De schimmen van Frans ter Gast

Door Carla Catalani in De vrouw en haar huis, juli 1967

In het poppenspel, waarover Rico Bulthuis zo boeiend weet te schrijven in Poppen, schimmen, marionetten, neemt de schimmenschuiver een unieke plaats in; hij komt in Nederland zeldzaam voor. Ik besloot de befaamde nestor van het schimmenspel, de 85-jatige Frans ter Gast, nu hij definitief met schimmenspelen is opgehouden, een bezoek te brengen. Bij Rico Bulthuis had ik een inleidend filmpje gezien over de schimmensnijder aan het werk in zijn atelier.
Dat atelier bevindt zich op de Nieuwe Uitleg in Den Haag, waar de bomen groen en weelderig over een achttiende-eeuws grachtje buigen. Wanneer ik bij mijn begroeting iets zeg over de karakteristieke buurt, antwoordt ter Gast: “Wat wilt u, ik ben een geboren Amsterdammer, die zoeken altijd de grachten”. Het huis op no. 20 is smal en diep met een lange betegelde gang die aan het einde – een trapje op – nóg een atelier heeft, dat van de tachtigjarige bewegelijke en vitale mevrouw Suze ter Gast-Rosse, schilderes en Pulchri-lid, nog steeds aktief bezig met schilderen. Zij toonde mij een aquarel, door haar tijdens een der lessen die zij jaarlijks bij Kokoschka in Salzburg volgde vervaardigd.
In het voorhuis leidt een nauwe trap naar een groot atelier boven, het domein van de schimmen. Later blijkt dat er behalve schimmen nog vele andere mooie dingen zijn. “Verzamelen is een ziekte van mij” bekent ter Gast. Behalve schimmensnijder is Ter Gast toneeldekorateur en illustrator, aan de wand hangen verschillende eigen ontwerpen in hout en eterniet. Op de grote ordelijke werktafel met mesjes, tangetjes, splitpennetjes, ijzerdraad, papier, zink en wat dies meer zij (er bestaan schimfiguren met zoveel papieren raderen, schuiven en veertjes dat een ingenieur er een kleur van zou krijgen, schrijft Bulthuis) zijn al heel wat schimmen gesneden. Sinds 1918 heeft Frans ter Gast een veertigtal schimmenspelen geproduceerd en wanneer ik u vertel dat een spel ruim honderd schimmen beslaat kunt uzelf uw konklusie trekken.
Schimmen zijn eeuwenoud, hoewel de kleinkunst met schimmen eerst met Henri Rivière in la belle époque, de eeuw van Montmartre, Moulin Rouge en vele beroemdheden, intrede deed. In de oude Chinese dynastieën schoof men reeds schimmen, dikwijls gekleurde, een experiment waaraan ook Frans ter Gast zich waagde.
Het Wajangspel is een van de oudste schimmenspelen waarin oude Hindoehelden, demonen, apen en de clown Semar door de Dalang, de wajangspeler, op het scherm worden gebracht. Rico Bulthuis weet van Wajang alles te vertellen en “souffleerde” dat ,”de schim van Semar in het jaar 1000 naar het Westen kwam.” In de zeventiende eeuw verschijnt in Egypte de schimmenfiguur Karagöz, een Turkse broer van ons aller Jan Klaassen. In Italië werd in die tijd het schimmenspel ook druk beoefend en daarna kwam het naar de andere landen van Europa. In Frankrijk heeft Henri Rivière in Le Chat Noir van Rudolphe Salis het schimmenspel beroemd gemaakt. Yvette Guilbert schrijft in haar herinneringen over die schimmenspelen, die in een soort literair kabaret gebracht werden met gedichten door Maurice Donnay voorgedragen. Er waren twintig medewerkers, een orkestje en door middel van spiegels, gebrandschilderd glas en veel vindingrijkheid (zo werd in het militaire stuk “1’Epopeé” waarin de veldslagen van Napoleon door de beroemde tekenaar Caran d’Ache getekend werden, rook uit kanonnen gesuggereerd door lieden die achter het scherm gelegen enorme hoeveelheden tabak verrookten) hadden die voorstellingen iets van een film. In Nederland heeft Ko Doncker, geïnspireerd door Rivière, op het zoldertje van de schilder Booth te Haarlem tot 1917 vele mensen geamuseerd met zijn schimmenartiesten. Er zijn daarna nog heel wat amateurs geweest, hoofdzakelijk schilders en tekenaars – voor schimmensnijden is tekentalent uiteraard een vereiste – zoals Pieter v. Gelder, Willem Roelofs en dan de enige nog levende onder de Nederlandse schimmenspelers, Frans ter Gast.
