Wie is Jantje III, Knip-Pers 1983-3

Om hier wat beter achter te komen zocht ik haar op.

Geen kleinigheid overigens, want de weg in de Tinga Molenbuurt in Sneek is moeilijk te vinden. Het uithangbord, met de vergulde schaar, bracht uitkomst en wees me de weg naar het knipdomein. Voor ik aanbelde kon ik nog even een blik werpen op het kruidentuintje met een volkskunstmotief van oud Friese gele steentjes rond een oud pompje. Was er geen uithangbord geweest, dan had ik hierin ook een bewijs van de goede weg gezien.

Na een hartelijke begroeting zag ik dat de gangdeuren, die toegang geven tot verschillende vertrekken, van knipsels waren voorzien die uitbeelden wat men er achter zou aantreffen. Bij het toilet mocht ik even om het hoekje kijken en zag daar tot mijn verbazing mooie knipsels hangen. “Waarom hangen die hier? Ruimtegebrek, of vind je dat men juist hier de tijd heeft alles rustig te bekijken?” Haar antwoord was: “Beide!”.

Onder het genot van een kopje koffie en (hoe kan het ook anders) echte Friese kruidkoek kon ik mij verlustigen in verschillende ontwerpen voor een kersttentoonstelling in het volgend jaar, ‘regeren is vooruitzien’ zou hier van toepassing kunnen zijn. Ook knipsels voor een dichterbij liggende tentoonstelling mocht ik zien. Knipsels en prenten die je vrolijk maken als je ernaar kijkt. Naast forse werken zag ik ook kleine, meerkleurige, fijn geknipte prentjes, geïnspireerd op oude devotiekunst. Bladerend in haar fotoboeken ontdekte ik dat er veel geknipt is in die twintig jaren en dat veel knipsels hun weg over onze grenzen hebben gevonden.

Zeer humoristisch vond ik de verschillende Huiszegens die in Vlaamse huizen hun thuis hebben gekregen. Op mijn vraag waarom we deze Huiszegens en de kleine devotieprentjes niet op tentoonstelling en zien was haar antwoord: “Ik houd ze graag voor mezelf, er wordt in de knipwereld al zoveel nagemaakt”.

Commercieel kunnen we mevrouw Janny de Jong niet noemen. Minstens vijf prenten waarvan ik de foto’s zag bleken weggegeven te zijn. “Ik heb ze aan mensen gegeven die ze mooi vonden. Ze hebben nu aan hun doel beantwoord”. Ook prenten waarvan afdrukken worden gemaakt voor een goed doel worden spontaan weggegeven. “Er is altijd wel een commissielid die er veel werk voor heeft verzet en het leuk vindt de originele prent te hebben”. Gelukkig houden familieleden een wakend oogje in het zeil, zodat ontwerpen die niet alleen specifiek Jantje III, maar ook ‘kunst’ zijn bewaard blijven.

Op mijn vraag of ze nog les geeft kreeg ik een bevestigend antwoord. Door het overlijden van een collega-medewerkster van het maandblad ‘Friesland Post’ heeft ze de open gevallen pagina in het jaar 1982 gevuld met een schriftelijke knipcursus (jaargang nog verkrijgbaar, tel. 05150-15611). Nu geeft ze weer mondeling les.

Natuurlijk wilde ik ook graag weten wat ze in al die jaren het fijnst heeft gevonden. Er volgde een ogenblik van stilte: “Om voor koningin Beatrix te mogen knippen vond ik een hele eer. Het fijnst was toch wel de prent en de menukaarten voor het trouwen van mijn dochter”. Het huis van mevrouw De Jong is ingericht met spullen die een volkskunstminnend mens bekoren: letterlappen, bakvormen, Fries aardewerk, enz. Knipprenten vormen daarvan een zeer klein onderdeel. Op mijn vraag “Vind je het niet jammer dat als een prent af is die de deur uitgaat? Je zou er best nog wat meer kunnen plaatsen” kreeg ik als antwoord: “Nee! Ik heb er reuze plezier in om bepaalde situaties waarin mensen kunnen verkeren, bepaalde gebeurtenissen, gevoelens of soms zomaar mooie vormen om te zetten in een knipprent. Kijken of me dat lukt. Als het af is, is het doel bereikt. Ik knip om te knippen, daarin heb ik plezier. Ik hoop dat ik dat mag behouden”. Hier kon ik alleen maar op antwoorden dat wij dat allemaal hopen en dat wij op tentoonstellingen wat meer van haar werk mogen zien. Want juist door het te zien kun je genieten van de schoonheid en delen in de humor. En je kunt kennismaken met een stukje volkskunst dat echt is. Terug in de auto reed ik over een hobbelig gedeelte, precies in de cadans van ‘Ik knip om te knippen, ik knip om te knippen”. Die zin bleef in mijn hoofd hangen, ook toen ik alweer op de snelweg was. Zou dat het misschien kunnen zijn, dat haar werk zo bekoorlijk maakt, de vreugde van het werken op zicht Een rijk mens die zo’n kunsthobby heeft, een rijk mens dus onze Jantje III.

G. Felkers van Meekeren