Kleurige zwartjes, Knip-Pers 1998-2

Knippersdagen zijn altijd weer een bron voor nieuwe ontdekkingen. Deze keer kwam Meta Bardet aan met een klapper vol vrij eenvoudige knipseltjes uit het bezit van een familie hij haar in de buurt. Er zat zelfs een korte beschrijving hij van de maker. “Jullie kunnen daar vast wel wat mee”, vond ze. En inderdaad, wij hebben het verhaal wat uitgebreid en bijgewerkt en we vonden het (om technische redenen niet plaatsbare) portret van de knipper, A.C. de Zwart. De knipsels lagen in een familiebijbel van een kleindochter, wijlen mevrouw A.C. de Zwart. Ze zijn nu bij een achterkleinzoon, Herman Middelkoop, die samen met zijn echtgenote veel van de bovenstaande gegevens verzameld heeft. Maar er valt nog een heleboel uit te zoeken en dat is goed voor een vervolg.

Aart Cornelis de Zwart, werd omstreeks 1830 geboren en groeide op in de tijd van de geloofsonderdrukking van degenen die zich hadden afgescheiden van de Hervormde Kerk (de latere gereformeerden). Velen van hen emigreerden naar Amerika en stichtten daar de vele Hollandse plaatsen in de staten Michigan en lowa. Toen die episode voorbij was, ontstond de strijd voor christelijke scholen. Een van de eerste, voor onderwijzers, was de christelijke Normaalschool voor jongens, de Klokkenberg in Nijmegen, opgericht door Mr. J. van der Brugghen.

Aart kreeg hier zijn opleiding en leerde zijn drie talen zo uitmuntend, dat hij meteen een aanstelling kreeg als gouverneur bij een adellijke familie. Kort hierna werd hij onderwijzer aan de Franse school in Antwerpen. Daarna kwam De Zwart in contact met de Duitse evangelist Franken, een man van de protestantse inwendige zending, die in Hamburg een school voor verwaarloosde jongens had: das Rauhe Haus. Hij werd later benoemd als hoofd van een school in Groningen, op de Ossemarkt. Uiteindelijk is hij nog hoofd van een school in Den Haag geworden. Meester de Zwart is dus eigenlijk nooit gewoon onderwijzer geweest.

Hij ging schrijven voor de uitgeverij Höveker en Zoon te Amsterdam; dit was een uitgeverij van protestants theologische boeken en stichtelijke werken. Een bekend voorbeeld is de Christenreis van Bunyan. Bovendien maakte hij echte reisbeschrijvingen en boeken over de geschiedenis rolden van de pers. Kinderboeken met een duidelijke moraal, zoals die van Jan de Liefde (Klokje klinkt…) werden op (zondags)scholen veel gebruikt De Zwart schreef ook jeugdboeken, bijvoorbeeld voor de Kerst: ‘Vurige kolen in het ijskoude water; een Kerstverhaal met twee platen en omslag in kleurendruk’ en over de vaderlandse geschiedenis: ‘Een Nederlandsche Macchabeër; het leven van Prins Willem I aan de jeugd van Nederland verhaald’. Hij schreef twee boeken over Amerikaanse presidenten: ‘Hoe de zoon van den pionier president werd; de levensgeschiedenis van Abraham Lincoln aan de Nederlandsche jeugd verhaald’ en ‘Van de planken hut naar het witte huis; het leven van President Garfield aan de jeugd verhaald’, De onlangs overleden Amerika-kenner en Liedboek dichter Schulte Nordholt erkende dat het boek van A.C. de Zwart de enige Nederlandse levensbeschrijving was van de vermoorde president Lincoln die een zo belangrijke rol had gespeeld in de burgeroorlog tussen Noord en Zuid en de afschaffing van de slavernij! (Het was de tijd van ‘De Negerhut van Oom Tom’, een boek dat in ons land heel populair werd. Met name in hogere kringen werd er veel propaganda gemaakt voor de afschaffing van de slavernij, bijvoorbeeld in Suriname).

Verder vertaalde De Zwart preken van de grote opwekkingsprediker Spurgeon. De mensen konden zich abonneren en kregen iedere week zo een preek toegestuurd. In de familie werden 600 preken in een bundel bewaard.

De Zwart is 48 jaar oud gestorven; in twee jaar tijd verloor het echtpaar een zoon van 14 en een zoon van 21 jaar. De weduwe kreeg na zijn dood een baan bij het Van Dijk huis te Amsterdam aan de Herengracht. Dat was een tehuis voor christelijke medische studenten. Zij werd er chatelaine en kon in haar onderhoud voorzien; de derde zoon kon toen ook verder gaan met zijn theologie studie. Die moest namelijk een jaar onderbroken worden, om met vertalingen de kost te verdienen, net zoals zijn vader gedaan had.

De knipsels zijn mogelijk in Groningen gemaakt, waar meester de Zwart ook nog voorlezer was in de Waalse kerk. Hij heeft veel traditionele motieven gebruikt, zoals planten in sierpotten, tafereeltjes en teksten. Een deel van de knipsels is uit bedrukt of gekleurd (kaft-)papier geknipt. De meeste zijn heel eenvoudig en doen soms denken aan de Noord-Hollandse pottenbomen. Andere zijn iets meer bewerkt en sierlijker. Als A.C. alle ruim 100 knipseltjes zelf gemaakt heeft (volgens de overlevering via zijn kleindochter), was hij zeker geen groot kunstenaar met de schaar, maar er straalt een zekere vrolijkheid af. En plezier in het knippen is, ook voor ons, toch het meest belangrijke! (wordt vervolgd)

Joke en Jan Peter Verhave