Ter Gast is een buitengewoon knap tekenaar en in
“Het schimmenspelen op het toneel hoort er nu eenmaal bij, het is noodzakelijk, maar ik doe het om het snijden van schimmen. Ik werk met projektieschimmen; in het begin eerst met de gebruikelijke kontaktschimmen, waarvan het bezwaar is dat zij minstens 60 tot 70 cm groot rnoe zijn. Zij worden, als bij het Wajangspel, tegen het scherm gehouden zodat hun silhouet op het doek zichtbaar is. Zij geven een Idem beeld. Ik ben net zo lang gaan experimenteren niet lampen tot ik een klein formaat schimmen zo groot mogelijk kon projekteren. Dat gaf het voordeel dat men voor een groter publiek kon werken, maar ook dat je gemakkelijker een scène die je gesneden had en die niet beviel, weg kon gooien. Doe je niet met een schimmenfiguur van 70 cm, dat is te kostbaar. Mijn schimmen snijd ik uit tekenpapier, heel eenvoudig, kijk de ene kant is zwart gemaakt, de andere wit. Daarop teken ik mijn figuren en dan snijd ik hen uit op een zinkplaat en verstevig ze met dun ijzerdraad. En alles gaat dan in een raampje”.
Natuurlijk is het eenvoudig om schimmen te snijden, maar om de virtuositeit te krijgen waarvan Ter Gast het geheim bezit, is een andere zaak. Hij vertoonde mij met een soort toverlantaarn enkele schimmenscènes. “Hier heeft u de Nijl, natuurlijk met de piramiden op de achtergrond, anders is het geen Nijl maar een doodgewone rivier. Nu schuif ik er dit raampje over, dan gaat het bewegen”. Inderdaad kreeg ik de illusie van beweging, een schip voer de Nijl op, zelfs de mensenfiguurtjes in de boot zijn “levend”. “Ja, als die draadjes en touwtjes niet willen en je blijft steken met je schimmen is het mis. Dan krijg je wat wij noemen een rot voorstelling.”
Frans ter Gast vertelde mij enkele anekdotes uit zijn loopbaan, zijn opmerkelijk heldere ogen staan glunder; de direkte, grappige wijze waarop hij het vertelde maken al die “faits et divers” bijzonder. Over Harry van Tussenbroek, die het slachtoffer werd van de schoonmaakwoede van een werkster. “Hij was bezig aan een tentoonstelling van zijn prachtige, bizarre poppen en had alle mogelijke botjes, veertjes, beentjes en stukken klaar gelegd en daar kwam zij met haar bezem. Toen ik Harry later ontmoette, maakte hij altijd een gebaar van met een bezem iets weg te vegen – hé, weet je nog ter Gast en – hup – daar ging die denkbeeldige bezem weer. Woest dat ie toen was – ik dacht beneden eerst dat er twéé werksters tegen elkaar stonden te kijven… Ja, jammer hè van die prachtige poppen van hem, krachtens testamentaire wilsbeschikking allemaal vernietigd. Daarom ga ik zelf mijn schimmen maar verkopen, anders kost het nog meer om ze te laten vernietigen – en ik wil zo graag het schinimenspel levend houden. Een ander moet het nu gaan doen, er is toch leven in de brouwerij. In België geven zij ook al kursussen in schimrnensnijden hoorde ik in Gent waar ik optrad. En in Haarlem zit er een stel poppenspelers, erg geïnteresseerd in schimmen, Baardmans heten zij, hebben mij opgebeld of zij enkele schimmenspelen mogen kopen. Ja, Guido van Deth heeft er nu ook een paar en Rico Buithuis en het poppenmuseum in München willen er enkele hebben.
