Portretten van knipkunstenaars, Agnes Block 2, Nieuwsbrief 2005-2

Links zit de godin Flora. Achter haar staat op een zuil een beeld van Aesculapius, een verwijzing naar de geneeskrachtige kruiden in Agnes’ tuin. Links van Flora en onderaan zijn de vier werelddelen uitgebeeld. Azië door een kind op een kameel, Amerika door een jongetje met een Indianentooi op zijn hoofd. Onder de koepel symboliseert een negerjongetje Afrika en Amor met zijn pijlenkoker stelt blijkbaar Europa voor. Alle kinderen hebben potten met exotische planten, die ze naar Vijverhof brengen o.a. weer een ananasplant. Vanuit de hemel doet een nimf met haar adem de bloemen ontluiken. Op de voorgrond ligt een opgerolde tekening en enkele ronde dozen.

Hoewel we dus geen knipwerk van Agnes Block meer terugvinden in musea of andere verzamelingen weten we toch vrij veel van haar levensloop en haar interessen. Maar hoe was ze als mens? Hoe was bij voorbeeld de relatie tot haar (stief)kinderen? Pieter was een baby toen zij de zorg voor hem kreeg en de dochtertjes van De Flines waren ook nog maar 12 en 13 jaar toen Agnes met hun vader trouwde. Ook over familiegebeurtenissen en bezoeken over en weer wordt nergens een woord gerept. Het enige wat ze nagelaten heeft zijn een aantal testamenten waaruit misschien iets over haar karakter valt te concluderen.

In 1694 maakte Agnes een testament dat twee eerdere uit veel vroeger jaren verving. Ze bepaalde er in welk nichtje onder haar erfgenamen -eigen kinderen had ze niet- op door haar gestelde voorwaarden Vijverhof “moest” kopen voor f 13.000 (in mindering te brengen op haar erfportie) en daarbij zou verkrijgen: “alle haer konst van vogeltjes, planten en kruiden, en andere gewassen”, met waterverf gedaan of geschildert, om by de voorsz.hoffstede te verblijven“. Verder bepaalde ze dat Sybrand de Flines na haar dood nog 1 à 2 jaar op Vijverhof mocht blijven wonen tegen een huur van f 300,- , maar hij moet dan wel eventuele reparaties zelf betalen! Hij was op het moment dat Agnes dit schreef al 71 jaar en woonde al meer dan 20 jaar met haar op Vijverhof. Gelukkig voor hem heeft hij de vernedering het huis te moeten ontruimen niet mee hoeven maken. Hij overleed in 1697 op 74-jarige leeftijd. Agnes maakte een nieuw testament en beschreef nog uitvoeriger dan de vorige keer welke stiefkinderen, (achter)neven en nichten en hun kinderen wat zouden erven en vooral ook wie niets mocht krijgen. Ze hield de handel en wandel van alle familieleden nauwlettend in de gaten en als die haar niet zinde kreeg de betreffende niets. Zo had ze een neef een zekere Ameldonck Blok, die meer geïnteresseerd was in de wetenschap dan in de handel of de kunst. Hij vertaalde onder andere het boek “Medicina mentis” van de Duitser Tschirnhaus waarin duidelijk de invloed van Descartes en Spinoza te bespeuren viel in het Nederlands. Het boek verscheen in Amsterdam. Verder vertaalde hij een handboek over natuurkunde uit het Frans. Deze activiteiten konden in Agnes’ ogen geen genade vinden en dus werd hij onterfd. Zo ging het met nog -in haar ogen- enkele zwarte schapen. In 1700, 1702 en 1703 maakte ze nieuwe testamenten en werd een codicil toegevoegd of een eerder vernietigd, sommige begunstigden vielen af, andere kwamen erbij. Er waren ontelbare wijzigingen en voorwaarden. Slim (of sluw?) was de bepaling in haar laatste testament dat Jacob de Flines, die haar geld schuldig was, de legaten aan zijn kinderen en enkele neven en nichten uit dat bedrag moest betalen. Het lijkt er op dat Agnes de laatste jaren van haar leven voortdurend angst gehad heeft haar bezit teloor te zien gaan. Uit de eindeloze lijst van voorwaarden en bepalingen blijkt dat ze zelfs na haar dood de touwtjes nog in handen wilde houden. Ook tijdens haar leven was al gebleken dat ze een zeer verstandelijk ingestelde vrouw was bijvoorbeeld bij de aan- en verkoop van percelen land waarmee ze zich naast de aankoop van Vijverhof bezig hield. Had misschien de aarzeling om met De Flines te trouwen daar ook iets mee te maken? De bepaling in haar testament dat hij na haar dood het huis zou moeten ontruimen lijkt ook meer te wijzen op liefde voor haar bezit dan voor haar man.

Agnes overleed zelf op 20 april 1704 in haar huis op de Herengracht waar ze altijd een kamer voor zich zelf behouden had. Ze werd tot haar dood verzorgd door een nichtje en haar man die het huis al jaren bewoonden.

Al een jaar na haar dood verkochten de erfgenamen “Alle haer konst van vogeltjes, planten en kruiden en andere gewassen, met waterverf gedaan of geschildert” voor een paar honderd gulden aan Valerius Röver, een kunstverzamelaar, die Agnes’ driedelige Memorie gelukkig in zijn Catalogus overnam, maar ook haar boeken bewaarde. Na zijn dood verkocht zijn weduwe zijn kunstkabinet voor f 40.000 aan landgraaf Willem VIII van Hessen-Kassel waardoor de hele kunstverzameling in het museum van Kassel terecht kwam waar ze nog steeds een belangrijk deel van het bezit uitmaakt. De tekeningen en aquarellen en Agnes’ “konstboeken” zijn er helaas niet meer. De inhoud kennen we dankzij het feit dat Röver die overschreef in zijn eigen Catalogus. Bekend is dat Jérôme Bonaparte in 1813 op de vlucht naar Frankrijk een groot aantal tekeningen en gravures meegenomen heeft. Nasporingen hebben uitgewezen dat het spoor van dit transport bij Giessen dood loopt. De kunstschatten waaronder waarschijnlijk Agnes’ “konstboeken” zijn nooit in Parijs aangekomen.

Zo is er dus niets tastbaars van deze knipster bewaard gebleven, zelfs niet de afbeelding van een schaartje.

Bronnen:
– “Agnes Block, Vondels nicht en vriendin “, Dr. C.C. van de Graft, (Bruna & zn.,, Utrecht, 1943
– “Papieren knip- en snijkunst, vroeger en nu “, artikel van Dr. C.C. van de Graft in Historia,13 (1948)
– “Papieren knipwerk”, artikel van Dr. C.C. van de Graft in Historia, 11 (1946)

door Atty Broer
Dit artikel verscheen eerder in de Nieuwsbrief 2005-2, een uitgave van het museum van Knipkunst en Stichting W.Tj. Lever.