkoopt.afb. 2. J.C. Grosch

We kennen nog een militair die zelf uit perkament heel mooie sierstukken sneed: Frederik Hendrik van Voorst, vaandrig. Afgaand op de heel verschillende familiewapens, waren zij geen familie van elkaar. Kennelijk is vaandrig geen zware baan, want F.H. vervaardigt omstreeks 1720 veel kunstige stukken in opdracht. Zo verdient hij er ook nog wat bij. Voor de burgemeesters en bestuurders van verschillende steden maakt hij grote stukken (afb. 3), waarbij achter het stadswapen allerlei vaandels en kanonnen tevoorschijn komen.

afb. 3, F.H. van Voorst, ca 1720

Dan is er in 1768 de Luitenant der Schutters van de Amsterdamse Gewapende Burgerwacht, in wijk 56, Gerard Adriaan Onderdelinden. Hij leeft van 1748 tot 1787, trouwt met Alida Brouwer en krijgt bij haar zes kinderen. Het knipsel met de mooi gekalligrafeerde letters (afb. 4) is gemaakt na zijn twintigste verjaardag (hij was gedoopt op 12 januari en het knipsel is gedateerd 9 maart). De maker is onbekend.

afb. 3, anoniem, 1768

In de Franse tijd trouwt Jan Roelof Haverman met een meisje Schut. Hij is geboren in 1788 het huwelijk zal wel omstreeks 1810 zijn voltrokken. Hij draagt het gala-uniform van een officier, waarschijnlijk in het Franse leger (afb. 5). We weten verder niets van dit stel, maar het is aardig om te weten dat zijn voornaam 150 jaar later nog steeds voorkomt in de familie Haverman. Wie het prachtige knipsel heeft gemaakt, weten we evenmin.

afb. 5, anoniem, ca 1810

afb. 6, Jan de Prentenknipper, na 1815

De slag bij Waterloo in 1815 betekent het einde van de Franse overheersing en de val van Napoleon. Jan de Prentenknipper heeft er zo’n twintig jaar later een heel levendig tafereel van geknipt (afb. 6). We zien allerlei onderdelen, infanteristen, cavaleristen, artillerie van Engelsen, Pruisen en Nederlanders die tegen de Franse legers optrekken. In de gevechten vallen veel doden.

Ook over de invasie van de Engelsen op Walcheren in 1809 maakt hij een prent. Jan heeft later ook wel boekenleggertjes geknipt met wapentuig….

Jan Joseph Jöbsis uit Limburg is infanterist. Tijdens de Tiendaagse Veldtocht tegen de opstandige Belgen (1831) maakt hij portretjes van zijn kameraden in uniform, meestal samen met hun geliefden thuis.  Hier is afgebeeld Martin J. Magnin en tegenover hem Hinderkje A. Bouwers (afb. 7). Over hen hebben we geen verdere gegevens gevonden. Jöbsis wordt daarna gelegerd in Nijmegen en trouwt er met de dochter van zijn sergeant. Jöbsis heeft verder veel godsdienstige onderwerpen geknipt.

afb. 7, J.J. Jöbsis, ca 1831

De Nederlanders van die tijd zijn maar wat trots op die Tiendaagse. Daarvan getuigt een letterknipsel door H. de Heide (afb. 8). De krullen zijn zo weelderig dat de tekst slechts met moeite te lezen is: “Hollands Eer en Roem Gehandhaafd te Hasselt en Leuven door den Prins van Oranje, Veld Maarschalk en Opperbevelhebber van het Nederlandsche Leger, Op den 8 en 12 Augustus 1831”. Intussen is de expeditie een flop en België scheidt zich af. Van De Heide weten we ook niets en we kennen geen ander knipwerk van hem.

afb.8. H. de Heide, ca 1831

Tenslotte, de Tweede Wereldoorlog. De schimmensnijder Frans ter Gast snijdt in de hongerwinter een aantal platen, die in 1946 worden gedrukt in een bundel Sage en Feit uit Oorlogstijd. Hij beeldt de levensomstandigheden tijdens de bezetting uit en maakt politieke karikaturen, o.a. van de collaborateurs. Afb. 9 toont de N.S.B.-er cadetten, “de nieuwste soort marionetten, alleen maar laarzen en petten. Men moet er geen tronie in zetten.”

afb. 9, Frans ter Gast, 1946

Zou er ooit iemand een knipsel hebben gemaakt over de U.N. Vredesmacht in Libanon, de Balkan, of over het Nederlandse leger in Afghanistan?

Joke en Jan Peter Verhave