Ik heb ook eens een schimmenspel voor een man uit de tabak uit het oude Indië gemaakt – een opdracht voor een bruiloft voor zijn dochter. Toen dat opgevoerd werd in kasteel Oud Wassenaar – jaren geleden hoor, ik vertel het alleen als aardigheid – was daar ook de sultan van Serawak met zijn familie, hij vroeg via de direkteur of zij ook naar de Wajangvoorstelling mochten kijken. Wajang zeg ik, is het niet. Schimmen, enfin, zij hebben meegekeken aan de andere kant van het scherm, de familie van de bruid zat in de zaal. Laat ik vele jaren later een bezoek krijgen van een Hollander die in Serawak gewoond had en de dochter van de sultan vroeg, hoe het kwam dat zij zo plotseling wèg was van een trekharmonika en daar op leerde spelen. Zij had dat muziekinstrument, zo vertelde zij, gezien tijdens een Wajangvoorstelling in kasteel Oud Wassenaar. Die bewuste Hollander vroeg toen uit nieuwsgierigheid wanneer dat precies geweest was en toen hij met verlof in Nederland kwam en een feestje wilde geven, is hij gaan informeren wie die meneer was die toen en toen schimmen vertoond had en zo kwam hij bij mij terecht. Merkwaardige loop van omstandigheden, later bleek dat deze man vlak bij die tabaksman woonde in Wassenaar.”
Er zijn ook enkele schimmenspelen verfilmd, onder anderen de Moord van Raamsdonk (met de klassieke tirade: en de meid die werd gesmoord, met zeven el gordijnekoord). Frans ter Gast heeft enkele jaren geleden ook in Denemarken waar veel belangstelling bestaat voor schimmenspelen, zijn schimmenspel, “Rehabilitatie van baron von Münchhausen” vertoond in Olsted, een dorpje bij Kopenhagen waar Anita Aagaard Loos een artistiek pannekoekenhuisje leidt waar geregeld kulturele manifestaties plaatsvinden.
,,Nee, nu ben ik echt met spelen opgehouden, niet met snijden natuurlijk, daar kan ik eenvoudig niet buiten. De jeugd van tegenwoordig begint ook al met schimmen, hier propageert Haja (Haagse Jeugd Aktie) het als kreatieve vrijetijdsbesteding. De kinderen kunnen gemakkelijk alles zelf maken, een kleine projektiekast, lampjes van 10 volt, zelf een scenario bedenken. Dat vind ik fijn, dat ik nieuw leven heb geblazen in het schimmenspel, dat was mijn bedoeling.
Of die silhouetten naar de 17e eeuwse Franse minister de Silhonette zijn genoemd, vraagt u – ja, dat zal wel, weet ik niet zeker. Wilt u thee, goed, dan ga ik dat even halen, exkuseert u mij even.” Hij is meteen – als een schim – verdwenen; in de tijd dat ik op bezoek was heeft hij zes keer die trap op en afgelopen. Men noemt Frans ter Gast de eeuwig jeugdige en dat vindt hij best leuk om te horen. “Geen verdienste, ik ben gezond; raar, vroeger vond ik een vent van zestig al een oude kerel…” En met lachrimpeltjes om zijn schrandere ogen: “Schrijft u maar dat ik 84 en een half ben – hebben zij in Denemarken gedaan. De journalist had eerst 85 geschreven, ik zei, man, ik ben nog geen 85; de volgende dag stond er: de 84 jarige Frans ter Gast”. Hoe dan ook, Frans ter Gast heeft een respektabele leeftijd bereikt en tijdens dat lange werkzame leven bezorgde zijn schimmentheater vete mensen heel veel plezier en genoegen.