Curiöse von papier geschnittene sachen II, Nieuwsbrief 1995-3

Von Uffenbach’s aantekeningen over Nederlandse papierknipkunst in 1710-1711. Deel 2

Gerard van Spaan schrijft dat Rijberg zowel werk “in ‘t plat” als “in ‘t verheve” maakte. Ook vermeldt hij de waardering voor de knipsels van de Rotterdamse kunstenares: “…Deze dogter iets voor den Keurvorst van den Palts gesnede hebbende/ wierd vereert met dit volgende soort van goed; vier zilvere vergulde bekers met deksels /daar eenige Roomse Keizers op gedreven stonden; nog een klein zilver serviesje met het Keurvorstelijk Wapen daarop…“. Johann Wilhelm (1658-1716), keurvorst van de Palts bezocht Rotterdam in 1696. Van Spaan noemt in zijn “Beschryvinge der Stad Rotterdam”, waarvan de eerste druk twee jaar na het bezoek van de keurvorst verschijnt, nog een andere Rotterdamse papierkunstenaar: Gilles/Gillis van Vliet. Van Vliet (ca.1635/40-1701) was een wijnkoopman en azijnmaker die aan de Bierhaven, hoek Oranjestraat in de Maasstad heeft gewoond en gewerkt. Hij is in 1701 overleden, zijn tweede vrouw Cornelia Bras sterft enige jaren erna in 1706. De knipactiviteiten van Van Vliet zijn voor Von Uffenbach door diverse buitenlandse bezoekers beschreven. Zo schrijft Richard Chiswell in 1696: “…Wij bleven om iets van de stad te gaan zien en van haar bezienswaardigheden, onder andere papieren snijwerk, ingelijst net als schilderijen, schepen voorstellende, bloemen, enz. Bijzonder knap werk en te meer te bewonderen, omdat er nooit vroeger iets van dien aard gemaakt is, terwijl dit het merkwaardig bedenksel is van een zeer welgesteld heer (maar een melancholisch mensch); zoodat men groote sommen heeft geboden om deze dingen te koopen, doch tevergeefs…“ En Thomas Bowrey noteert in 1698: “…Hier zijn 2 of 3 plaatsen, waar heel mooi knippapierwerk gemaakt wordt. Het mooiste bij een meneer Van Vliet, die dit voor eigen tijdverdrijf vervaardigde; hij heeft een tiental stukken achter glas en omlijst; huizen, tuinen, landschappen, zeegezichten, bloemen en kantwerk. Dit kantwerk is met het bloote oog niet van echt kantwerk te onderscheiden. Die stukken zijn niet meer dan 2,5 voet lang en enkele hebben een waarde van ongeveer 1000 gulden. Maar die heer verkoopt er geen en vraagt ook geen geld voor de bezichtiging…’ In het testament van Cornelia Bras staat te lezen dat het knipwerk van Gilles van Vliet bij verschillende personen terecht is gekomen: Jan Sloten, Cornelia Bouwens, Anna Blommendaal, Pieter de Bricqueny, Franco Bouwens, Dirk van Ypen, Johanna de Bricqueny en Gerardus Vogel. Die Gerard Vogel is de schoonzoon van Van Vliet; hij heeft diens wijnkoperij en azijnmakerij aan de Bierhaven voortgezet. Bij hem ziet Zacharias von Uffenbach in 1710 het knipwerk van Gilles van Vliet.

Dat werk valt Von Uffenbach, die vermeldt dat de Franse reiziger François Misson daar zo lovend over heeft geschreven (1691), erg tegen: “…Wir fanden aber die Arbeit an diesen Stück- en lange nicht so schön, und sauber, als die bey der Jungfer Ryberg, ob er (= Vogel, red.) wohl die beste zehen Stücke, wie er versicherte in Erbtheilung bekommen. Die zwey besten stellten Schiffe vor, daran aber nichts als simple Blumenkrüge ganz flach, auf Apotheker-Art ausgeschnitten, und aufgeklebt, da hingegen der Jungfer Ryberg alle erhaben und natürlich war…”.

