Het plakboek van Geesken, Knip-Pers 1994-4

afb. 1, plakboek van Geesken ter Borch

Enkele jaren geleden (1988-1989) werd in het prentenkabinet van het Rijksmuseum een tentoonstelling gehouden van ‘Tekeningen van de familie Ter Borch’. Vader Gerard Ter Borcb ‘de Oude’ was schilder omstreeks 1600 in Zwolle. Zijn zonen Gerard ‘de Jonge’, Harmen en Moses namen aan hun vader een voorbeeld en deze stimuleerde dit zeer. Voor de kunsten van zijn dochters had hij minder waardering. De meisjes kon den goed ‘schoonschrijven’, zoals dat toen in de mode was, met een overdaad aan krullen. Maar Gesina of Geesken (1631-1690) had meer ambities en keek de tekenkunst af van haar broers. Ze legde allerlei schetsboeken aan, waarin ze met krijt, pen en waterverf allerlei figuren in karakteristieke houdingen weergaf. Meestal werkte ze naar voorbeelden, terwijl haar broers naar het leven tekenden en zij als model fungeerde. Later ging ze haar kunstboeken ook als plakboeken gebruiken voor werkstukken van anderen en van zichzelf Er komt onder andere een kopie van een schilderij in voor, dat door broer Gerard gemaakt was van hun zus Jenneken en haar man Sybrandt Schellinger. Twee zoontjes uit dat huwelijk (geboren 1671, resp. 1672) hebben voor hun Geesken-moei knipseltjes gemaakt, die ze in haar plakboek bewaarde. Het ene is een vlot, eenvoudig boompje-beestje knipsel met hert, haas en ganzen, vermoedelijk door Gerrit gemaakt. Haar naam staat eronder maar, anders dan we in ons boekje “schaarkunst” meenden, heeft zij het niet zelf gemaakt.

afb. 2, vermoedelijk Gerrit Schellinger

Het andere knipsel, van Cornelis Scheilinger voor Johannes van Achelom, stelt een geestig tafereel van twee brassende heren en een dansende plas voor. Johannes was een vriend van de broers Schellinger, later een beroemd knipper van schaduwbeelden. Toen de Groothertog van Toscane, Cosimo de Medici eind 1667 Amsterdam bezocht, mocht Johannes zijn kunde demonstreren. Hij knipte het portret van de Groothertog en toonde enkele van zijn andere werkstukken. Toen Cosimo hoorde dat ‘Signor Giovanni Achelom’ ook kon schaatsenrijden, liet hij hem op de gracht zijn bedrevenheid tonen en was even verbaasd over zijn schaatskunst als over zijn schaarkunst. Een knipsel van Johannes is bewaard in het album van Geesken Ter Borch, een ‘memento mori’ (gedenk te sterven). Het stelt een tombe voor met een dubbele adelaar en een spreuk uit Psalm 88. De gevleugelde Dood die zwaait met een zandloper, zit op de zerk. Het geheel is omgeven met een kleurrijk geschilderde bloemenkrans van Geesken zelf. Over de knipactiviteiten van de beide broers en hun vriend Johannes weten we verder niets, maar als Line Huizenga-Onnekes in de vijftiger jaren al niet het nodige speurwerk had verricht naar de knipsels uit de plakboeken van Geesken, dan was de oogst nu nóg magerder geweest. In de tentoonstellingscatalogus staat heel weinig over de knipsels en hun makers vermeld.

afb. 3, Cornelis Schellinger voor Johannes van Achelom

De boeken geven wel een boeiend kijkje in het familieleven van de schildersfamille Ter Borch en het gebruik in die tijd om allerlei schoonschrift, gedichten, tekeningen en knipsels in vriendenboeken te bewaren.

Joke en Jan Peter Verhave

literatuur.: Annemarie Vels Heijn (1988), ‘De ateliernalatenschap van de familie Ter Borch. SDU Uitgever Den Haag