Deze website bevat een aanzienlijk bijgewerkte versie van de lijst van papierknippers en -snijders die Joke en Jan Peter Verhave in 2008 in hun boek Geknipt! Geschiedenis van de papierknipkunst in Nederland als hoofdstuk 8 publiceerden. Een eerste verkenning van knippers uit het verleden verscheen in Schaar-Kunst. Die publicatie telde 72 knippers die bij naam bekend waren; in 2008 was die lijst gegroeid tot 210 en in deze versie van het lexicon worden bij aanvang in 2021 inmiddels 290 namen van niet meer in leven zijnde knippers genoemd. Een jaar later waren het er al 350. De komende jaren zal dit aantal zeker verder toenemen.

Het Lexicon van Nederlandse beeldende kunstenaars van Pieter Scheen, noemt zes knippers; het systeem van de Rijksdienst Kunsthistorische Documentatie en het Nederlands Instituut Kunstgeschiedenis telt er, haast verdwaald en per ongeluk, een tiental. En dat zijn dan nog personen die bij naam bekend zijn.

Een groot deel van de Nederlandse knip- en snijkunstenaars vond het niet nodig de eigen naam in hun stukken te verwerken. Joke en Jan Peter Verhave telden tenminste 150 anonieme papierknippers en –snijders in de 17de tot 21ste eeuw. Werk van veertig van hen, van wie de naam of woonplaats niet bekend is, hebben zij beschreven in Onbekend en ontroerend erfgoed. Tijdsbeelden geknipt door anonieme kleinkunstenaars.

Veel informatie voor de lemma’s komt uit de periodieken Knip-Pers en Nieuwsbrief. De Knip-Pers is het kwartaalblad van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst, dat sinds 1983 verschijnt. De andere belangrijke bron voor de geschiedenis van de papierknipkunst is de Nieuwsbrief van de Stichting W.Tj. Lever, die verscheen van 1988 tot 2016. Daarna volgden, verzorgd door dezelfde kunsthistoricus, Henk van Ark, een serie Welkom in Papyria, opstellen over papierknipkunst in tien afleveringen van 2011 tot 2019 en daarna de Koertenkoerier, gewijd aan een van de vroege en meest beroemd geworden Hollandse knipkunstenaars, Joanna Koerten (verschenen vanaf 2017 tot 2023).

Een belangrijke bron van informatie was ook het onuitgegeven manuscript Juweeltjes van knipkunst van mevrouw Eiline Huizenga-Onnekes (1883-1956) uit Ten Boer, een neerslag van tien jaar onderzoek naar de geschiedenis van de knipkunst (1945-1955). Het boekje Diorama’s uit de 18e en 19e eeuw van Lorenz van Dooren en Meta Krüger (2021) geeft een schat aan informatie over bavelaars en andere kijkkastjes.

Voor de lemma’s van knipkunstenaars is verder gebruik gemaakt van genealogische bronnen en het internet; om onderzoekers van familiegeschiedenissen van dienst te zijn, worden waar mogelijk echtgenoten van de knippers genoemd. Voor aanvullingen en opmerkingen kunt u contact opnemen via het contactformulier van de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst.

De letters van het alfabet zijn afbeeldingen van een serie Psaligraphie door de Alkmaarse knipkunstenaar Thomas de Jongh uit 1859. Door op een letter te tikken komt men bij knippers met achternamen die met die letter beginnen.