Of Von Uffenbach bij Vogel ook echt de beste stukken van Van Vliet heeft kunnen bekijken kan, gezien de vermeldingen van knipwerk in het testament van Cornelia Bras, worden betwijfeld. Vogel beschikte maar over een deel van het werk van zijn schoonvader en mogelijk waren dat niet de beste stukken. Gelukkig kunnen we sinds kort ons zelf een oordeel vormen over het knipwerk van de Rotterdamse wijnkoopman. Het Westfries Museum kocht enige jaren geleden een knipsel met een maritieme voorstelling, gemaakt door Van Vliet, aan.

Gillis van Vliet, collectie Westfries Museum

Bekijken we dit mooie stuk dan komen we tot de overtuiging dat de lovende opmerkingen over het werk van de knippende wijnkoper beslist niet overdreven waren. De Von Uffenbach’s bezoeken op 26 november 1710 ook nog de schrijnwerker Balten Gessing die in de Hoogstraat bij de Franse Kerk woont.

Hij toont zijn bezoek onder andere een “Perspectiv-Stück, die grosse Kirche zu Delft vorstellend, von van Vliet, davor er sechsig Gulden forderte…”. Er is wel verondersteld dat het hierbij zou hebben kunnen gaan om een reliëfknipsel van Van Vliet, maar veel aannemelijker is het dat Gessing een perspectiefschilderij van de Delftse schilder Hendrick Cornelisz. van Vliet in zijn bezit had. Dit schilderij is de Duitse reizigers echter te duur, ze bieden veertig gulden maar voor die prijs wil Gessing het niet van de hand doen. Later, in Delft, kan Johann Friedrich toch een perspectiefstuk van de Oude Kerk kopen gemaakt door Cöserman, hij betaalt daarvoor dan veertien gulden. Zacharias koopt daar een portret van Erasmus voor slechts drie gulden.

 

 

 

Die schilderijen komen uit het bezit van de Delftse chirurgijn Johannes van den Boogert (Boogaert) (1659-1731) die zij op 3 december 1710 hebben bezocht. Deze chirurgijn heeft ook papierknipwerk gemaakt. Von Uffenbach schrijft over hem: “… So ungeschickt er mit der Zunge ist (indem er entsezlich stottert) so geschickt ist er mit der Hand. Dann er schnitt erstlich gar sauber in Papier, wie wohl nur flach, davor er uns etliche Stück zeigte, so schön waren, als wir sie in Rotterdam gesehen. Vors die Vögel gar schön ausbalgen, und aufsetzen.. .“. Van den Boogert heeft een grote verzameling opgezette dieren, zoals vogels, insecten, vlinders, spinnen en schorpioenen. Het Duitse gezelschap koopt van hem enige exemplaren, voor het knipwerk heeft men minder belangstelling. Dat is plat uitgevoerd en lang niet zo mooi als het werk dat zij in Rotterdam hebben gezien. Chirurgijn van den Boogert is waarschijnlijk afgebeeld op het schilderij “De anatomische les van Dr. Abraham Cornelisz. van Bleiswijk” uit 1727 gemaakt door Thomas van der Wilt (1659-1733) voor het Delftse “Theatrum Anatomicum”.

De anatomische les van Abraham Cornelisz van Bleyswijck

Boogert

Knipwerk van de stotterende chirurgijn is niet bekend, al is het verleidelijk te veronderstellen dat een knipseltje voorkomend op een blad uit de verzameling van de Delftse medicus, schepen en burgemeester Hendrik d’Acquet (1632-1706) wel eens door Van den Boogert kan zijn gemaakt. D’Acquet had een mooie collectie van vooral naturalia die hij documenteerde door (ingekleurde) tekeningen. Ook liet hij afbeeldingen van exemplaren die hij niet in eigen verzameling had bij andere verzamelaars copieëren. Op een van de bladen komt een eenvoudig plat knipseltje voor: een dubbelgeknipt hart met vogeltjes. Iets van de hand van Van den Boogert of zou dit knipwerk pas veel later op het blad zijn aangebracht?

 

Door Henk van Ark.
Dit artikel verscheen eerder in Nieuwsbrief 1995-3 van Stichting W. Tj. Lever.