Cosimo, Johannes en Joanna, De KoertenKoerier 12

Joanna Koerten heeft een reeks geknipte portretten van bekende personen gemaakt. De meeste daarvan zullen geknipt zijn naar voorbeeld van een prent of tekening. Daartoe behoort zeker het portret van Cosimo III, de Groothertog van Toscane.

 

In de catalogus van Koertens Kunstkabinet wordt dit portret genoemd onder de kop “SNEYWERK” onder nummer 6:
Pallas, die het Portrait houd van Cosmus de 3de, Groot Hertog van Toscanen, daar neevens een Eerzuil met het wapen, beneevens een Lalyns Vaars, door P.Francius, en andere ornamenten, in dito en dito (=in zwarte lijst, tussen twee spiegelglazen)”.
Nicolaas Verkolje maakte voor het Stamboek de tekening:
Pallas houdende het Portrait van Cosmus de derde, door denzelven (= Verkolje), met een geschreeven Vaars daar onder “(nr. 13 van Konst-Boek, Letter A).
Deze tekening bevindt zich volgens Plomp in de verzameling van de Ecole des Beaux Arts in Parijs (M I, 752)[i]

Niet duidelijk is wanneer dit portret is geknipt, ook is de verblijfplaats -mocht het nog bewaard zijn gebleven- onbekend.
De Voorreede van de Lofichtenuitgave van 1735 vermeldt over dit portret:
Kosmus de III is zoo voortreffelyk naa het leeven gesneeden, dat de kenners betuigen, dat het kunstpenseel daar voor moet zwichten“.

Op grond daarvan komt Bogaard in haar scriptie tot een opmerkelijke conclusie:
Een vroeg exemplaar [van de geknipte portretten, HvA)] moet zijn geweest het portret van Cosimo de Medici. Deze groothertog van Toscane bracht twee maal een bezoek aan ons land. van 19 december 1667 tot 17 januari 1668 en van 28 juni tot 11 juli 1669. Beide keren verbleef hij ook enige tijd in Amsterdam en zal bij die gelegenheid zeker uitvoerig zijn rondgeleid door zijn gastheren. Het ligt voor de hand dat men toen ook een bezoek bracht aan de “paerel aan de kroon van Nederland, die de kans moet hebben benut haar hoge gast in papier te vereeuwigen. Het stamboek vermeldt nadrukkelijk dat het portret van Cosimo III “naa het leven werd gesneden”.[ii]

Al eerder noteerde Catharina van de Graft een vergelijkbaar verhaal in een wat kortere formulering in het tijdschrift “Historia”(1948, p.146):
De hier vermelde portretten waren alle op de tentoonstelling [1946] aanwezig behalve dat van “den Groothertog van Toskanen“, Cosimo de Medici. Tweemaal bereisde deze ons land, eerst van 19 Dec. 1667 tot 7 Jan. 1668, daarna van 28 Juni tot 11 Juli 1669. Beide malen vertoefde hij enige tijd te Amsterdam. Dr. Willem Blaeau, die hem daar rondleidde zal toen ook met hem als een van de merkwaardigheden van de stad Johanna Koerten hebben bezocht, die bij deze gelegenheid zijn portret maakte“.

Joanna Koerten was ten tijde van het bezoek van Cosimo rond de 18 jaar. Zij hield zich ook al bezig met allerlei creatieve handvaardigheden, ook met papierknippen. Maar dat zij toen al over het niveau beschikte om van de Toscaanse prins een portret te kunnen maken ligt niet zo voor de hand. Ook is het niet erg waarschijnlijk dat zij als doopsgezinde in contact kon komen met een katholieke vorst. Maar Cosimo’s bezoek is een belangrijke gebeurtenis in de stad geweest en heeft ongetwijfeld op de jonge Koerten een grote indruk gemaakt.

In feite weten we van de periode voor Koertens huwelijk in 1691 zo goed als niets. Toen ging zij zich vooral toeleggen op de papierknipkunst, ongetwijfeld in sterke mate gesteund door haar man Adriaan. Toen pas maakte zij de Camina Latina, een reeks van portretten van belangrijke personen die een onderschrift van Petrus Francius in Latijn meekregen. De Lofdichtenuitgave van 1735, een bijna propagandistisch promotieboek voor Amsterdam en Koerten, die 20 jaar na de dood van Koerten verscheen begint met de gedichten over deze reeks geknipte portretten, met daarbij steeds Nederlandse vertalingen/bewerkingen van Francius teksten, door verschillende dichters. Het geknipte portret van Cosimo heeft tot deze reeks behoord en kreeg behalve het gedicht van Francius maar liefst vier in de Nederlandse taal gestelde vertalingen mee, geschreven door Johannes Vollenhoven (2x), Balthasar Bekker en Adriaan Spinneker, niet de geringsten uit Koertens dichterskring..

Op zich is de combinatie Cosimo-papierknipkunst niet gek. Bogaard vermeldt in haar scriptie niet dat Cosimo op 3 januari 1668 kennismaakte met Johannes van Achelom die prachtige knipsels bleek te kunnen maken. Zijn secretaris Bassetti, die een verslag van Cosimo’s eerste reis maakte ontbood deze katholieke jongeman[iii]. Hij maakte zonder voorbeeld, dus vrij uit de hand, heel kleine figuurtjes, landschappen en dieren. Bovendien kon hij goed schaatsen. Later, aan het einde van zijn tweede reis, besloot Cosimo Johannes van Achelom mee naar Florence te nemen waar hij aan het hof kon gaan werken. Dat deze Van Achelom fijne knipwerken kon maken is bekend van een aantal kleine werkjes die bij maakte voor een album van Gesina ter Borch. En van de vermelding door Von Uffenbach van prachtig werk van de knipkunstenaar in bezit van zijn oom pastoor Titsingh in Den Haag. Hij bezocht hem in 1710 en kon daar dat werk en een grote verzameling Italiaanse tekeningen bekijken.[iv] Door recent onderzoekswerk is er veel meer bekend geworden van Van Achelom en zijn werk.[v]

Noten
[i] M.Plomp. “De portretten uit het Stamboek voor Joanna Koerten (1650-1715), Appendix, p.337, A.13, Leids Kunsthistorisch Jaarboek, 8 (1989).
[ii] Conny Bogaard, “De Schaar-Minerva Johanna Koerten (1650-] 715) en de waardering voor de “papieren snykonst”, Utrecht 1989 (scriptie), p.46.
[iii] Lodewijk Wagenaar, Een Toscaanse prins bezoekt Nederland: de twee reizen van Cosimo de’ Medici 1667-1669, Amsterdam 2014.
[iv] Henk van Ark, “Von Uffenbachs Curiöse von Papier geschnittene Sachen, Welkom in Papyria, 2 (Rasquert 2010), p.51.
[v] Joke en Jan Peter Verhave, “De Nederlands-Italiaanse knipkunstenaar Joannes van Achelom omstreeks 1700”, Oud Holland, vol.128, 2/3, p.147-16.

Door Henk van Ark.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de KoertenKoerier 12, voorjaar 2020
Afbeeldingen Wikicommons en RIjksmuseum