Jan de Prentenknipper in Vlaanderen, Knip-Pers 2001-4

Over de Zeeuwse marskramer met zijn kleurige prenten weten we al een heel veel bijzonderheden. Zijn levensloop en zijn zwerftochten zijn in kaart gebracht. De verscheidenheid van onderwerpen van zijn knipsels is uitgebreid beschreven en te zien geweest in tentoonstellingen te Goes en IJsendijke en in het Bijbels Museum te Amsterdam. Een hedendaagse Zeeuwse troubadour heeft hem bezongen. Je zou zeggen, nou weten we het wel.

Maar dan ontdekken we opeens weer iets bijzonders. Onlangs dook er een prent van Jan op in Antwerpen, getiteld JESUS . LEYDEN. Een altaar van een Rooms Katholieke kerk is afgebeeld, met allerlei symbolen, zoals het Lam Gods, de tabernakel en de monstrans, waarin de hostie wordt bewaard en getoond. Daarboven het kruisigingtafereel met Jezus tussen de twee misdadigers en omgeven door de bekende lijdensattributen die vaak in de volkskunstige afbeeldingen werden verwerkt, zoals hamer, nijptang, ladder, spons op een stok, dobbelstenen, de doek van Veronica en de haan van Petrus. Helemaal boven zien we de geboorte van Jezus en de vlucht naar Egypte.

afb. 1, Jan de Prentenknipper, 23 x 18,5 cm

Met name in Zeeuws Vlaanderen is Jan veel geweest. Als we afgaan op de herkomst van de meeste prenten bij Zeeuwsvlamingen of bij mensen wier (voor-)ouders daar vandaan kwamen, zijn het vooral protestantse families geweest, die zijn prenten kochten. Een dergelijke r.k.-prent was al bekend uit Lapschure, vlak over de grens met België. Eerder meenden wij dat hij die voorstelling bij uitzondering eenmaal zou hebben gemaakt voor een katholieke familie. We moeten nu veronderstellen dat Jan wel degelijk ook onder katholieken zijn afzetgebied had. Wellicht minder in Zeeuws-Vlaanderen, en meer in Belgisch Vlaanderen. Verdere conclusies over de zwerftochten van Jan in België kunnen we niet trekken, omdat de oorspronkelijke herkomst van het Antwerpse knipsel niet is te achterhalen en dit pas de tweede Belgische prent is die we konden ontdekken.

Terug naar Zeeuws Vlaanderen, waar  veel meer sporen van Jan te vinden zijn. Van oorsprong een Bevelander, was hij als soldaat in Breskens gelegerd geweest. Later had hij werk gevonden bij de aanleg van het Kanaal Sas van Gent naar Terneuzen en vond daar zijn (katholieke) Constantia, die hij na 15 jaar rondzwerven weer verloor in Breskens. Sindsdien is hij vrijwel elke zomer naar Zeeuws-Vlaanderen teruggegaan, met of zonder kinderen. Dan sliep hij in de schuur bij gastvrije boeren en at mee uit de pot. Voor zover wij konden nagaan, waren het bijna allemaal protestantse families, vooral ten westen van de Braakman.

Een van de meest gastvrije was het gezin van Abraham Brevet en Johanna de Bruijne, met hun tien kinderen in de gemeente Cadzand. Jan heeft in 1844 hun hofstede meermalen afgebeeld en voor de kinderen knipseltjes gemaakt om in hun bijbels of psalmboeken te leggen. Hun nakomelingen bewaren die prenten zorgvuldig en met trots. Ze kennen het rijmpje op de grote prenten uit hun hoofd:

Het land te bouwen is mijn lust
Mijn hart en zinnen zijn gerust
Ik wei het rundervee
Gelijk als Job in Cana dee.

De gezusters Elisabeth en Sara Brevet kochten in 1856 elk een kerstprentje HET LIGT DER WERELD. Jan heeft die prentjes niet gekleurd en toen ze allebei op de tentoonstelling in IJsendijke lagen, konden wij constateren dat ze precies gelijk waren en dus had Jan ze in één keer gesneden uit twee laagjes papier.

afb. 2, Jan de Prentenknipper

Ook bij de nakomelingen van de broers en zusters van hun moeder Johanna Brevet-de Bruijne doken diverse prenten op. Johanna en haar man Abraham Brevet waren neef en nicht en zo waren veel protestantse families in West Zeeuws-Vlaanderen nauw aan elkaar verwant. Jan zal dus wel op recommandatie van hofstee naar hofstee zijn getrokken.

afb 3a, Jan de Prentenknipper, 1844

In diezelfde families worden ook kleine knipseltjes bewaard, die iets afwijken van zijn rechthoekige kerkboekprentjes. Ze zijn wat speelser en nooit ingekleurd. De vormen van dieren, bomen en symbolen lijken op die van Jan, maar we vermoeden dat zijn zoon, Jan junior, ook knipte (hij overleed op zijn 18e en in de acte staat dat hij net als zijn vader plaatsnijder was). Twee van zulke witjes waren in 1844 gemaakt voor de zusjes Brevet (19 en 17 jaar) en toen was Jan junior 15 jaar; hij lag dat jaar ziek in Hoofdplaat (wellicht op de boerderij van hun zuster Catharina Provoost-Brevet).

afb b3, Jan de Prentenknipper, E.B.V.

Een dergelijk pretje draagt echter het jaartal 1835 en wij vinden het niet zo voor de hand liggend dat een jongetje van 6, die zijn vader aardig kon imiteren, op zijn 15e nog precies zo te werk zou gaan. We houden het er toch maar op dat vader Jan die prentjes geknipt heeft.

Hoe dan ook, Jan de Prentenknipper blijft een boeiende figuur met steeds weer nieuwe knipsels en verhalen, die opduiken of uit de Zeeuwse geschiedenis op te delven zijn. Wij kregen het vertrouwen van bezitters van beschadigde prenten in Hoek en Axel, om die te restaureren. De prenten van Jan horen (letterlijk) thuis bij Zeeuws vlamingen en andere Zeeuwen; zij beheren dat papieren erfgoed, omdat ze er een band mee hebben en er trots op zijn. Wat ze gelijk hebben!

Joke en Jan Peter Verhave

Om verder te lezen:
J. en J.P. Verhave (1993), Jan de Prentenknipper (1798-1870). Zeeuwse Volkskunst langs ’s Heeren wegen. Uitg. De Koperen Tuin, Goes.
J. en J.P. Verhave (1994), Jan de Prentenknipper in Zeeuwsch-Vlaanderen. Zeeland (tijdschrift Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen), 3, 3, 101-108.