Abraham Rademaker, de KoertenKoerier 4

Tekenaar, schilder, prenthandelaar, prentmaker en graveur Abraham Rademaker (ca. 1667- 1735) is vooral bekend van zijn series gravures van kerken, herenhuizen en lustplaatsen in Amsterdam en omgeving.[i] Zoals “Hollands Tempe Verherelykt”, “Spiegel van Amsterdams Zomervreugd” en “Hollands Arcadie”.

      

Die laatste serie verscheen in boekvorm in 1730, uitgegeven door Leonard Schenk met een tekst in dichtvorm door Gysbert Tysens, die ook de tekst van de andere twee uitgaven voor zijn rekening nam. In beeld wordt gebracht de bebouwing langs de Amstel van Amsterdam tot Loendersloot. Het eerste gebouw dat wordt afgebeeld is het kleine buiten van Adriaan en Joanna Koerten, genaamd Aemstelhoek.[ii]

Dit buitentje is ook te zien op een gezicht vanaf de Buiten Amstel naar de stad toe aan de linkerzijde van de prent op het titelblad. Aemstelhoek was een achthoekig gebouwtje in de vorm van een grote theekoepel met een bijgebouw. De beschrijving bij Rademakers afbeelding luidt:
De hoek van d’Amstel geeft ons ‘t eerste Tuingezigt,
Het lugtig zomerhuis, agtkantig opgerigt,
Verheft zyn hoge kruin uit t ‘zagtjes vloeijend water,
‘t Geen langs zyn boorden ruisd met lieffelyk geschater,
Daar het een uitzigt op de groote Koopstad heeft,
Of weer aan d’andren kant langs ‘tflak des Amsstels zweefd.
De Kunstminnaar Blok vond hier zyn welbehagen,
als hy in eenzaamheid, by zoele zomerdagen,
Zig aan de stad onttrok, om hier de zoete rust
Te vinden, als de dauw de frisse bloemen kust.
Maar ach, hy zal geen vreugd meer op deez ‘plaats bekomen,
Die Kunstminnaar is ons door de dood ontnomen;
Zyn brave Weduwe vind nu nog haar vermaak
In ‘t buiten leven, daar geen nyd, geen list, geen wraak
Als in de stad regeerd, om de eendragt te verstoren.
Maar zal myn Zangeres den Naam van Blok doen horen,
en melden Coerten niet? zyn voorgaande Egtgenoot.
Neen, grote Vrouw! al zyt gy door de strenge dood
Ons overlang ontrukt, uw naam zal eeuwig leven,
Om aan uw Kunstschaar haar verdienden lof te geven.
Die Kunstschaar, die zo vaak de lauwren heeft behaald,
En over de Etsnaald en t’ Penzeel gezegepraald,
‘t Zy in Afbeeldingen naar ‘t leven af te malen,
Dat daar geen schildery in schoonheid by kan halen;
Of ’t keurig Bloemgewas te snyden uit ‘t papier,
Of ’t lugtig Landgezigt, mdet bomen los van zwier,
En in een schonen stand aan de oogen te vertonen,
Doet me uw gedagt ‘nis nog met eer en lof bekronen.
Nu ga ik verder voort, ‘k heb hier myn pligt voldaan
;”

Adriaans weduwe, Maria van Arckel, maakte dus in 1730 gebruik van de kleine buitenplaats, net buiten de stad. Adriaan was in 1726 overleden, zijn eerste echtgenote Joanna Koerten-Blok al in 1715. Maar ook toen nog werd zij gezien als iemand die met het werken met de schaar prent- en schilderkunst wist te overtreffen.

Voor Abraham Rademaker was Koerten zeker geen onbekende figuur. Kort na haar overlijden maakte hij een tekening met betrekking tot haar beroemde werk “De Twaalf Keizers”.[iii] Door het RKD wordt deze tekening omschreven als een titelblad ter nagedachtenis aan Johanna Koerten-Blok, gedateerd 1716. De tekening bevindt zich in de Fondation Custodia te Parijs. In de Testas catalogus is dit kunstwerk te vinden onder nummer 11 van Omslag, Letter C:
Een dito (=Een zinnebeeldige tekening), zinspeelende op de Roomsche Monarchy, door dito” (= A.Rademaker).
In tegenstelling tot de keizers in een vergelijkbare tekening van Antonina Houbraken[iv] zijn de keizers hier niet muntgewijs en en profiel, maar in volledige figuur afgebeeld.

