Album Amicorum, Knip-Pers 1994-1

Album amicorum, de voorloper van onze huidige poëziealbums, is ontstaan uit een 16de eeuws gebruik van Duitse en Zwitserse studenten. Deze adellijke universiteitsstudenten legden album amicorum aan. Verzamelingen van losse vellen papier of perkament, soms gebonden, waarop vrienden en kennissen wapens schetsten, handtekeningen zetten, landschapjes aquarelleerden en/of opdrachten of goede raad schreven.

De studenten hadden het idee voor album amicorum overgenomen van hun voorvaderen die in de middeleeuwen wapen- of adelsboeken aanlegden, die de edele afkomst van de eigenaar moesten bevestigen.

In de 17de eeuw veranderde het karakter van de album amicorum. Veelal werden het verzamelingen van handgeschreven of gedrukte teksten of studies die aan geleerden of schrijvers bij een jubileum werden aangeboden. Deze 17de eeuwse album amicorum zijn te vergelijken met de tegenwoordige feestbundels en worden dan ook wel liber amicorum genoemd. Toch zijn de album amicorum nooit helemaal weggeweest en werden in de loop van de 19de eeuw zelfs vrij populair. Men kon in die periode voor de losse velletjes papier vaak schitterend bewerkte doosjes kopen. Doosjes met een lintje, dat onderin was vastgeplakt. Daar lagen de velletjes papier bovenop. Door aan het lintje te trekken kon men de velletjes papier eruit wippen. Vrienden, vriendinnen en kennissen maakten kleine gedichtjes of wensen en illustreerden deze met kleine tekeningetjes of aquarellen.

afb. 1, door A. C. de Wit geboren de Jongh, 1837

In de collectie van het Westfries Museum bevinden zich vele van dergelijke album amicorum uit de 19de eeuw. Met één uitzondering: een album amicorum waarin drie velletjes papier met papierknipkunst.

De drie knipwerkjes, waarin twee met een handgeschreven wens, werden door vriendinnen van de eigenaar gemaakt. Josina Langerhuizen, één van de vriendinnen, maakte naast de wens een heel klein boeketje in herfsttinten met kleine witte bloempjes. Alle onderdelen zijn uit verschillende kleuren papier geknipt, waarna het boeket werd samengesteld en vastgeplakt.

Zo ook werd het boeketje rozen gemaakt. De takjes en blaadjes werden uit een stuk groen papier geknipt en de roosjes geknipt uit rood papier en prachtig opgewerkt. Het werd gemaakt in 1837 door A. C. de Wit geboren de Jongh uit Enkhuizen.

Het derde blaadje (zie afbeelding hiernaast) heeft ook een boeketje rozen, maar werd helemaal geprikt. Aan de achterzijde werd het papier bewerkt met een heel dun naaldje en een stomp voorwerpje, waardoor bloemen, takjes en blaadjes op het papier lijken te liggen. De omlijning van het bloemengeheel werd met een dikke naald gedaan. Dit stukje papierknipkunst, of eigenlijk papierprikkunst, werd gemaakt door N. C. Bay uit Rotterdam in 1833.

afb. 2, door N. C. Bay uit Rotterdam, 1833

Tonny Jurriaans

Westfries museum
Achterom 2-4
HOORN