Kleine en grote geschiedenis, Knip-Pers 2008-2

De lustrumviering was voor ons heel bijzonder. Van velen kregen we een compliment over onze voordracht en we ontvingen diverse leuke reacties op ons boek, geschreven en zelfs geknipt! Na 8 maart eindelijk rust? Gelukkig niet, want er komen al aanvullingen binnen op vragen die we stelden. En nu alweer een artikel inleveren voor de Knip-Pers

We kozen dit keer voor een oude bekende: Jan de Prentenknipper. Is na het boek over hem nog wel iets nieuws te vertellen? Hij blijft in ieder geval de mensen boeien. Op Zeeuwse veilingen worden regelmatig kleinere en grotere prenten van Jan aangeboden. En voor de hoogste bieder is het een gevoel van voldoening om een echte Jan te bezitten, al is het maar een kerkboekprentje.

In onze voordracht vertelden we over een knipsel dat we gekocht hebben ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van Jan Peter. Het stelt een beeld- en rijmverhaal voor van een boer uit Schore (Zuid-Beveland), die trouwt en kinderen krijgt; bij de geboorte van het elfde kind overlijdt de vrouwe en de boer blijft alleen achter. Op dat moment kwam Jan langs en geroerd door het verhaal maakte hij het knipsel. Het bleef ongekleurd (afb. 1).

afb. 1, Jan de Prentenknipper

Toen wij het onderzoek deden naar het leven van Jan en bij veel particulieren binnen kwamen om het verhaal te horen en een foto te maken, waren we ook in Schore. En daar kwam dit knipsel uit de linnenkast. De eigenaar vertelde dat het vroeger opgerold lag in een krant en dat de kinderen er wel eens mee speelden. Omdat daardoor de rand beschadigd werd, had hij het in laten lijsten. We maakten een foto en prezen de eigenaar voor zijn zorg om dit cultuurbezit.

Maar zoals dat gaat, als blijkt dat het bezit staat afgebeeld in een boek, zal het ook wel wat waard zijn. Jaren later heeft de eigenaar het aangeboden aan een veilinghuis in Middelburg en op een verzamelaarsbeurs in Utrecht ontmoetten we een standhoudster die enthousiast vertelde dat zij de koopster was. Ook zij verkocht het weer door, nu aan een bevriende antiquair. Bij hem zagen we het staan. “Kijk mevrouw, een interessant verhaal; moet u die fijn uitgewerkte boerenkarren en paardjes eens zien; en een gedicht…” “Laat u maar, we kennen het van voren naar achteren….” We waren verkocht en je wordt maar een keer 65.

Het is een vroeg werkstuk van Jan. Voor wie zijn biografie [1] niet heeft, heel kort: Jan was militair en moest twee jaar brommen vanwege een licht vergrijp. Waarschijnlijk heeft hij de kunst in het tuchthuis geleerd. Toen hij vrij kwam, heeft hij deze prent gemaakt voor de boer die hem onderdak gaf. Militaire acties uit het verleden spraken hem aan. Zo heeft hij minstens drie keer de invasie van het Engelse leger op Walcheren uitgebeeld (afb. 2). Dat was in 1809 geweest: 40.000 man werden ontscheept, met cavalerie en artillerie. Veere werd gebombardeerd. De Engelsen wilden de Schelde afsluiten, zodat de Franse bezetters niet meer vanuit Antwerpen konden handel drijven. Die hele onderneming werd een debacle: de militairen werden massaal ziek, bijna de helft kreeg de Zeeuwse koorts en 4000 stierven aan wat later bleek buiktyfus te zijn. Maar dat heeft Jan niet afgebeeld.

afb. 2, Jan de Prentenknipper, het Engelse leger op Walcheren

Vier keer heeft Jan de Aanlanding geknipt omstreeks 1830 (“Anlandige”, “Landdege”). De omlijsting lijkt heel erg op die van de prent uit Schore. Tot ongeveer 1835 heeft Jan in deze stijl geknipt. Later, toen hij als marskramer door Zeeland trok, maakte hij ook veel eenvoudiger werk, gedurende de winters. Dat is vaak meer van ’t zelfde.

Jan liet nooit zijn naam in de prenten achter. Pas twijfelde een kunstkenner of de Aanlandingen en het Schore knipsel wel door Jan de Prentenknipper waren gemaakt. Ze zijn zo anders en ook de letters zijn nogal verschillend. Maar we twijfelen niet: als je details vergelijkt, zie je de overeenkomsten, de tulpenbomen in sierpotten, de slang met een pijlpuntige tong, de wapens, de leeuw, de kroon, de paarden, die komen precies zo voor in zijn latere prenten.

afb. 3, Jan de Prentenknipper, Slag bij Waterloo

Onlangs liet iemand weten een knipsel te bezitten en of we er iets over wisten te vertellen. Helemaal verrast waren we, want het was ons meteen duidelijk en twijfel hadden we niet: Jan had een historisch knipsel gemaakt ter herinnering aan de slag (“Betalie”) van Waterloo (1815) (afb. 3). Napoleon met zijn Franse leger werd overwonnen door internationale legers, waaronder een Nederlandse eenheid onder de Prins van Oranje-Nassau. We zien allerlei onderdelen, cavalerie met gesneuvelde paarden en ruiters, “hoezaren”, artillerie en charges met gevelde bajonetten. Vier Belgische (?) plaatsen staan afgebeeld: “Sintenie, Falensyn, Waterloo en Doorenniek op de grenze v. Braband” (het verband begrijpen we nog niet helemaal). In ’t midden KAT BRA (de slag bij Quatre Bras, die aan Waterloo vooraf ging) en NPL op d berg (die berg staat er nog). ’t Is een prachtig stuk volkskunst (36 x 47 cm)!

Maar er was een probleem… de prent kwam niet uit Zeeland; hij was overgeërfd in een familie die altijd in Tull en ’t Waal had gewoond, een dorpje aan de Lek tussen Vianen en Houten. Altijd lastig als een deel van de gegevens niet klopt met je veronderstelling. De oplossing stond al in ons boek over hem: Jan was na zijn tuchthuisperiode gaan werken als arbeider bij het graven van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Toen dat werk klaar was, in 1827, vertrok hij naar Wijk bij Duurstede om grondverzet aan de Lekdijk te verrichten. Hij kreeg met zijn Constantia en hun kind onderdak bij een boer in de buurt van Schalkwijk, 4 km ten oosten van Tull en ’t Waal (misschien was dat wel de voorvader van de huidige bezitster!). Steeds was dat voor een half jaar; ’s winters gingen ze terug naar Zeeland. Heel bijzonder dat naast de informatie uit archieven, nu ook een tastbaar bewijs van zijn verblijf aan de Lek beschikbaar is.

Alleen het familieverhaal, dat de prent gemaakt was door een oude knecht, die de Slag bij Waterloo nog had meegemaakt, klopt niet. Jan Huiszoon was geboren in 1798 en werd in 1817 als infanterist ingelijfd. Jan, die toen nog niet de bijnaam van “de Prentenknipper” had, heeft de prent omstreeks 1830 gemaakt als een herinnering aan die historische slag, en uit dankbaarheid voor het onderdak.

Joke en Jan Peter Verhave

[1] J & JP Verhave, Jan de Prentenknipper. Zeeuwse volkskunst langs ’s Heeren wegen 1798-1870. Goes, De Koperen Tuin, 1993