De tekening is afkomstig uit de collectie van verzamelaar en prentenuitgever Cornelis Ploos van Amstel (1726-1798). Hij zou het middenveld hebben verwijderd en vervangen door een blanco stuk papier, zodat hij het als titelblad kon gebruiken voor een deel van zijn handgeschreven collectiecatalogus. De vraag blijft dan wat oorspronkelijk op dat middenveld heeft gestaan. Mogelijk een opsomming in dichtvorm van de twaalf keizers zoals op de voorstelling van Antonina Houbraken. Maar gezien de opzet van het geheel en vergelijking met het knipsel van Koerten zou dit ook een afbeelding van de vrouwenfiguur, voorstellend de Roomsche Vrijheid kunnen zijn geweest. Uit de vermelding in de Testas catalogus[v] is dat niet echt op te maken. Overigens wordt het knipsel van Koerten in de publicatie over Rademaker uit 2006 aangeduid als “knipblad”, een merkwaardige benoeming van een papieren kunstwerk.

In het zelfde jaar (1716) maakte Rademaker ter herdenking aan Koerten een zeer fraaie tekening in kleur, voorstellend een binnenhof met de tombe van Joanna Koerten. Deze tekening is in het bezit van het Rijksprentenkabinet/Rijksmuseum in Amsterdam.[vi] In de Testas catalogus (6) wordt dit kunstwerk vermeld onder nummer 26 van Konst-Boek, Letter B:
Een aangenaam landschap, waar in verbeelt wert een Graf-Tombe, zinspelende op Joh. Koerten, met couleuren, extra fraay getekent, door A. Rademaker“.

Bijzondere en interessante bijdragen van Rademaker aan het Stamboek van Koerten, maar er waren er nog meer. De Testas catalogus vermeldt verder nog van deze tekenaar:

Een dito (= Een aangenaam Landschap), zynde een Maanligt met Starren, door den zelven“. (Konst-Boek, letter B, nr.27).
Het Binne gezigt van den Tuyn van den Heer A. Blok, door dito“. (Konst-Boek, Letter B, nr.28).
Twee Zinnebeeldige Tekeningen op een blad, door den zelven“. (Konst-Boek, Letter B, nr.29).
Een dito, door den zelven“. (Konst-Boek, Letter B, nr.30).
Een dito, door den zelven“. (Konst-Boek, Letter B, nr.31).
Een dito, door den zelven“. (Konst-Boek, Letter B, nr.32).
Een dito (=Een Zinnebeeldige Tekening), zynde een Miniatuur Tekening, door A. Rademaker“ (Omslag, Letter C., nr.9).
Een dito, door den zelven“ (Omslag, Letter C,nr. 10).
Twee Zinspeelende Vignetten, door A. Rademaker”. (Omslag, Letter C, nr.25).
Een Zinnebeeldige Miniatuur Teekening, door A. Rademaker“. Omslag, Letter C, nr.58).

Met deze tekeningen, die helaas nog steeds niet zijn achterhaald, heeft Abraham Rade- maker een forse bijdrage geleverd aan de reeks tekeningen en andere kunstwerken voor Koertens Stamboek. Maar hij was zeker niet de enige met een behoorlijke productie op dit gebied. Een van hen was Nicolaas Verkolje, waarover het volgende artikel gaat.

Noten

[i] C.J. Kaldenbach, “Abraham Rademaker (1676/77-1738); nieuwe biografische gegevens en een verkemiing van zijn getekende werk”, Leids Kunsthistorisch Jaarboek, nr.4 (1985, internet update 2014), p.165-178. W. Beelaerts van Blokland/Ch.Dumas/H.Ronnes, De kasteeltekeningen van Abraham Rademaker, Zwolle 2006 (aanvulling 2016).
[ii] Henk van Ark, “De buitenplaats Aemstelhoek”, Welkom in Papyria, nr. 10, Zuidhom 2015, p.63-70.
[iii] Beelaerts van Blokland c.s., o.c.
[iv] Henk van Ark, “Op bezoek bij Nicolaas Chevalier en daarna”, De KoertenKoerier, nr.2 (najaar 2017).
[v] Beelaerts van Blokland c.s., o.c.
[vi] Henk van Ark, “De onmisbare catalogus”, Welkom in Papyria, nr.5, Rasquert 2013, p.49-62. Hierin is de volledige inhoud van de catalogus opgenomen.

Afbeeldingen deels van Wiki Commons.

Door Henk van Ark, dit artikel verscheen eerder in de Koertenkoerier, voorjaar 2018.
Uitgave van Stichting W.Tj. Lever.