Contact-doos, Knip-Pers 1999-2

afb 1, H.H. Steffens, 1998

Verscheidene leden van onze vereniging zijn niet (meer) in staat om naar de Contactdag te komen. Zij missen daardoor niet alleen het contact maar ook de uitwisseling, het laten zien van knipwerk. Voor deze leden staal er nu op onze redactie een Contact-doos, waarin zij hun (kopieën van) knipwerk kunnen deponeren. En als je ‘iets’ in een contactdoos stopt, gebeurt er wat. Zo zal er regelmatig een aantal van deze ingezonden knipsels in de Knip- Pers in de schijnwerpers worden gezet …

De heer Steffens uit Oldenzaal, om zijn handigheid ook wel de ‘Knutselkoning van Oldenzaal’ genoemd, laat als eerste in deze nieuwe rubriek bijgaand knip- en snijwerk zien. In het maartnummer van 1992 staat zijn manier van werken en hoe hij tot het knippen kwam, met enkele afbeeldingen zowel bij het artikel als op de voor- en achterpagina van dat nummer. Geïnspireerd door motieven uit zijn dagelijkse omgeving weet hij ongelooflijk fijne details uit het papier te knippen/snijden, vergelijkbaar met het fabelachtig geknipte ‘breiwerk’ van Ernst Oppliger uit Zwitserland. Waarschijnlijk geven de vele patronen en structuren waarmee de heer Steffens als wever werkte, richting aan zijn schaar en mes en heeft hij de neiging iets ‘bloemigs’ of ‘persoonlijks’ toe te voegen.

afb 2, H.H. Steffens, 1999

Jaren geleden in aanraking gekomen met knipwerk van W.Tj. Lever is hij begonnen de vaardigheid van het knippen onder de knie te krijgen. Door bloemen te knippen, heel veel bloemen, en over de ruggen van de insecten die daarbij hoorden, begon zijn werk uit te groeien tot miniatuurtjes, boerderijen en interieurs van kerken.

afb. 3, H.H. Steffens, 1996

Omdat het ‘zien niet meer is als vroeger’ begon hij in de zeventiger jaren met snijdsels omdat hij bij die techniek een vergrootglas kon gebruiken. De symmetrische snijdsels zijn soms eerst gevouwen en gedeeltelijk nog geknipt, van de grotere vlakken zijn de details apart uitgewerkt. Een enkele keer heeft hij de snijdsels ingekleurd met waterverf of verschillende kleuren balpennen.

afb. 4, H.H. Steffens, 1999

De afmetingen van zijn knip- en snijwerken variëren tussen de 35 en 25 cm en voordat hij gaat snijden tekent hij meestal slechts een gedeelte voor. Soms heeft hij een duidelijk beeld voor ogen, een andere keer werkt hij op het gevoel: “ik zie wel waar ik uitkom”. Als het werk vordert ontstaat er iets en weet hij hoe het resultaat er uit moet zien.

De heer Steffens heeft vroeger tekenles gehad en kunstnijverheidsonderwijs gevolgd, met de bedoeling om glas-in-Ioodzetter te worden. Daarvan is niets terecht gekomen omdat men hem met zijn dertig jaar bij de sollicitaties al te oud vond. Hij keerde terug naar het weversvak. In beide beroepen speelde het versierende element een rol, niet zo verwonderlijk dat dit doorwerkte in zijn hobby, het papierknip pen/snijden. Een hobby, waarin hij het zich niet gemakkelijk maakt en een ongekend geduld van hem vraagt.

afb 5, H.H. Steffens, 1999

Bij deze inzendingen vermeldt de heer Steffens: “Veel schrijfwerk moet u van mij niet verwachten, daar ben ik geen held in” en “Het heeft een hele poos geduurd, dat ik eraan gewerkt heb. Het valt op de oude dag niet meer mee. Maar eind goed, al goed!”
Met knippersgroet van H.H. Steffens, Oldenzaal.

Magda Helms

Initiatief in 1999: Moest u de Contactdag missen? En wilt u toch uw knipwerk uitwisselen of een groet zenden aan de leden? Dan kunt u uw (gekopiëerde) knipwerk inzenden naar ons redactie-adres, zie onderaan pagina 2, met vermelding van Contact-doos. Vergeet niet uw naam, adres, na van het knipsel met eventuele toelichting en afmetingen te vermelden.