Een stamboektekening van Lubienietzki, KoertenKoerier 3

Behalve de tekening van Arnold Houbraken over Joanna en de twaalf keizers (zie KoertenKoerier 2) heeft het Leids Prentenkabinet (nu onderdeel van de Bijzondere Collecties Leiden) nog een tekening in de verzameling die deel uit heeft gemaakt van het Stamboek van Joanna Koerten.
Het is een allegorische voorstelling die is gemaakt door de Poolse, in Nederland werkzame portretschilder Christoffel (Kryztof) Lubienietski (1659-1729). De kunstenaar werd in Szczecin geboren, was werkzaam in Hamburg (1670-1675) en Amsterdam (1675-1728). Hij was onder meer leerling van Adriaen Backer en Gerard de Lairesse en maakte vooral genrevoorstellingen en portretten. Een mansportret van zijn hand wordt wel gezien als zelfportret.[i]
De tekening is in 1936 als particuliere schenking in de Leiden collectie terecht gekomen. In haar artikel[ii] geeft Saskia Asser een opsomming van de veilingen (vanaf 1762-1800) waarop dit kunstwerk is verhandeld[iii], daartoe behoorde ook de veiling Oudaan in Rotterdam in 1766. De tekening van Lubienietzki bevindt zich in de Testascatalogus van 1750 in Kunstboek Letter B onder nummer 43 als “en dito (=een Zinrijke Tekening), door C.Lubinitski. De fraai uitgevoerde tekening is door de maker rechtsonder op het piëdestal met sfinx gesigneerd: “C.Lubienietski de Lubienietz E: Pol: inv.1719”. Dit betekent dat de tekening vier jaar na het overlijden van Joanna is gemaakt, ongetwijfeld in opdracht van Adriaan Blok die verschillende kunstenaars opdracht gaf na de dood van zijn vrouw tekeningen ter hare nagedachtenis en bevestiging van roem te maken. Duiding van op de tekening afgebeelde allegorische figuren zou niet zo eenvoudig zijn geweest als Abraham Bogaert hierover niet een gedicht had geschreven. Dat gedicht komt echter niet voor in de gedrukte lofdichten uitgaven van 1735 en 1736 maar is opgenomen in Bogaerts gedichtenbundel.[iv]

Dit werd voor het eerst door Christiaan Kramm[v] opgemerkt, wat weer eens aantoont hoe belangrijk het is bij onderzoek oude levensbeschrijvingen van kunstenaars door te nemen. Zo vermeldde Kramm ook de veilingcatalogus van het Kabinet van Joanna Koerten, waarvan zich een exemplaar bevond achter de gedrukte lofdichtenversie van 1735. Die uitgave bleek in het bezit van de familiestichting De Flines die ook nog ander werk van Koerten in de collectie heeft. Ook was die catalogus bijzonder. Niet alleen was het toen het tweede bekende exemplaar met Nederlandse tekst van de onmisbare catalogus, ook kent die uitgave een extra pagina met aanvullingen die in het exemplaar van het Rijksprentenkabinet niet voorkomt. Daardoor kon het werk van Koerten nog met diverse kunstwerken worden uitgebreid.[vi] Maar dat terzijde.

Op de tekening zien we in het midden van de voorstelling Joanna die een schaartje omhoog houdt. De Inventie zit aan haar rechterzijde met vleugels aan het hoofd en een beeldje van Natura in de hand. Achter haar staat de Kunst met in ene hand een portret (vermoedelijk van Joanna) en in de andere een beitel en een penseel. Aan de linkerzijde zijn de Vlijt met haar bijenkorf en de schrijvende Oefening afgebeeld, daarachter de Naarstigheid met sporen in de hand en een uurwijzer op de borst. De betekenis van de gesluierde vrouw die haar omarmt is niet bekend.

Achter Joanna zit op een wolk Minerva die de ourobourus, het symbool van de eeuwigheid, boven haar hoofd houdt.

 

 

 

 

Het beeld van een sfinx geheel rechts verwijst naar de Scherpzinnigheid en het beeld van Hercules links zinspeelt op het deugdzame karakter van de kunst.

 

 

 

       
Links op de voorgrond zien we de Amsterdamse stedenmaagd die twee putti aanspoort rijkdommen aan Joanna aan te bieden.
               Linksboven vliegt de Faam die een lint vasthoudt met het opschrift “AETERNAE MEMORIAE”. Rechtsboven enkele goden die op de wolken de “heldre starre” van Joanna in de hemel opnemen. Een van hen houdt een schietlood in handen, een symbool van gerechtigheid.

Deze mooie tekening is ongetwijfeld in opdracht van Adriaan Blok gemaakt voor het Stamboek dat hij met allerlei getekende kunstwerken sterk uitbreidde na het overlijden van Joanna in 1715.

Noten
[i] RKD/Explore/Artists/Lubieniecki.
[ii] Saskia E.Asser, “Christoffel Lubienietski “, Delineavit et Sculpsit, 110.11 (1993), p.32-33.
[iii] Zie het artikel “Veiling in Rotterdam 1766” hierna.
[iv] De Gedichten van Abraham Bogaert. Met printverbeeldingen, Amsterdam 1723, p.396.
[v] C.Kramm, De levens de werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders (…), Amsterdam 1857-1864, 4, p.1015-1016.
[vi] Henk van Ark, “De onmisbare catalogus”, Welkom in Papyria 5, Zuidhorn 2012, p.49-62.

Door Henk van Ark, dit artikel verscheen eerder in de Koertenkoerier, voorjaar 2028.
Uitgave van Stichting W.Tj. Lever.